Top 20000

Popliefhebber Gert Jan Bilderbeek: ‘Vragen naar mijn Top 5 is bijna misdadig’

  • Door Redactie
  • |
  • 27 december 2018
  • |
  • 3 reacties

Mij is gevraagd iets te zeggen over a) mijn relatie tot muziek b) de Top 2000 c) mijn persoonlijke top 5. Aan dat verzoek voldoe ik graag met gepaste tegenzin. Wat moet je immers met een lijst en wat zegt die lijst over de vraag wat nu goede muziek is en wat minder goede en waarom precies. Iemand vragen een top 5 samen te stellen is bijna misdadig omdat je gedwongen wordt een keuze te maken uit een boom zo volbehangen met allerlei schoons.

Van de vraag wat je relatie tot muziek is, word je ‘s nachts zwetend wakker. Je loopt al dagenlang in een donker bos, maar kan de uitgang niet vinden. Ik ben in ieder geval een liefhebber, als zogenaamde oudere witte man vooral van de muziek uit mijn jeugd, de jaren ’60 en ’70. De muziek kwam toen tot mij via krakende radiootjes, scharrige pick-ups, zwart wit TV (Top Pop met Ad Visser) mond tot mond reclame en zo veel mogelijk concerten (Brainbox, Golden Earring, Cuby, Earth and Fire, Focus). De tijd van de echte bietmuziek. Daar liggen dus mijn roots. Het internet met de bijbehorende blikverruiming zou pas 25 jaar later opduiken. Ik heb in ieder geval heel veel voorbij horen komen en mag graag een mopje muziek horen, maar heb zeker niet de hele dag de radio aan.

Een echte kenner ben ik niet. Ik weet dus niet meteen dat de zanger die in de zesde track de stem van Paul Simon overdubde op diens nooit uitgebrachte singeltje ‘My ass Zimbabwe’ natuurlijk iets gehad moet hebben met de oppas van Carly Simon. Erg is dat niet. Verbeelding is immers belangrijker dan kennis (niet afkomstig van een tegeltje, maar van Einstein). Wat ik in ieder geval weet is dat muziek er al heel lang was voordat ik was geboren en er ook heel lang zal zijn nadat ik ben heengegaan. Muziek trekt zich niets van mij aan. De relatie is dus nogal eenzijdig. Muziek is er en hoeft alleen nog vanuit de oersoep aan de luisteraar te worden gematerialiseerd. Dat proces noemen wij kunst. De schrijver Harry Mulisch antwoordde op de vraag of hij schrijven hoger aansloeg dan muziek produceren, dat muziek natuurlijk – en hij nam nog eens een flinke trek van zijn pijp – een tree hoger stond. Met muziek kan immers in zeer korte tijd een diepgevoelde emotie bij de luisteraar worden opgeroepen. Met schrijven had je daar in het beste geval een heel boek voor nodig. Hij wist het dus wel.

Het gaat bij muziek dus om verbeelding en emotie. Die is per definitie subjectief. Een Top 2000 maakt duidelijk dat er behoorlijk veel overeenstemming bestaat over de subjectieve vraag wat mooie muziek is en dat hele hordes mensen graag op dezelfde muziek meedeinen. Daarmee is echter nog niet duidelijk wat nu mooie muziek is en waarom het ene nummer nu beter zou zijn dan het andere. Een Top 2000 is niet het geschikte instrument om dat soort vragen te beantwoorden. Een lijst maakt geen onderscheid, maar is alleen het resultaat van een optelsom. Net als met intelligentie. Dat is de uitkomst van een intelligentietest, maar zegt weinig over de vraag hoe goed of slecht iemand nu in de praktijk functioneert. Hitler schijnt ook erg intelligent te zijn geweest (en hij was vegetariër en hield veel van honden). Ik bedoel maar. Quincy Jones trachtte goede van slechte muziek als volgt te onderscheiden: “Slechte muziek is de muziek die onze kinderen graag horen en goede muziek is de muziek die wij als kind graag hoorden.” Een mooie paradox die niet helemaal opgaat omdat veel van onze kinderen (en zeker ook de mijne) de muziek uit mijn jeugd beter vinden dan de muziek die heden ten dage tot ons komt. Ik kom op dat gegeven nog terug. Als iemand het over betere muziek heeft, bedoelt hij dat hij die muziek liever hoort dan andere. Laten wij het in dit kader daar maar even op houden.

De onvolprezen hoofdredacteur van de Nuk, Michael Kroonbergs, schreef eens dat hij gek is op lijstjes als hij ze maar niet zelf hoeft in te vullen. Daar zit veel waars in. Je bent toch nieuwsgierig naar waar anderen nu mee komen, ook al bestaat er soms flinke kritiek op zo’n lijst. De Top 2000 zou ‘net zo trendgevoelig zijn als een kalkoen op een Kerstmenu’ (Volkskrant) of ‘worden gedomineerd door oude witte rockende mannen’ (idem). Voor de lijst zelf klopt dat laatste zeker. Jongeren, vrouwen en minder witte personen zijn in de lijst ondervertegenwoordigd. De lijst wordt echter voor een niet onbelangrijk deel ingevuld door jongeren omdat zij nu eenmaal veel naar de radio luisteren en de lijst wordt samengesteld door de stemmen van radioluisteraars. Die zijn van allerlei kleur, komaf en leeftijd. Een zeer aanzienlijk deel van de Top 2000 wordt gevormd door nummers uit de periode 1960-1990 en de conclusie moet dus zijn dat die muziek – met al zijn beperkingen – beter wordt gevonden – dus ook door jongeren – dan de muziek uit de periode daarna. Daar kan je geen kritiek op hebben, omdat het feiten zijn. Als je kritiek blijft houden, leg dan eens helder uit waarom de lijst niet klopt en waarom jouw nummers nu juist beter zijn dan die van de anderen. Dat gebeurt niet. Theodor Holman schreef daarom onlangs (in het Parool) dat hij weinig met lijsten heeft. Je bent het alleen met een lijst eens als je eigen nummer 1 bovenaan staat. Anders klopt er helemaal niets van.

De lijst verjongt overigens wel in enige mate en er vinden er zeker wel aanpassingen plaats. Is het niet met Nederlandse hip hop, dan is het wel met nummers van recent overleden artiesten. Die worden dan heel veel gedraaid en blijken ineens heel populair te zijn (dit jaar bijvoorbeeld Charles Aznavour, Aretha Franklin en dj Avicii en bijv. in 2016 Bowie). De release van de film ‘Bohemian Rapsody’ heeft er in 2018 toe geleid dat er maar liefst 8 nieuwe nummers van Queen in de lijst zijn opgedoken terwijl Queen al een grootleverancier was (totaal 27 nummers dit jaar). Het veel horen van bepaalde nummers beïnvloedt de emotie van de luisteraar dus en daarmee ook het oordeel over wat goede muziek is. Er is dus wel sprake van enige evolutie en het blijft interessant om de ontwikkelingen jaarlijks te volgen. Er valt natuurlijk ook van alles uit de lijst te destilleren zoals het feit dat 32 van de 2000 nummers afkomstig zijn van artiesten die met enige goede wil omschreven kunnen worden als Utrechters (Kensington met maar liefst 10 nummers). De ‘aantrekkelijk en dynamische cultuursector’, aldus het recente rapport van de visitatiecommissie beoordeling cultuursector, is dus blijkbaar een uitstekende voedingsbodem voor het aanwezige Utrechts talent.

Tja, en dan nu mijn persoonlijke Top 5. Ik moet u teleurstellen, die heb ik niet. Althans, het is zeer druk in mijn top 5. Die zit overvol en is gevuld met:
– Singer- songwriters als Billy Joel, James Taylor, Carol King, George Michael, Gino Vanelli, Roy Orbison, Tim Buckley, Joe Jackson
– Rockbands als AC/DC, Led Zeppelin, Queen, Free, Thin Lizzy, White Snake
– Engelse bands als de Beatles, de Stones, Kinks, ELO, Who, Cream
– Spychedelische pop van Pink Floyd, Soft Machine
– Nederlands trots zoals Brainbox, Cuby and the Blizzards, Golden Earring(s), Ad vandenBerg
– Fantastische zangers zoals Paul Rodgers, Marvin Gaye
– Multitalenten als David Bowie, Todd Rungren, en Crosby, Stillls and Nash, de Doors , Jimmy Hendrix , Talking Heads etc. etc.

Hoe kan je nu met goed fatsoen hier slechts 5 “beste” nummers uit kiezen. Ik vind dat heel moeilijk. Vandaag kies ik dit en morgen met evenveel overtuiging dat. Het hangt van je stemming af, van je muzikale thermometer. Al helemaal onmogelijk is het om het allerbeste nummer te kiezen dat ooit is gemaakt, de nummero uno. Is dat Bohemian Rapsody van Queen, de nummer 1 sinds jaar en dag van de vox populi? Wat mij betreft niet. Het is mij niet duidelijk wat de goegemeente nu precies in dit nummer ziet. Het is niet eens een nummer, maar bestaat uit 6 delen met diverse stijlen, zoals (hard) rock, pop, een gitaarsolo en opera en dat alles zonder refrein. Zangstemmen zijn wel 180 maal overgedubd en het nummer duurt ook nog eens ruim 6 minuten. Blijkbaar vindt iedereen dit alles enorm interessant – het lijkt wel een beetje op klassieke muziek zeg – en is men enorm onder de indruk van dit toch wat bombastische geweld. Bohemian Potpourri zou een passender titel zijn. Het maakt niet uit wat ik er van zeg, het nummer blijft niet van de toppositie af te branden. Maar goed, in een lijst heeft het volk altijd gelijk.

Vooruit, omdat u zo aandringt een poging voor een top. De muzikale thermometer staat vandaag op melodisch melancholisch. Morgen kan dat ruige rock zijn en overmorgen stampende soul. Dan ziet de top 5 er heel anders uit. Voor nu:

5. Marvin Gaye – What’s going on, 1971

Van het gelijknamige concept-album. Zeer muzikaal, vol soul en fantastisch gezongen. Rechtstreeks van God en het beste in zijn soort. De man werd één dag voor zijn 45e verjaardag nota bene doodgeschoten door zijn vader, die jaloers was op het enorme talent van zijn zoon. Ook zonder hulp van lijstduwer Matthijs van Nieuwkerk op nummer 5.

4.Jimmy Hendrix, All along the watchtower, 1968

Bob Dylan’s “ingehouden prelude” door het ultieme gitaarbeest Hendrix “omgetoverd tot een elektrische orkaan” (Rolling Stone). Hendrix als nooit geëvenaarde psychedelische rocker en gitarist. Een duizenden jaren oude muzikale geest in het lichaam dat slechts 27 jaar zou worden.

3. The Beach Boys, God only knows ,1966

Bepaald geen surf-nummertje. De geniale gek Brian Wilson was zijn generatiegenoten ver vooruit. Zijn doel: betere nummers dan de Beatles te schrijven en dat is hem hier bijna gelukt ook. Volgens Paul McCartney het mooiste nummer ooit geschreven. Volgens klassieke kenners een verwijzing naar Wagner, volgens Wilson zelf – een grootverbruiker van onder meer LSD – een visioen. Voor die tijd ongekend qua melodielijn, instrumentatie en dergelijke.

2. Cream, Badge, 1969

De ultieme bluesgitarist Eric Clapton mag in deze lijst niet ontbreken. In al zijn bands en samenwerkingsverbanden de absolute top. Hier in de eerste echte superband Cream. Met Jack Bruce op bas en de beroepsquerulant Ginger Baker op drums (wel heel goede drummer).Dit nummer – niet in de Top2000- een ingetogen pareltje, waarin nog geen 3 minuten alles muzikaal wordt gezegd. Samen geschreven met George Harrison, van wie de schitterende gitaarsolo afkomstig is. Zij deelden als buren veel, waaronder de vrouw van Harrison die later met Clapton zou trouwen, Pattie Boyd. Voor Harrison, die op spirituele zoektocht was, geen probleem voor de verdere samenwerking. Badge kan ook vervangen worden door Crossroads of White Room.

1. De Beatles, While my guitar gently weeps, 1968

Het beste nummer van George Harrison, als Beatle ten onrechte enigszins ondergewaardeerd en wat onderbelicht gebleven tegenover het geweld van Lennon en McCartney. Uit zijn spirituele periode. De onvergetelijke gitaarsolo is ditmaal afkomstig van Eric Clapton (zie boven).Het nummer is ook heel goed gecoverd. Luister vooral eens naar de versie van Tom Petty, Steve Winwood, Jeff Lynne e.a. tijdens de Harrison tribute voor de Rock and Roll Hall of Fame (2004), die wordt afgesloten met een briljante gitaarsolo van Prince.

Is dit het beste nummer ooit geschreven? Nee, dat niet. Maar vandaag wel. Het is ook niet het beste Beatles-nummer. For no one van Paul McCartney of Working class hero van John Lennon kunnen hier ook staan, evenals een groot aantal (andere) nummers van de Beatles albums Revolver, The white album en Rubber Soul. Maar vandaag dit nummer “keihard” op 1.
Op naar de volgende Top.

Gert Jan Bilderbeek (1953)
Binnenstadbewoner en popliefhebber. Geeft gevraagd en ongevraagd commentaar op lopende zaken.

Auteur Redactie
Auteur

Redactie

Laat uw reactie achter

Reactie

3 reacties

  • Susan schreef:

    Blijf dat commentaar geven! Gert-Jan.

  • Maarten Brokmann schreef:

    Met veel plezier gelezen Gert Jan!

  • Menno van der Vliet schreef:

    Prachtig Gert Jan, en geestig. Je weet, ik als semi muzikant, ken je smaak en je “kennis” en acht die, maar dat je het zo kan verwoorden, chapeau, (in goed duits).

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *