Het zijn onschuldige verhalen, mijn schilderijtjes van Utrechtse café’s uit de jaren zeventig, begin tachtig. Sommige mensen nemen er aanstoot aan, die vinden bijvoorbeeld dat ik de familie Bontan van het gelijknamige café op de Springweg belachelijk heb gemaakt. Is niet waar. Ik maak eerder van mezelf een karikatuur omdat ik toen bij die volkse kroegen eigenlijk niet naar binnen durfde, bang dat ze me zonder opsmuk zouden zeggen wat ze van me dachten. Ik kon daar toen niet zo goed mee omgaan. Later raakte ik bevriend met de familie de Nijs, van Wees wijs koop ijs van De Nijs op de Albatrosstraat. Die hebben me geleerd gewoon jezelf te zijn, ‘dan komp ’t allemaal wel goed, jochie.’ De schetsen die ik maak, kunnen ook niet allemaal voor de volle honderd procent waarheidsgetrouw zijn, het geheugen onthoudt nou eenmaal wat het graag wil onthouden of kleurt het wat bij.
Zo fietste ik op een prille zomerse ochtend de Lange Nieuwstraat af, op weg naar mijn logeeradres in de Snipstraat. Het was al licht en ik hoorde De Dom half vijf slaan. Geen mens te bekennen natuurlijk. Ter hoogte van de Kathedraal bij de bushalte van Lijn 5, veranderde dat. Een stel lange kerels had met wc-rollen een soort tennisveld uitgezet Ze waren aan het badmintonnen. Het ging er fel aan toe. Af en toe lesten ze hun dorst met grote glazen Pastis, aangelengd met water en ijsblokken. Ik bleef er hangen, want er was veel plezier. De mannen bleken klanten van café ’t Dorstig Hart, nu de Drie Dorstige Herten, een biercafé dat streng in de bierleer is. Ik mocht zelfs meedoen van de eigenaar, de flamboyante Hans de Graaff. Grote zwarte krullen, een enorme snor en vriendelijke ogen. Op een goed moment stopten er een politiewagen. In hemdsmouwen stapten de wouten uit, met brede gebaren, en vroegen wat we zo aan het doen waren. ‘Nou, we promoten het bewegen. De mensen bewegen te weinig.’ Dat vonden die mannen prima, maar of we wat minder lawaai wilden maken. Even later kwam de eerste Lijn 5 de Lange Nieuwstraat opdraaien. Die stopte netjes voor het touw dat voor net doorging. De buschauffeur wilde ook al weten wat er gaande was. ‘Ja, promotie voor de sport.’ Of we dan toch maar even dat touw wilden weghalen. De scheids legde het spel stil. Hij was een passant die ze van zijn fiets hadden getrokken en met een glas pastis in zijn hand de stand bijhield. Andere sporten waren Mattie gooien, waarbij de lange Mattie Geytenbeek door twee anderen zover mogelijk weggegooid werd en ze probeerden op elkaar schouders bij de dakgoot te komen. Soms viel er een hard op zijn koker, maar dat was ook alweer veel lachen natuurlijk.
Enfin, de volgende dag ging ik rond borreltijd niet zoals gewoonlijk naar De Twijfelaar of De Boon, maar naar ’t Dorstig Hart. Binnen was het knus, echt een huiskamer met een heel sociaal sfeertje. De Graaff hield van quasi antieke spulletjes en oud meubilair en de clientèle bestond uit dertigers. Veel eigenzinnige figuren met snor of baard. Mannen als John de Drinker, Dicky Boes, Henk Feut en Peter Schenk. De vrouwen droegen hippie-achtige kleding en hadden mooi lang haar en grote ogen met veel mascara, zoals beeldhouwster Annet Haring en de kleine Joke Hoogenboom die in de NUK onlangs nog mooiste meisje van de stad is geweest. Er kwam ook volk van de Willem Arntz Stichting. Die mochten geen alcohol drinken, maar ja, een hele dag aan de chocomel is ook geen doen en een beetje rum erin kon geen kwaad. Achter de bar stond Hans Akerboom, een Harleyrijder die veel ZZ Top draaide. Er kwamen sowieso aardig wat Harley rijders, met Vincent Denters van de Agnietenstraat als de man die het orkest leidde. Ze hielden af en toe na sluitingstijd racewedstrijden op de Uithof, toen nog maar net in ontwikkeling.
’t Dorstig Hart was het enige café dat de deur openhield toen de hele buurt afgezet was voor de rechtszaak van het beruchte RAF-lid Knut Volkerts bij de Rechtbank in de Hamburgerstraat. Die kreeg twintig jaar aan zijn broek voor moord. Overal liep politie rond met karabijnen in de aanslag. Vincent had altijd vuurwerk. Hij kocht het om juist niet met oud en nieuw af te steken, maar op momenten dat het veel meer effect gaf. Hij had een donderslag onder het Fiatje 500 van zijn ex-vriendin gelegd. Toen die afging, leek het wel een bom en de politie kwam er als dolle honden op af. Niemand die wist hoe de vork in de steel zat. Dat verhaal heb ik van horen zeggen, ik was er niet bij.
Enfin Hans de Graaff stopte begin jaren tachtig met zijn café omdat hem het leven in Utrecht te onrustig werd. Hij vertrok naar Middelburg waar hij naar een paar jaar Café Bommel overnam, naast het stadhuis. Hij stierf bij een noodlottig motorongeluk. Bij de jaarlijkse motorrit met geestelijk gehandicapten moest hij met zijn Harley met zijspan uitwijken en werd overreden. Amen. En zoals gezegd, zijn voormalige café heet nu De Drie Dorstige Herten waar je hele mooie bieren kunt drinken.
De Drie Dorstige Herten: niet alleen mooie bieren maar ook met zorg gekozen wijnen.
De opvolger is inderdaad een heel ander verhaal. Zeker streng in de bierleer. Maar ze hebben geweldig bier en verstand van zaken. Misschien toch we het fijnste biercafé van de stad.
Toen kon je er nog een biertje drinken met utrechtse jochies van allerlei allooi.Kerstavond bubbels voor iedereen ook voor degene die uit de nachtmis uit de kerk aan de overkant kwamen.Een zwerver slapend met zijn hoofd op een tafeltje iemand in een strak driedelig pak een pint een blowtje toen was het nog een café met een hart.
Ik ken het van eind jaren tachtig en begin jaren negentig. Daarna nooit meer iemand gezien die daar, net als ik, elke dag was. Ieren, punkers, darters, krakers, flipperaars, Jeroen de gokkastenreparateur. Bertus achter de bar, tosti Ahmed. Weet iemand waar ik het over heb?
Ik heb er jaren geleden ( zo’n 35+ ) eens een tosti gegeten. De tosti’s ham/kaas stonden op de bar kant en klaar in een broodtrommel van plastic. Een leverancier komt wat afleveren en wil ook wel een tosti. “zou ik niet doen” zei de eigenaar. “Ze staan hier al een week”.
Over Hans de Graaff: hij kwam al voor 1980 naar Middelburg. Heeft in Middelburg ca. 14 jaar in allerlei horecazaken als bedrijfsleider gewerkt. In maart 1993 werd hij mede-eigenaar van Bommel. Op 21 september 1997 is hij door een noodlottig motorongeluk om het leven gekomen. Dat was een tourrit in België voor Harley rijders. Die rit had niks met geestelijk gehandicapten te maken. Hij reed ook niet met een zijspan. Mijn geheugen is net wat beter Will, omdat het er in gegrift is …
Hartelijk groet,
El (de weduwe van Hans de Graaff)
@Appel ik kwam er in dezelfde tijd als jij! Ik zat als prille 18-jarige altijd quasi interessant te roken naast het dartbord terwijl ik door mijn henna-rode pony gluurde…haha! Vaste route was altijd van Sarasani naar het Dorstig Hart. Mooie herinneringen aan de tijd dat we nog zweterig in de kroeg tegen elkaar aan konden schurken… In die tijd was het cafe van Eimert met Jack achter de bar, Berry en idd Ahmed, en met als vaste gasten o.a. Sjors (ook wel Oblomov genoemd) die een paar panden verderop woonde, Harry en ‘ons’ groepje dat bestond uit Engelsen/Ieren, krakers en een stel kunstzinnige types, vuurspuwers en Archeon acteurs. Those were the days. (Inmiddels is ondergetekende toch nog uitgegroeid tot een keurige burger ;-))
He was daar ook heel wat jaren pfff erik
@Appel , Ja, ik weet zeker waar je het over hebt! Het was ook mijn stamcafé eind jaren 80. Toen Bertus nog achter de bar stond. Ik zie ons nog zitten om de grote tafel, jij met een Southern Comfort. Peter met een Guinness. Jaap en Bert en hun neef. En Jeroen. Ik zou het enorm leuk vinden om een keer herinneringen op te halen! Ik hoop dat je dit leest..
@Beatriz! Ik zou je zo herkennen. Wat leuk dat je reageert! Hoop dat het goed met je gaat. Gaan we een keer herinneringen ophalen? Ik kan Peter ook meenemen 🙂
Beatriz, Appel, Beste, jullie namen komen mij niet bekent voor. Maar als ik je zie, dan zal ik je vast wel herkennen. Frits en Ane Bekker, Frits helaas overleden, Henk, de twee Bas-en met hun Honda’s, Pieter de verzekerings man, die nog rondging om een aansprakelijkheid verzekering voor één van de zwervers die regelmatig daar kwam te regelen. Antonio uit El Salvador, Ed de Pin had.
Sjaak & Sue met hun Hardly liberator.
Een fraai gezelschap, mooi was ook altijd een dart competitie. Dan kwamen buitenstanders in dat blow-hok. dat hadden ze nog nooit meegemaakt. Ik kwam meestal op vrijdag met een kleine motor en mijn naam is Piet(er).
Kent iemand nog Eimert, de eigenaar van Dorstige Hart. Leeft ie nog?
Diny
Ook ik kwam altijd in mijn eentje in de tijd dat Bertus altijd achter de bar stond. Ik was een fanatieke darter. ‘ Tac tics ‘ met de Ierse boys. Ja, daar kon je gewoon in je eentje als meisje komen, mede te danken aan Bertus!