Hoog Catharijne is een halve eeuw oud en heeft in die 50 jaar forse metamorfoses ondergaan: van verguisd stadsvernieuwingsmonstrum tot sterk gerenoveerde magneet voor miljoenen mensen. De officiële opening werd verricht door toen nog prinses Beatrix, 24 september 1973. In Utrecht was de kritiek nog niet verstomd over al het moois dat was neergehaald om plaats te maken voor massaal beton.
Als beginnend student Nederlands vol journalistieke ambities werd ik frequent wandelaar door Hoog Catharijne, van en naar perron 11. Ik kwam uit Veenendaal, had het oude stationsgebouw nog gezien, maar niet de verdwenen grandeur van herenhuizen, hotels, cafés, de Utrecht. Het nieuwe koopcentrum zag er strak uit met glimmende vloeren. Ik werd een gretige bezoeker van de Bruna, scoorde er wel eens een patatje en ging er een enkele keer naar de film. Het ware stedelijke genot speelde zich af op en rond de Oudegracht.
Aan het einde van de jaren zeventig was de tijdgeest nog linksig. Het was te zien aan de muurkranten in de stad. Hoog Catharijne was het kapitalistiese gedrocht van projectontwikkelaar Bredero. Voor het kortstondige stadsradioproject Kanaal 42 maakte ik er in 1982 een twee uur durende reportage over met Hennie de Jong. Een van de ontdekkingen was het Stiltecentrum, een kerkelijke ruimte waarin de bezoeker even adem kon halen, los van de stroom van de kolkende koopwoede.
Vroeg in de jaren ’90, ik werkte inmiddels bij de Hilversumse radio, reed ik voor verkiezingsreportages door Amerika. Het kwam voor dat ik een shopping mall meende in Hoog Catharijne te zijn verdwaald. De werkelijkheid was andersom: Hoog Catharijne was afgekeken van Amerikaanse winkelcentra en met dat voorbeeld over het oude centrum van Utrecht heen gebouwd bij wijze van destijds in Nederland ongekende powernieuwbouw.
De plannen hadden decennia van rijping doorgemaakt. De City naar Amerikaans model was al de vooroorlogse droom geweest van menige laaglandse burgemeester en wethouder. In Rotterdam waren ze al een eind gekomen met de modernisering van het door Duitse bommenwerpers gesaneerde centrum aan de Maas. Wat in Utrecht verwezenlijkt werd was voor het eerst heel Amerikaans, zonder de inzet van B-52’s.
In de zomer van 2019 zag ik een bijzonder Amerikaans futuristisch filmpje van voor 1940. Het ging over een gelaagd complex met parkeergarages, winkeletages en een snelweg er onderdoor. Het was onderdeel van de expositie Dromen in Beton van het Centraal Museum, over die twee bijzondere utopische projecten die het aanzien van Utrecht grondig hadden veranderd: Kanaleneiland en Hoog Catharijne. Het waren even grote bewijzen van ongebreidelde ambities. Alleen die snelweg door de stad is een droom gebleven, gelukkig maar. De stad is al schizofreen genoeg door de tweedeling der spoorlijnen.
Met stadshistoricus en conservator René de Kam liep ik in 2019 vanaf het Moreelsepark eerst door het oude Hoog Catharijne om daarna aan te komen in het sterk vernieuwde deel. Tijdens de opname werden we staande gehouden door een bewaker die streng vroeg of we hier wel toestemming voor hadden. De modernisering was indrukwekkend, maar het in audio vastleggen en bespreken ervan was aan regels gebonden. Hier was de Nieuwe Tijd aangebroken. Geen ongereguleerd pottenkijken in het kooppaleis. De opname met bewaker kwam in de podcast bij de tentoonstelling terecht.
Het nieuwe Stadskantoor en het ook al sterk gerenoveerde station hadden voor mij de uitstraling van een mini-Manhattan. Ik keek erover uit met Jan van Zanen, dan nog Utrechts burgemeester op grote hoogte, met uitzicht op het golvende stationsdak. Hij grinnikte wat over het woord metropool. In plaats daarvan zei hij liefhebberig hoe Utrecht erin geslaagd was naast al die de nieuwbouw een goed deel van het middeleeuwse stadshart te hebben behouden.
