Het verleden van Utrecht

Vertel mij Utrecht: Jodocus van Lodensteijn – Parkstraat 

In de tweede helft van de negentiende eeuw vond de grote trek van het platteland naar de stad plaats. Er waren misoogsten. De industrie ontwikkelde zich, met als gevolg minder vraag naar huisnijverheid van de plattelandsbewoners. Het was voor de boeren en landarbeiders moeilijk om het hoofd boven water te houden. Het aantal stadsbewoners nam toe. In 1900 telde Utrecht er ca. 100.000, waarvan 70.000 in de binnenstad. 

In de binnenstad vestigden zich kantoren en winkels, er werden minder markten gehouden. Utrecht was en is van oudsher een belangrijke haven(oudegracht) – en marktenstad, dat laatste later in de vorm van de Jaarbeurs.  

De bewoners van de buitenwijken maakten toenemend gebruik van de faciliteiten die de binnenstad bood. De ‘zoom’ van de binnenstad toonde nog in de negentiende eeuw fraaie tuinen die op de bolwerken waren aangelegd, soms voorzien van theekoepeltjes. Een schilderachtig gezicht. Om over het water te komen, werd gebruik gemaakt van ‘overhaalschuitjes’. Later de ‘knuppelbruggetjes’: houten bruggen met leuningen van boomstammetjes. Tot de stevige bruggen kwamen, waar ook de auto overheen kon rijden. 

De Herenbrug (1906) in het verlengde van de Herenstraat naar de Parkstraat is een van de eerste, zo niet de eerste, betonbrug in Nederland, de verbinding van de Herenstraat naar de Park/ Schoolstraat.  De brug is in de stijl van de Jugendstil, een sierstijl, die eind negentiende/begin twintigste eeuw opgang maakte.  Het beton toont de voor de stijl kenmerkende gebogen lijn, de leuningen zijn gemaakt van decoratief bewerkt smeedijzer 

De Parkstraat ontleent de naam aan het huis ‘Het Park’, een Hofstede die vermoedelijk tussen 1847 en 1850 gesloopt is. ‘Het Park’ werd omsloten door Maliesingel, Maliebaan en Nachtegaalstraat.  Vanaf zijn ‘beroep’ naar Utrecht in1653 woonde hier Jodocus van Lodensteijn, predikant en vroom dichter. Deze was leerling van Gisbertus Voetius, de eerste hoogleraar aan de Utrechtse Universiteit.  

 

Den beslooten Hoff, Op Cant. 4: 12.  

 

Een Lusthof is mijn ziel gelijck, 

Beplant met heylsaam kruyd, en waterrijck, 

Den Koning van’t Magtig Al heeft dien geplant, 

Geen Rover komt daar in, nog dier, 

Besloten in een muyr van enckel vier. 

Wat sal mijn Beminden//In sijn Lusthoff vinden, 

Dat Hem lief getal//Sijn Min vernoegen sal? 

Naar de Nederlandse Liederenbank  (fragment)

Vanaf de Herenbrug richting Parkstraat biedt het huizenblok (Maliesingel 19 – 23) een mooi gezicht. Het ontwerp is van architect A. Vink van 1875/76, geïnspireerd op de architectuur van de klassieke oudheid.  De Schoolstraat dankt de naam aan de gesloopte ambachtsschool.  Nu staan er de woningen aan het Joke Smitplein. 

De directeurswoning nr. 119, horend bij de school is voor de sloop gespaard. een ontwerp van P.J. Houtzagers (zie VERTEL 29).  Zijn voorkeur voor gevarieerd baksteengebruik is onmiskenbaar.  In het vaantje op de top staat het bouwjaar van het huis. 

 

 

 

 

 

 

Laat uw reactie achter

Reactie

1 reactie

  • Jan Hoogendoorn schreef:

    Wordt er over 300 jaar, over de Neudeflat eenzelfde verhaal geschreven?
    Jammer dat het statig huis gesloopt is.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *