Het Janskerkhof
De kerk is niet
uit één stuk
de stenen tonen
wisselende tijden
zij zijn geen maatstaf
van de eeuwigheid
Rondom lindebomen
een groen gebed
zij behoeden Bacchus
voor een kwade roes
en huiven zaterdags
de bloemen
vanuit het Pakhuis
bij het raam las ik
een boek dat uitgaat
boven kleine woorden
Fragment uit een gedicht van Frank Chapel uit ‘De Stenen Mijter’
Utrecht telt van oudsher 5 kapittelkerken: de Dom, Pieter, Jans, Maria en de Salvator, alle bestemd voor de geestelijkheid. De laatste twee zijn gesloopt.
In de periode dat Bernold bisschop (1027 – 1054) van Utrecht was, werden de Pieter- Jans- en de abdijkerk van de Paulusabdij tot stand gebracht, in de romaanse stijl. Monumentale kerken/gebouwen ontkomen in de loop van de tijd niet aan verandering, bijvoorbeeld door herstel na brand of storm. Of zoals bij de Janskerk, door keuze voor de latere gotiek, een nieuwe stijl.
Het exterieur van ’de Jans’ toont nu zowel romaans, gotiek als barok. In de aanvang werd het romaanse ‘schip’ aan het westfront gesierd door 2 torens. Bij opgravingen is tussen de torens een westelijke absis (koor) ontdekt, uitzonderlijk in Nederland. Voor de hoofdingang zijn de contouren van de verdwenen torens en absis in de bestrating aangebracht.
Door nieuwe ontwikkeling in bouwen, de versterking van draagkracht, werd het mogelijk om hoger te bouwen, te zien aan het gotische ‘oostkoor’. Daar bleef het bij. De kerk heeft zoals vele kerken in Utrecht te lijden gehad van de orkaan die in 1674. Het getroffen westfront werd in 1682 geheel veranderd: Onder leiding van bouwmeester Gijsbert Thönisz van Vianen kwam de huidige barokgevel tot stand. Na de reformatie werd de Janskerk aan de protestanten toegewezen. In deze religie heeft het koor geen speciale functie.
In 1584 wordt in dit gotische ‘oostkoor’ de stedelijke bibliotheek, later universiteitsbibliotheek, ingericht. Aan het uiteinde van dit koor, de buitenkant, is nog de aangebouwde kamer van de bibliothecaris te zien. De eerste bibliothecaris was Cornelis Booth (1605 – 1687). De handschriften, oude drukken en boekenbezit van kerken en kloosters moesten na de reformatie ingeleverd worden. Vele daarvan vertegenwoordigen een onschatbare waarde, zoals die van de van het verdwenen Nieuwlichtklooster of Karthuizerklooster (laan van Chartreuse) Utrecht. De monniken versierden hun handschriften met prachtige miniaturen.In 1821 verhuisde de bibliotheek naar de Wittevrouwenstraat.
Janskerkhof is nu parkeerplaats, In de zeventiende eeuw was het een parkachtig plein waar de burgerij graag wandelde. Jonkheer Jacob van Eyck (1590 – 1657) de blinde componist, beiaardier van de Domtoren, speelde daar graag ter vermaak op de blokfluit.
Als je zaterdag over de bloemenmarkt drentelt, kan het gebeuren dat de klanken van zijn composities, tijdens het carillonconcert vanaf de Domtoren, speels over je heen ‘dwarrelen’.
Jonkheer Van Eyck is in het artikel wel heel erg oud geworden.
Bedankt voor de oplettendheid. Het is aangepast.