Het verleden van Utrecht

Vertel mij Utrecht: Herinneringen aan kardinaal Simonis

Op 10 september vorig jaar was de plechtige uitvaart van kardinaal Simonis (1931 – 2020)  

In de boekuitgave ‘MIJN PLEK Utrecht’ vertelt de Eerwaarde:  

Nu ik hier sta (Catharina kathedraal) realiseer ik me dat ik ook hieruit zal verdwijnen als ik overlijd. Dat is een realistische gedachte. Ik heb hier mooie en zeer devote plechtigheden mee gemaakt. Het is in zekere zin thuiskomen. In Utrecht zijn mensen echt anders dan in het westen.  

Jaren geleden bracht een groep bewoners uit het museumkwartier hem een bezoek. Dit waren leden van ‘het Gastheerschap en Cultuur in het Museumkwartier’. Als bewoner van het ‘museumkwartier’ kun je lid worden en de tweede zondag van de maand aansluiten op de per mail bekend gemaakte plek. Dikwijls is het een verrassing waar je die middag naar toe gaat. 

Op een van die zondagen studeerden we eerst onder leiding van Arie Abbenes (toen nog stadsbeiaardier) een lied in, zonder te weten waarvoor. Na een wandeling werden we ontvangen  door kardinaal Simonis en de persvoorlichter van het Bisdom Utrecht in het Bisschoppelijk Paleis aan de Maliebaan.   

In 1898 werd aan de Maliebaan een villa aangekocht, verbouwd tot bisschoppelijk paleis en uitgebreid met een neogotische kapel, ontwerp van Alfred Tepe.  Domkerk en Bisschoppelijk paleis (1018 – 1805) lagen in elkaars nabijheid totdat de laatste gesloopt werd. 

Ik wist niet van het bestaan van deze kapel. Wat een ongekende verrassing! De kardinaal was een gepassioneerd orgel bespeler en nam voor het orgel in de kapel plaats. Hij begeleidde het door ons ingestudeerde lied dat we graag zongen.  

De persvoorlichter gaf ons informatie staande achter het altaar en vertelde o.a. dat (wereldwijd) nog steeds relieken aangevraagd konden worden. Deze worden in het altaar van de kapel bewaard. Ik kon niet nalaten om te vragen of er dan wel voldoende relieken waren. Het antwoord was dat er een ‘schraapseltje’, bijvoorbeeld van het bot, verstrekt wordt.  

Sinds ik, streng calvinistisch opgevoed zijnde, stadswandelingen ging verzorgen, wachtte mij in de geschiedenis van het oorspronkelijk zo Rooms-katholieke Utrecht een ‘inhaalslag’ betreffende mijn kennis van het Rooms-katholieke Utrecht. Er ging een ongekende wereld voor mij open. Zoals de verzameling kerkelijke kunst in het ‘Catharijne Convent’ zich voor mij verrijkt door beter kennis te nemen van de bedoeling, weliswaar buiten de oorspronkelijke verblijfplaats. Nog steeds vraag ik me af of vanuit de eeuwenoude lijn die van nu loopt naar de mijn onbekende Rooms-katholieke voorouders er nu nog enig katholicisme in me genesteld zit.  

Kardinaal Simonis heb ik niet persoonlijk ontmoet. Wel stonden wij op een avond naast elkaar terwijl we onze jas ophaalde bij de portiersloge in het Centraal Museum na het volgen van een bijeenkomst daar. Het was een winteravond en buiten viel er natte sneeuw. De portier vroeg: ‘Eerwaarde, zal ik een taxi voor U bellen’. ‘Niet nodig zei de kardinaal, mijn fiets staat buiten’. 

Donderdag 2 september j.l. is het graf van kardinaal Simonis op Sint Barbara ingezegend. 

Laat uw reactie achter

Reactie

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *