Het verleden van Utrecht

Vertel mij Utrecht: paleis – klooster – kazerne 

Lodewijk Napoleon (1778 – 1846) was de eerste koning van Holland, toen ‘provincie van Frankrijk’. Na een korte periode in Den Haag, verkoos hij Utrecht als residentie. Hij kocht aan de zuidzijde van de Wittevrouwenstraat huizen, die werden gesloopt. Op deze pleksamengevoegd met huizen aan de Drift, kwam het koninklijk paleis tot stand.  Tot dit paleis klaar was verbleef de koning met echtgenote en hofhouding enkele weken in Paushuize (1807).  Dit ‘pauselijk paleis’ werd gebouwd in opdracht van Adrianus Florisz. Boeyens, de latere paus Adrianus VI. Deze wilde er zijn ‘oude dag’ doorbrengen maar woonde er nooit: Utrecht werd  voor hem het Vaticaan. 

Na enige maanden vertrok de koning naar Amsterdam. Het voormalige paleis in Utrecht huisvest nu de Universiteitsbibliotheek.  Aan de noordzijde van de Wittevrouwenstraat vestigde zich al voor 1226 het Wittevrouwenklooster.  De nonnen droegen witte gewaden en gaven daarmee de naam aan klooster, straat, kade en wijk maar ook de Wittevrouwenpoort die al in verval geweest moet zijn toen Lodewijk Napoleon zijn intrek in het nabij gelegen paleis nam. De nonnen, later grotendeels afkomstig uit de Stichtse adel, hielden zich bezig met armoede onder de bevolking. Zij probeerden prostituees te bekeren, die uit bittere armoede dit beroep uitoefenden. 

De vroedschap verbood in 1580: ‘excercitie van de Roomsche Religie, ‘hymelyk of openbaer’. Het klooster moest sluiten, al was het nog toegestaan om in het klooster te blijven wonen, Het geestelijk gewaad mocht niet meer gedragen worden. In 1678 werd het klooster gesloopt.  Op het vrijgekomen kloosterterrein werd de Willems kazerne gebouwd, genoemd naar Willem I, de eerste koning van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden. In 1877 werd het hoofdgebouw van de kazerne door brand verwoest, nog net geen vijftig jaar oud. De Nieuwe Hollandse Waterlinie ( 1821 – 1824) maakte de oude stadsverdediging van de middeleeuwen overbodig. Utrecht werd garnizoensstad. 

Burgemeester jhr. H.M.A.J. van Asch van Wijck wilde de stad uitbreiden.  Jan David Zocher jr. (1791 – 1870) tuinarchitect en bouwmeester kreeg de opdracht om de plannen van de burgemeester ten uitvoer te brengen. Wat er nog over was van de stadswallen, gildetorens, bolwerken en de vier poorten, werd gesloopt. Het stadsbeeld veranderde ingrijpend. Op de gesloopte wallen werden de singelparken en kaden aangelegd. Zocher jr. speelde een belangrijke rol in de Nederlandse Landschapsarchitectuur: o.a. de begraafplaats ‘Soestbergen’ is door hem ontworpen.  Hij was de zoon van Jan David Zocher sr. die betrokken was bij de bouw van het paleis. Een jongere broer K.G. Zocher ontwierp de Augustinuskerk aan de Oudegracht. 

Zocher jr. heeft ongetwijfeld voor ogen gehad hoe de door hem aangelegde singelparken, in de Engelse landschapsstijl, er in de toekomst uit zou gaan zien. Tot op de dag van vandaag wordt er al wandelend van genoten, door mens en hond. 

 

Laat uw reactie achter

Reactie

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *