Minimaal drie keer per dag lopen ze met elkaar door de straat, vaak richting het park. De hond en het baasje. Ze lijken onlosmakelijk met elkaar verbonden. Wat betekenen ze voor elkaar? In de rubriek “Mijn hond en ik” zoeken we het antwoord.
Onze briard Crosby en Max schelen drie maanden. Elke ochtend loop ik met de hond naar het park en sinds Max kon kruipen was het een vast ritueel: even Max begroeten door het raam. Max leerde lopen en het ritueel bleef in stand, maar nu bonsde hij op de ruit als begroeting. Toen Max een jaar of zes was, wachtte hij ons af en toe op om mee te lopen op ons uitlaat-rondje. Max kletste volop, hij zou ook binnenkort een hond krijgen en daar kon hij zich al zo op verheugen. Op weg naar huis mocht hij dan een “uitgedolde” Crosby vasthouden en hij vertelde aan iedereen die langsliep: ”Dit is Crosby en die laat ik nu uit”. Een vriendschap ontstaan, gescheiden door een ruit.
Max en zijn moeder ontvangen mij hartelijk, Max heeft een aardbeientaartje uitgezocht voor bij de koffie. Hij laat mij zien wat hij de kleine foxterriër Fritzi al heeft geleerd: af, zit, blijf en poot. Hij heeft een klein bakje waaruit hij steeds een beloning haalt voor het hondje. Hij doet dit als een volleerde hondentrainer. Moeder Kathrin, groeide zelf op met ruwharige foxterriërs. “Ze hadden altijd dezelfde naam: Teddy. De laatste Teddy is verdwenen toen mensen op het huis van mijn ouders pasten en op de dag voor hun thuiskomst was hij ineens weg. Nu hebben ze geen hond meer maar mijn ouders zijn nog altijd opa en oma Teddy voor Max. Voordat ik naar school ging liet ik altijd de hond uit en dat doet Max nu precies hetzelfde.”
“Een alternatief was Sjaak onze kater, maar dat was nog altijd geen hond”
“Het was altijd een grote wens van Max om een hond te hebben, maar hij was nog te klein om voor het dier te kunnen zorgen en wij waren vaak weg van huis en werkten veel. Een alternatief was Sjaak onze kater, maar dat was nog altijd geen hond. Max en honden het is altijd iets speciaals geweest. Ik herinner mij dat we ergens iets zaten te drinken en Max, die nog kroop, was toen we even niet keken een gigantische Deense Dog op nog geen meter genaderd. De kop was net zo groot als Max, mijn hart stond even stil van de schrik. Maar de bazin van de Dog lette op en er is niets gebeurd. Maar nog steeds is Max van geen enkele hond bang en stapt er onbevangen op af. “Maar ik schrik wel als ze ineens gaan blaffen”, vult hij zijn moeder aan.
Eindelijk een hond
“Toen Max zes werd was er geen houden meer aan, we hadden het lang genoeg tegengehouden om een hond te nemen, een hond zat zo diep in zijn hart. Toen begon voor ons de zoektocht naar een hond die bij ons gezin zou passen. We hebben eindeloos gegoogeld, foto’s van honden bekeken en hun karaktereigenschappen bestudeerd. Max: ”We wilden een Border Collie, we vonden dat leuke, vrolijke honden die ik veel zou kunnen leren”. Maar de fokster die ze benaderden vertelde dat je in het eerste jaar een Border Collie veel kunt leren. Maar dat ze ook hun momenten van rust moeten hebben omdat het ze anders te veel zou worden. “Dat kun je aan een kind van zes jaar moeilijk uitleggen”, zegt Kathrin, “dus viel een Border Collie af.”
