Wie zijn toch die mensen die Utrecht tot de leukste stad van Nederland maken? En wat hebben ze nodig om dat nog langer te kunnen doen? Herbert Boland, een van de initiatiefnemers van Daalsepark, hoopt op een dwarsdenker in het Stadskantoor. Of op voortschrijdend inzicht van het stadsbestuur.
“Tot onze schrik zijn we al vijf jaar bezig met ons bewonersinitiatief”, lacht Herbert Boland. Hij en zijn buren aan de kop van de Amsterdamsestraatweg zagen kansen voor het braakliggende stuk grond naast hun huizen. “We dachten: als we nú al pleiten voor groen op deze plek, lukt het ons misschien dit echt voor elkaar te krijgen. Parkeerplaatsen weg, minder asfalt, behoud van de monumentale iepen, misschien een klein paviljoentje en je hebt levendig groen in het kille, grijze Stationsgebied. Dus riepen we het concept Daalsepark in het leven, als een schot voor de boeg. Als je het een park noemt, je de plek een naam geeft, krijgt het immers betekenis.”
Asterix’ dorp
De Daalsebuurt is volgens Herbert een klein, onopvallend ‘hoekje van de stad’, een handvol straten vanaf de 1e Daalsedijk tot aan Het Huis Utrecht. “Hoeveel gewicht leggen wij nu in de schaal? We voelen ons soms Calimero, of beter gezegd, als het dorpje van Asterix dat weerstand biedt tegen de Romeinen.”
Waarom is er woningbouw gepland op dit rafelrandje? Herbert legt uit dat deze ‘middenberm van een mislukte kruising’ bij het Stationsgebied is gaan behoren doordat de gemeente de wegen rondom als buitengrenzen aanmerkte, zoals de Croeselaan, Graadt van Roggenweg en de oude Catharijnebaan. Daarmee kwam het stukje grond in beeld voor woningen en dus grondopbrengsten. Herbert: “Berekend is dat hier ruim een miljoen euro op kan worden verdiend en dat wordt aan de begroting van het Stationsgebied toegevoegd. Daar heeft de gemeenteraad destijds mee ingestemd. En daarmee is het belang van de buurt irrelevant gemaakt.”
Schaapjes
Door ludieke acties, zoals het omtoveren van parkeerblokkades tot een kudde schapen en het plaatsen van bankjes, wisten Herbert en zijn buren van het Daalsepark een begrip te maken. Bij het maken van hun plannen zijn ze ondersteund door diverse onderdelen van de gemeente. “We zijn vol begrip ontvangen door alle ambtenaren die we ontmoetten. Met steun van het Wijkbureau Noordwest organiseerden we workshops, nodigden we ontwerpers uit, schreven we een visiestuk en voerden we gesprekken met ondernemers of anderen die iets in het Daalsepark zouden willen starten. Het inzaaien van bollen, bloemen en gras is financieel ondersteund. Kleine ruimtelijke ingrepen kunnen. Wil je het over iets groters hebben, dan houdt het op, want de grond is nu eenmaal voor een ander doel bestemd.”
Lege handen
Of Herbert en zijn buren inmiddels als partners in het gebied worden gezien? “Nee, we zijn maar bewoners en hebben geen grond. We worden eerder als klankbordgroep gezien. Ondanks dat we wel altijd onze boodschap over mochten brengen en met respect zijn behandeld, staan we nog met lege handen.”
Toch wist de politiek het voor elkaar te krijgen dat Daalsepark ‘een plek kreeg in de studies van het gebied’. “Daardoor mochten we onderzoeksvragen toevoegen aan de startnotitie”, vertelt Herbert. Ook ligt er nu een voorstel vanuit de gemeente voor woningen met een groene binnentuin. “We zijn niet mordicus tegen bebouwing, maar dit is een laffe oplossing”, vindt Herbert. “Toegang en beheer van zo’n tuin zijn een gedoe. Het is geen echte openbare ruimte. En je helpt de sfeer en het karakter van deze plek om zeep, want de iepen zullen om moeten. Met dit plan verspeel je de goodwill van de buurt.”
Komende tijd buigt de gemeenteraad zich over twee voorstellen die nader moeten worden uitgewerkt, in overleg met de buurt. Daar zou in theorie nog een ander plan uit kunnen rollen, denkt Herbert. “Wij zien dan graag een plan waarin groen voorop staat en dat de opties bekijkt voor het bebouwen van vrijkomend asfalt bij de Daalsetunnel, als de verkeerssituatie de komende jaren drastisch verandert. De voorkeursvariant van de gemeente zien wij niet als basis daarvoor.”
Voor Herbert en zijn buren is het nu afwachten. “De stilte voor de storm. Wachten kost behoorlijk wat energie, dat zorgt ervoor dat heel wat bewonersinitiatieven leegbloeden. Hoewel sommigen van ons ongeduldig zijn, hebben we nog voldoende geestelijke mankracht in onze club. De harde kern is er nog niet klaar mee! Daarbij denk ik dat de tijd ons kan helpen. Inmiddels is het tot het stadsbestuur doorgedrongen dat groen binnen het stationsgebied van waarde is, vanwege leefbaarheid maar ook omdat je stad toegerust moet zijn op een veranderend klimaat. Wij hebben de tijdgeest mee. We moeten dus vooral tijd kopen.”
Dwarsdenker
Herbert wil daarom andere bewonersinitiatieven in de stad de tactiek van het vertragen adviseren: ga mee in de traagheid van de ambtelijke en politieke processen. “Maak je niet boos, maar ga mee in dat tempo. Zorg er vervolgens voor dat je altijd iets eerder komt met argumenten, voor het stadsbestuur daarmee komt. Laat je nooit overvallen.”
De initiatiefnemers van Daalsepark zien graag zoveel mogelijk medestanders verschijnen tijdens de RaadsInformatieBijeenkomst (RIB) in het stadhuis deze donderdag, 21 maart. “Dat helpt enorm, als de stad laat zien dat ze deze groene plek belangrijk vindt”, aldus Herbert. En dan? “We hebben nog een ding nodig: een dwarsdenker met autoriteit hoog in de toren van het Stadskantoor. Iemand die breder kijkt en zegt: kijk, op een andere plek hebben we een meevaller, laten we dat geld naar het Stationsgebied overhevelen, zodat het Daalsepark groen kan blijven.”
Alleen een aldaar geschoten fotootje van de schele kiekendief, een broedend bruin witkopje of de aanzet van een dassenburcht zijn mogelijkheden om het vastgoed tegen te houden. Anders dan toch de Partij voor de Dieren morgen.