kroegverhalen
Horecaverhalen van toen: het sociale huiskamersfeertje van ’t Dorstig Hart
Nu zit er het biercafé De Drie Dorstige Herten, maar Will Janssen kent de plek nog van jaren geleden. Herinneringen aan 't Dorstige Hart.
Nu zit er het biercafé De Drie Dorstige Herten, maar Will Janssen kent de plek nog van jaren geleden. Herinneringen aan 't Dorstige Hart.
Will Jansen kwam wel in café Bontan maar niet van harte
In het voetbalrampjaar 1974 ging vlakbij het Wilhelminapark Café Jan Primus open. Binnen een paar weken liep het er storm.
Heel speciaal in de Utrechtse kroegenwereld van de jaren zeventig, was de Black Horse Bar in de Drieharingstraat, van eigenaar John Poot. Het was wat je noemt een ontmoetingspunt voor neringdoenden: kroegbazen, winkeliers, marktkooplui.
Terugblikken op Utrechtse kroegen uit een wat verder verleden zonder Drinkwinkel de Tregter aan de Oude Gracht, dat kan dus echt niet. Al begin jaren zestig waren de gebroeders Gert en Henk Hoogenkamp succesvol met hun café.
Will Jansen over weer een legendarisch café. Met als hoofdrolspelers Wouter de Cocq en Leen Hulzenbosch.
Will Jansen haalt herinneringen op aan café Willem Slok.
Waar nu Rubens Proeflokaal is gevestigd, zat ooit De Lindebar. De bediening is nu vriendelijker. "Als je ging zitten, zei hij ‘En?’ of hij knikte met zijn bolle kop, één wenkbrauw omhoog"
Nog jarenlang hingen er dwaze dingen bij hem aan de muur. Vissen in een vogelkooi, een schilderij met blote poppen, en ook een keer een schrift met een potlood aan een lang touw, voor een persoonlijke boodschap. Vooral vrouwen gaven aan dat ze met hem wel naar een feest wilden en gaven het adres op.
De Nobelstraat is tegenwoordig van voor naar achter horeca. In de tijd dat het eerste stuk vanaf de Drifts maller was, telde je er maar drie: 't Pandje, 't Lieverdje en helemaal aan het eind café Flora waar anno 2019 Villa Orloff in zit. Je kon ook nog Kunstliefde meetellen.