Het verleden van Utrecht

Vertel mij Utrecht: Sint Nicolaaskerk – Nicolaïkerk – ‘de Klaas’

In de twaalfde eeuw wordt de Sint Nicolaaskerk, de tweede parochiekerk na de Buurkerk, gebouwd in Romaanse stijl. Deze is in de loop van de jaren verhoogd en uitgebreid tot de huidige ‘hallenkerk’. Het van oorsprong Romaanse interieur is nog altijd zichtbaar.

Sint Nicolaas was de beschermheilige van o.a. de zeevaarders en handelaars. Bij de voormalige Tolsteegpoorten kwamen 4 waterwegen samen: Catharijnesingel (was Keulse Vaart), Vaartse Rijn, Kromme Rijn en Tolsteegsingel. De nabij gelegenTwijnstraat buurt was een belangrijk handelscentrum.

De beeldenstorm (1566) had tot gevolg dat de heiligenbeelden in ‘de Klaas ‘gebroken’ waren, muurschilderingen over gewit en glas-in-loodramen verwijderd. In 1579 wijst de overheid de kerk aan de Hervormden toe, evenals de andere geteisterde kerken, kloosters en kapellen. Het vernielde kerkinterieur werd verder aangepast tot de gewenste soberheid van de Calvinisten.

Een aantal kerken, kloosters en kapellen werd op den duur afgebroken of voor andere doeleinden gebruikt. De Katholieken zetten de samenkomsten ‘in het geheim’ voort in Schuilkerken. Hoe ingrijpend moet het verbod op uitoefening van Rooms-katholieke Godsdienst in het openbaar voor hen geweest zijn. Dit zal gevolgen gehad hebben voor het sociale leven dat nauw verbonden was met de kerk gemeenschap. De parochie van Sint Nicolaas strekte zich uit tot Oostbroek en de Bilt.

Ton H.M. van Schaik in’ Zoenen in het Hanengeschei’:

‘Wat zal hij hier een heimwee gehad hebben naar Bonaire’. Debrot werd gouverneur van de Nederlandse Antillen (1962 – 1970), en kreeg daar weer heimwee naar Utrecht, naar de pleinen rond de Klaas en de Janskerk, ‘plekken waar ik destijds achteloos was voorbij gelopen maar die mij thans de enige begeerlijke plekken ter wereld leken.’

Cola Debrot (1902 – 1981), geboren op Bonaire, o.a. schrijver, dichter, arts en diplomaat woonde enige tijd in het huis van de schilder Pyke Koch aan de Oudegracht.

Rond de jaren vijftig vorige eeuw was ‘Het Plein’ (Nicolaaskerkhof), nog zonder auto’s, voor ons kinderen uit de buurt een centrale speelplek in de ‘beschutting’ van de kerk. De gevel van de kerk was destijds voorzien van lage ‘steunberen’(schuin opstaande muurtjes, zie afbeelding).

Deze waren ideaal om op te tekenen en fanatiek speelden we daarop ‘kruisje/nulletje’. De regen wiste ons ‘gekrijt’ uit. Vanuit het Willem Arntsz Huis keken de patiënten naar ons, standbeelden achter de ramen, gekleed in eenvormig grijs pak.

Als beginnend rondleidster vroeg ik me af waarom de kerken na herstel van de Godsdienstvrijheid (1798) niet terug gegeven was aan de Rooms-katholieken. De opleider antwoordde dat de ‘Protestante Godsdienst’ de staatsgodsdienst was en deze de kerken niet meer wilden afstaan. De Catharinakerk, kloosterkerk van de Johannieters, werd bij uitzondering in 1815 terug gegeven aan de Rooms-katholieken en in 1853 door paus Pius IX tot kathedraal verheven. Vanaf 1580 was het bisdom Utrecht zendingsgebied. in 1852 werd de bisschoppelijk hiërarchie hersteld en de staties, schuilkerken, opgeheven.

Laat uw reactie achter

Reactie

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *