In de 12e eeuw bouwden de Johannieters op het Catharijneveld (nu Vredenburg) een klooster, gewijd aan Catharina van Alexandrië. De naam is nog verbonden aan (Hoog) Catharijne – singel/baan en kerk in Utrecht. De kloosterorde moest daar vertrekken vanwege de bouw van Vredenburg, een dwangburcht. In 1529 kregen zij het onafgebouwde klooster van de Karmelieten aan de Lange Nieuwstraat toegewezen. De Karmelieten verhuisden naar het Nicolaaskerkhof. Zoals de meeste van de ongeveer 25 kloosters/abdijen die de stad destijds telde, vind je van dit gebouw niets meer terug.
Soms herinnert een straatnaam er aan, zoals Karmelietenhof.
De nieuwe behuizing van de Johannieters was kleiner. Ter compensatie kregen zij o.a. de Zuilenstraat toegewezen, toen nog steeg, die een poort aan beide kanten kreeg; kloosterterreinen werden afgesloten.
Als gevolg van de reformatie (1580) moesten de Johannieters ook dit klooster verlaten. De Catharinakerk, kloosterkerk, werd in gebruik genomen door de protestanten. De Rooms-Katholieken kwamen in het geheim samen, in schuilkerken. De Zuilenstraat werd openbaar terrein. Kavels werden uitgegeven en de straat verbreed. De huizen met nummers 9 t/m 15 en 10 t/m 16 ademen nog de sfeer van de 17e eeuw. In 1798 werd de Godsdienstvrijheid hersteld. De Catharinakerk werd aan de Rooms-katholieken terug gegeven en bestemd als kathedraal. De Domkerk (voor 1580 kathedraal) en de andere R.K. kerken bleven in protestantse handen.
Vorig jaar meldde het parochiebestuur waaronder de Catharinakerk valt dat deze afgestoten zou worden. Dankzij het protest van velen, ook niet-parochianen, is dit plan van tafel.
Clare Lennart 1899 – 1972 was een veel gelezen schrijfster met liefde voor de stad. Zij woonde Zuilenstraat 10 bis, naast het Catharijneconvent. In ‘Pluk een Roos’ zijn columns gebundeld die zij voor het Utrechts Nieuwsblad schreef:
‘Nu staan wij voor de keus of we al of niet onze singels zullen opofferen aan de belangen van het snelverkeer, aan misschien vermeende praktische voordelen aan een misschien illusoire veiligheid. Ik geloof dat ieder voor wie schoonheid en cultuur reële waarden zijn, in een geval als dit bij voorbaat neen moet zeggen.’
Begin jaren zeventig werd haar meegedeeld dat het convent verbouwd zou worden met gevolgen voor haar huis, met uitzicht op de oude kloostermuur, waar ze erg aan gehecht was. Het platte dak, haar tuin en buiten voor de poezen, zou verdwijnen. De onrust en angst over moeten verhuizen, bepaalde helaas haar laatste levensjaren.
Beste Margriet,
Ook in dit stuk weer bijzondere details gelezen die mij niet bekend waren.
Een spreekwoord zegt dat je nooit te oud bent om te leren. Ik voel me niet oud maar leer nog dagelijks. Zelfs met DeNuk in de hand.