‘Iederéén kent Hoog Catharijne, het heeft Utrecht op de kaart gezet.’ Het is een citaat uit de mond van veertiger Tina uit Grave, dorp bij Nijmegen. Het stond dinsdag in een stuk van Charlotte Huisman in de Volkskrant ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan. Tina was met haar zus afgereisd om cadeautjes te kopen. Bij stadsmarketing smullen ze natuurlijk van zo’n zin.
Het oordeel van landschapsarchitect Han Lörzing in Charlottes verhaal is ook treffend. Hij wil niet van een blunder spreken, maar noemt het ‘een slecht uitgevoerde, planologische meesterzet’. Hij kende de kritiek van vroeger, herinnerde zich ook de overlast van junkies (nu de zorg van het Lucas Bolwerk). Lörzing is vol lof over de verandering: ‘Hoog Catharijne heeft Utrecht goed gedaan.’
Nóg zijn er genoeg Utrechters die zorgelijk naar de voortschrijdende inbreiding kijken. Vooral aan de Jaarbeurskant, de gentrificatie aan de Croeselaan, het verdwijnen van het groen. Waar is Leefbaar, als je ze nodig hebt?
Ik ben nu bijna 50 jaar Utrechter, fiets regelmatig langs Hoog Catharijne. Ik weet: je hoeft er niet naar binnen. Een verademing.
Een succes? Absoluut voor vastgoedbedrijf Klepiere. Voor de Utrechters? Met grof geweld is de sloopkogel door de stationsbuurt gegaan waarmee achteloos ook het prachtige gebouw De Utrecht werd meegenomen. Met respect voor de omgeving had het anders gemoeten. Ik kom er nooit. Inderdaad, een verademing.
Ik heb het hosannaverhaal over Hoog Catharijne in de Volkskrant ook gelezen. Uiteraard zijn de mensen die daar winkelen enthousiast. Waarom zou je er anders rondlopen? Wat mij betreft had Utrecht best zonder dit winkelcentrum gekund. De stad is er zeker niet mooier op geworden.
Is schrijver dezes nu wel of niet enthousiast over HC? Het wordt me niet helemaal duidelijk.
Als oudere Utrechter kan ik me de grandeur van de stationsbuurt nog goed herinneren. De landschapsarchitect heeft het over een planologische meesterzet. Ik deel die mening niet. Uiteraard moest het station worden uitgebreid maar daarvoor was de sloop van de stationsbuurt niet nodig. Kijk naar Parijs waar je het Gare de Nord uitwandelt en direct in het oude Parijs bent
Door deze “planologische meersterzet” is er een nare verbinding ontstaan tussen het station en de binnenstad. De sloop van De Utrechter is uiteraard een historische blunder.
Na de kritiek nooit een succesverhaal geweest!
Ik kom er nooit. Wat een vreselijke plek.
Ik zie het anders. Tot de sloop woonde ik in de Westerstraat tegenover de remise van de bus. Utrecht was een ingeslapen stad van ambtenaren en militairen. De universiteit functioneerde zonder verbinding met de stad. Wat er aan industrie was, was weggesaneerd. Utrecht was een lelijk eendje. Niet alleen Hoog Catharijne, maar ook de nieuwe universiteit (de beste van Nederland)en de komst van vele migranten waren precies de veranderingen, die de stad tot de huidige mooie zwaan maakte, behorend tot de sterkste regio,s van Europa. En ja Jeroen , ook door jouw tour de france. Anecdote;Jeroen had mij een bandje gegeven voor de village, de plek voor de autoriteiten. Onderweg kom ik Jan van Zanen met een kleine man tegen. Jan legt uit: de ambassadeur. Ik hemel Jan in het frans helemaal op bij de ambassadeur. Jan straalt,maar dan spreek ik mijn zorg uit. Jan vraagt bezorgd, wat dan ,waarna ik meedeel dat iedereen mij vraagt: ou sont les putains? En voor alle zwartkijkers. Ga nog eens kijken erin en eronder. Best klasse.