”Ik wilde een hond en geen “bolletje wol”
Vader Bas is inmiddels ook aangeschoven en hij vertelt dat Max en hij toen eigenlijk voor een Labradoodle kozen, maar daar stak Kathrin een stokje voor. ”Ik wilde een hond en geen “bolletje wol”. Niet lang daarna wandelde Katherin met haar vader en natuurlijk hadden ze het over de aanschaf van een hond voor Max. Hij zei waarom geen kortharige Fox, die zijn speelser, echte familiehonden en niet zo fel als het ruwharige soort. Het was ook mijn eerste hond toen ik vijftien was, maar wel een echte jachthond we hebben samen op een middag vijftig ratten gevangen. “Ik was om”, vertelt Katherin, maar nu Bas en Max nog. Bas sputterde nog even tegen. Een hond maar dan wel een ander huis met een tuin. Maar voor Max was de combinatie de eerste hond van zijn opa en überhaupt een hond genoeg. ”Maar toen kwam “Corona”, we zaten we heel veel thuis, we werkten thuis en Max kon niet naar school, dit was het moment voor een pup”, lacht Bas.
Op zoek naar een kortharige Fox
“We vonden een fokker in Duitsland en we moesten een beschrijving geven van ons gezin, onze woonsituatie en wat dies meer zij. We kwamen door de “ballotage’ en werden op de wachtlijst geplaatst. Er kwam een nest en we mochten kijken. Max vertelt: ”Alle hondjes waren aan het spelen, ze waren allemaal zo leuk, maar er was één hondje dat steeds naar mij toe kwam en bij ons bleef terwijl de andere pups doorgingen met spelen. Ik mocht hem oppakken en ik vond haar meteen zo leuk. Ze heeft een grote zwarte vlek op haar flank in de vorm van een hart.” De fokster deed de karaktertesten toen de hondjes zeven weken waren en het bleek dat het hondje dat Max had uitgekozen en omgekeerd, een geweldige familiehond zou zijn, die goed bij hen paste. De hondjes uit dit nest moesten een naam hebben die met Fr begon. “De fokster vroeg of we al een naam hadden bedacht. Zij had Frantzi, maar wij hadden Fritzi bedacht, een Duitse naam voor een meisje, dat klopte precies met de letters. Toen zij acht weken was mochten we haar in de avond ophalen”, vertelt Bas, “Max was te moe om haar de eerste keer uit te laten, maar ik vond dat ik met een grote muis op straat liep”.
Hoe is het nu met Fritzi?
“Het is echt Max zijn hond, wanneer we bij het schoolplein op Max staan te wachten weet Fritzi precies uit welke deur Max komt en is zij niet meer te houden. Fritzi is een hond die altijd wil spelen. Zij kijkt als we de gracht op lopen of het park in gaan naar links en naar rechts of er misschien een hond is om mee te spelen. Max mag ook de puppycursus doen, bij wijze van hoge uitzondering. Aan de trainster Will Luikinga hebben we uitgelegd dat Max echt het baasje is van Fritzi, niet haar speelkameraadje maar echt haar baasje. Na overleg met de groep waarmee Max en Fritzi trainen, keurde Will dat goed. Gewoonlijk mogen kinderen onder de tien jaar de cursus niet doen. Will is duidelijk, heel direct en consequent en dat leert zij Max ook. ”Ik ben ook heel serieus de laatste tijd. Will vertelt mij precies wat ik moet doen en dat doe ik ook”, zegt Max. Fritzi vindt alles leuk, in de auto, op de boot, in een restaurant en zelfs in het vliegtuig naar Griekenland. Ze vindt alles goed als ze maar bij ons kan zijn”.
Lijkt Frtizi op jullie of lijken jullie op Fritzi?
“Fritzi is heel beweeglijk en wij zijn ook een heel beweeglijk gezin. Zij houdt van spelen en van onderweg zijn en wij zijn ook graag onderweg. Ze is lief en pittig en dat zijn wij ook allemaal op onze eigen manier”, voegt Bas toe.
Zo’n jongen geef je toch een hond! Wat een lieverd