Verleden van Utrecht

Vertel mij Utrecht: Mariakerk – Kunsten en Wetenschappen 

De verdwenen Mariakerk (Maria maior), gewijd in 1088, is de laatste tot stand gekomen kapittelkerk van de vijf die Utrecht in de middeleeuwen telde. Op de nok van het koor van deze ‘keizerkerk’ stond het beeld van keizer Hendrik IV. Een replica van dit beeld is te zien op de hoek van de Mariaplaats en de Mariastraat. 

De parochiekerk is voor de burger. De kapittelkerk was uitsluitend bestemd voor de erediensten van de daaraan verbonden kanunniken die een gemeenschap vormden.  De huizen van de kapittelheren (kanunniken) waren gebouwd rond de kerk met de ingang daar naar toe gericht. Dit gebied was gesloten (immuniteit) en kende eigen rechtspraak.  Net als kloosterlingen legden kanunniken de gelofte van gehoorzaamheid en kuisheid af, maar niet die van armoede. Een kanunnik was doorgaans een telg uit een adellijk geslacht en hem wachtte een erfenis. 

De Mariakerk was gebouwd in Lombardische stijl en week daarmee af van het Romaans/Gotiek van de vier andere kapittelkerken: Dom, Pieter, Jans en de Salvator. De laatste is gesloopt, de contouren zijn aangebracht in het plaveisel van het Domplein.  Het is aan de tekeningen en schilderijen van de schilder Pieter Saenredam te danken dat bekend is hoe de Mariakerk er uit gezien heeft, zowel van binnen als van buiten. 

Het verval van de Mariakerk begon tijdens het beleg van kasteel Vredenburg in 1576, waarbij de noordelijke toren werd stuk geschoten. Op de tekening (1636) van Saenredam is te zien dat er een boom uit deze toren groeit. Napoleon hief de kapittels in 1811 op, deze kerk raakte buiten gebruik. Er werd een begin gemaakt met de sloop. De verkoop daarvan bracht 18.500 gulden, bestemd voor de oorlogskas van de keizer.  Als laatste kwam in 1844 de sloop van het (gotische) koor, nadat het o.a. als concertzaal dienst had gedaan. Op de plek van het koor verrees het gebouw van ‘Kunsten en Wetenschappen: Johannes Brahms en Franz Listz traden hier op. 

In 1923 trilde ‘KenW’ op de grondvesten. DADAÏSTEN, de beweging van Ultra-radicale schilders en letterkundigen, trad op. Dit gaf zo veel commotie in het bedaarde Utrecht dat politiebegeleiding nodig was. In 1988 brandde ‘Kunsten en Wetenschappen’ bijna helemaal af, maar na herbouw, siert het gebouw de Mariaplaats als ooit tevoren.  

Todesraum 

ik ben allang Napoleon geweest 

en Alexander is een schim in mij 

bij deze veldtocht naar de overzij 

om doodruimte voor de geest. 

 

De bataljonen van het vlees 

rukken op naar de barriere, 

bevolkt met bittere chimaeren 

die leefden en stierven tevergeefs. 

 

En slaan een bres. Gevleugelte begeeft 

zich windgewijze verder op den tast 

der liefde, en is niet verrast 

als het naar alle zijden ingang heeft.

 Gerrit Achterberg 

 

 

 

Laat uw reactie achter

Reactie

1 reactie

  • Jan Hoogendoorn schreef:

    Op de tekening van Pieter Saenredam is de wijzerplaat op de dom hoog gemonteerd.
    Wat is de reden dat deze in de loop der jaren naar beneden is verplaatst? Met de toenemende hoogbouw, heeft mijn inziens een hooggeplaatste wijzerplaat de voorkeur. Tip voor de huidige restaurateurs?

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *