Het verleden van Utrecht

Vertel mij Utrecht: Keizerlijk Paleis Lofen

In de middeleeuwen was het grootste deel van de Nederlanden onderdeel van het Duitse Keizerrijk. Door de grote uitgestrektheid van zijn rijk stelde de Duitse keizer plaatsvervangers aan om een deel van zijn rijk te besturen, zoals graven en hertogen. Sinds de 10e eeuw vervulden bisschoppen ook deze functie.  

De bisschop, als geestelijke, legde de gelofte van ‘kuisheid’ af.  Eventuele nakomelingen konden wettelijk geen beroep op de nalatenschap doen, zoals de erfgenamen van graven en hertogen.  Het oude bisdom Utrecht had de grootte van ongeveer het huidige Nederland boven de grote rivieren. Tot 1528 oefende de bisschop als leenheer/ plaatsvervanger van de keizer over dit gebied de wereldlijke macht uit. 

In 1039 overleed de Duitse keizer Koenraad II in Utrecht waar hij verbleef om een van de Christelijke Hoogtijdagen, het Pinksterfeest, te vieren.  Zijn hart en ingewanden werden bijgezet in het hoogkoor in de Domkerk. Daarmee zouden de stoffelijke resten 7 maal per dag omgeven zijn door het ‘koorgebed’ van de kanunniken verbonden aan het Domkapittel. Het lichaam werd in de keizerlijke kerk in Spiers (Speyer) begraven. Gescheiden begraven van lichaam en ingewanden was niet ongebruikelijk in die tijd. Vanwege de lange tocht moest het gebalsemd worden. 

Na de dood van Koenraad gaf zijn opvolger Hendrik IV de Utrechtse bisschop Bernold  (1025 – 1054) de opdracht om de bouw van 4 kerken te realiseren rond de nog nieuwe (Sint Maartens) Dom.  Opdracht was ook de bouw van het keizerlijk paleis Lofen, bedoeld als eigen onderkomen van de keizers als zij  Utrecht bezochten. Dit werd gebouwd binnen de burcht (Domplein) en strekte zich daarachter uit langs (nu) de bebouwing van de Vismarkt. 

Een bescheiden hekwerk met daarop een gouden kroon in de gevelrij van de Vismarkt herinnert aan een van de ingangen van Lofen. Deze bouwactiviteit, Pieterskerk, Janskerk, abdijkerk van Sint Paulus en Lofen gaf Trajectum/Utrecht rond 1040 een economische impuls. De vierde, de Mariakerk werd eind 11e eeuw gebouwd.  In 1125 overleed keizer Hendrik V in Utrecht. Ook zijn hart en ingewanden werden in de Dom bijgezet. Enkele vloerstenen in het hoogkoor versierd met rijkskroon en dubbelkoppige adelaar herinneren daar tot op de dag van vandaag aan. 

 Stadsdichten 

Zolang je maar geen loflied schrijft. 

Zolang je maar bereid blijft niet te zingen, 

maar te fluisteren als water – murmelend 

door de goten boven je hoofd, ruisend 

in de buizen onder onze voeten. 

 

Zolang je inziet dat de stad een deel 

van jou is, evengoed als andersom. Zolang 

je voelt dat elke stad de hartslag heeft 

van jou en mij en iedereen, van  

dag tot dag tot dag tot dag. 

 

Zolang je maar begrijpt dat oude muren 

oude sterren zijn: licht op leeftijd, eeuwen 

onderweg. Zolang je meer geheimen kent 

dan je verraadt. Zolang je altijd weg  

wilt, maar nooit gaat. 

Ingmar Heytze 

 

 

 

 

Laat uw reactie achter

Reactie

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *