Het verleden van Utrecht

Vertel mij Utrecht: Catharina van Rennès – ‘Stedelied’

Het ‘ Stedelied’ van Utrecht werd in 1929 gecomponeerd door de Utrechtse zangpedagoge/componiste Catharina van Rennès op tekst van F. Van der Elst – Boonzajer. 

Utrecht met je mooie grachten,                             Eeuwen lang bergt g’in Uw veste 

Kathedraal en Kloostergang                                  Onze Universiteit;  

met je statig stoere toren                                        Jonger bouwwerk draagt het stempel 

Utrecht, U geldt onze zang!                                   Van verkeer en nijverheid. 

Stad van schoonheid uit verleden                           Dat voor U ons lied weerklinke, 

Door historie opgebouwd                                       Dat men ‘t hoore overal: 

Is het wonder. Dat een ieder                                   Onder ‘t wit met roode wapen 

Van ons oude Utrecht houdt?                                 Staan wij voor ons Utrecht pal! 

Dit lied werd op Koninginnedag (jaren vijftig) door schoolkinderen uit heel Utrecht op het Domplein ten gehore gebracht tijdens de aubade voor de koningin, in ontvangst genomen door de burgemeester. 

Catharina van Rennès (1858 – 1940) werd geboren op de Mariaplaats. Zij studeerde aan de Muziekschool van Toonkunst opgericht door Richard Hol.  Als zangeres trad ze op in binnen- en buitenland. Zij vond dat haar stem niet goed genoeg was voor het concertpodium. Aan de door haar gestichte muziekschool gaf zij les met gebruik van de door haar zelf ontwikkelde didactische methode. Tot haar leerlingen behoorden o.a. Prinses Juliana  en Jo Vincent. De kinderliedjes die ze componeerde, waren niet ‘braaf’ maar vrolijk. Veel succes had het door haar vertaalde versje van de Engelse Kate Greenaway: ’drie kleine kleuterkes die zaten op een hek’. 

In 1898 dirigeerde ze voor de kroningsfeesten van Wilhelmina een koor van 1800 kinderen en 2 militaire muziekkorpsen. Catharina van Rennès viel op door haar vrijmoedige bedrag. Ze droeg reformkleding, ‘vrije en gezonde kleding’ die in die tijd gepropageerd werd door de ‘Vereniging voor verbetering van vrouwenkleding’. In de mode van toen ‘snoerden’ vrouwen zich letterlijk in met als gevolg dat ze soms ‘flauw’ vielen. 

Op de foto uit 1929 zit Catharina van Rennès achter de vleugel – in de hal van het stadhuis – met haar zangkoor Bel Canto dat het ‘Stedelied’ ten gehore brengt. Dit was haar laatste optreden.  

Op de gevel van haar woonhuis, Brigittenstraat 1, is in 1941 een bronzen plaquette ter nagedachtenis aangebracht, gemaakt door de Utrechtse beeldhouwster Bella van Beeck Calkoen. 

Richard Hol was oprichter en directeur van de Muziekschool van Toonkunst en organist van de Domkerk. Hij was een groot bewonderaar van de componist Johannes Brahms, die hij naar Utrecht haalde om zijn eigen composities te dirigeren. Ook Robert en Clara Schuman, Anton Rubinstein en Frans Listz kwamen graag in Utrecht op bezoek. Tot 1766 diende het koor van de gesloopte Mariakerk als concertzaal 

In 1845 werd op de plek van het gesloopte koor ‘Kunsten en Wetenschappen’ aan de Mariaplaats gebouwd. Eveneens was het Schilder en Teekenkundig genootschap gehuisvest in K en W. In die tijd was hier het cultureel centrum van de stedelijk elite. 

Laat uw reactie achter

Reactie

1 reactie

  • anton schreef:

    catharina van rennes is onze oud tante het streepje op de e is niet officieel door een fout in de stamboom heet ze zelf officieel van Renesse zij is van addelijke afkomst zowel van de oude en nieuwe adel

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *