Utrechtse gids

Vertel mij Utrecht: Willem Arntzhuis / Nicolaaskerkhof

Eigen beheer Margriet Hoogendoorn

De dichter Jan Praas (1921- 2011) liet zich net als Clare Lennart (de NUK 13/1-19) door deze plek inspireren en schreef onderstaand gedicht:

 

Nicolaaskerkhof’

‘t Afzijdig plein met herfstgekleurde bomen,
door kerk, museum, dolhuis ingedijkt,
is door laat namiddaglicht geijkt:
verzamelplaats voor dwazen, schilders, vromen.

Het Klaasje beidt z’n tijd. En in de zalen
van roem en rust verwijlt men eens des te meer
bij Jan van Scorel. Maar, als ied’re keer,
blijven mijn blikken bij het dolhuis dralen.

Daar danst achter het glas één van de gekken
en grijpt October. Och hem treft geen blaam.
Hij roept me iets toe. Misschien is het een naam

en speurt zijn brein gejaagd bekende trekken,
uit tijden toen ‘t geen herfst was voor zijn raam
en vrede lag in tedere gesprekken.

 

In 1926 werd er aan het Willem Arntszhuis een mortuarium toegevoegd. Overleden patiënten werden daar opgebaard en uitgedragen. Voor dit onopvallende gebouw, grenzend aan de W.A. stond dagelijks buurtbewoner Gijs. Van af dit dit punt was de omgeving goed te overzien, maar toch keek Gijs altijd recht voor zich uit richting’ Klaas’.

Alle seizoenen stond hij daar, bijna de hele dag, pet op en een half opgerookte, gedoofde sigaret in de mondhoek. Van Gijs werd in de buurt gezegd: ‘hij is niet als een ander’, maar doet geen vlieg kwaad’.

Wanneer er een bekende langskwam, begroette hij deze door aan zijn pet te tikken. Op een dag werd er niet zoals gewoonlijk door een van de patiënten beneden maar boven op de ramen van de W.A. gebonkt, vlak bij de plek waar Gijs stond. Daar boven stond een blote man, de grijze ‘overall’ tot op de knieën hangend, heftig schokkende bewegingen te maken. In een impuls liepen we, de kinderen die op ‘het Plein’ aan het spelen waren, daar ver van weg.

In het vervolg keken we eerst of deze man achter het raam stond als we daar wilden spelen. Wanneer hij er was, gebeurde steeds hetzelfde, dan liet hij razendsnel zijn kleding zakken en vlogen we weg, maar toch zagen we wat er gebeurde. Tegenwoordig is het mortuarium er niet meer. Daarboven is het leeg achter de ramen. Maar Gijs houdt nog altijd de wacht, onzichtbaar, aan de grond genageld.

Laat uw reactie achter

Reactie

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *