Het verleden van Utrecht

Vertel mij Utrecht: Oudwijk (2) – ‘Sint Barbara’ 

De kapel van begraafplaats Sint Barbara

 Fragment uit ‘Paradise Regained’ 

het schip van den wind ligt gereed voor de reis, 

de zon en de maan zijn sneeuwwitte rozen, 

de morgen en nacht twee blauwe matrozen-  

wij gaan terug naar ‘Paradijs’.  

De dichter Hendrik Marsman (1899 – 1940)  werkte in de binnenstad en woonde in de Oudwijkerlaan te Utrecht. 

In de vroeg christelijke tijd werden kerken rond het gebeente van een heilige gebouwd.  De gelovige wilde na zijn of haar dood zo dicht mogelijk bij het altaar rusten waar in de reliekschrijn het gebeente van de aan de kerk gewijde heilige zich bevond.  Van de heilige ging beschermende krachten uit. Hoe meer geld aan de kerk werd betaald des te zekerder was de overledene van het verkrijgen van de gewenste laatste rustplaats.  De armen werden rond de kerk op het kerkhof begraven. 

Sint Barbara, meestal afgebeeld met toren, is de beschermheilige van de stervenden en werd aangeroepen tegen een plotselinge dood. Met de komst van de reformatie (Utrecht 1580) werd het vereren van heiligen in het openbaar verboden. Een groot deel van de bevolking bleef katholiek zonder dit openlijk te mogen uiten. De kerken kwamen in handen van de ‘protestanten’. Opmerkelijk is dat de gewoonte van in en om de kerk te begraven, na die tijd, door ging. Belangrijke reden was dat de kerken de inkomsten niet  wilden missen. 

Tijdens het ingelijfd zijn bij Frankrijk (Napoleon) werd niet meer toegestaan om binnen de bebouwde kom te begraven. Na vertrek van de Fransen (1813) werd dit niet nagekomen. Onder Willem I werd dit verbod in 1829 opnieuw ingevoerd. Begrafenispraktijken in kerken en daar om heen werden onhygiënisch gevonden. 

In 1830 werd de eerste Algemene Begraafplaats ‘Soestbergen’ aan de Gansstraat geopend, naar ontwerp van de befaamde tuinarchitect Jan David Zocher, gevolgd door ‘Kovelswade’ en later ‘Tolsteeg’, de laatste twee ook algemene begraafplaatsen.  Na herstel van de Godsdienstvrijheid 1798 was het voor de katholieken en andere gezindten toegestaan om een eigen begraafplaats te hebben. 

Al in 1819 was er een kleine Rooms Katholieke begraafplaats achter de inmiddels afgebroken kerk ‘Onze Lieve Vrouw ten Hemelopneming’ aan de Biltstraat. Deze begraafplaats werd te klein. In de ‘oksel’ van de drukke Biltstraat en Waterlinieweg ligt verzonken in alle stilte de Rooms Katholieke begraafplaats ‘Sint Barbara’, gewijd in 1875. 

Van architect Alfred Tepe die ‘Onze Lieve Vrouw’ ontwierp, is ook de kapel van Sint Barbara. Naast bisschoppen, pastoors en religieuzen vonden zigeuners en Polen, die in WO II meevochten tegen de Nazi’s, Nederlandse slachtoffers van WO II, de Utrechtse mannen die in West Indië de dood vonden en niet te vergeten vele ‘gewone’ mensen op ‘Barbara’ de laatste rustplaats.     

Wandelen op een begraafplaats doet gedenken, bezinnen, de grens voorbij. 

 

 

 

 

Laat uw reactie achter

Reactie

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *