Een nieuw avontuur brak aan, met mijn pijlen op “Sir” David Bowie gericht. “Sir” indeed want hij weigerde twee koninklijke onderscheidingen: ‘I seriously don’t know what it’s for. It’s not what I spent my life working for.’ Op de vraag of hij antimonarchist was zei hij in prachtig Engels: ‘I’d only have a serious answer to that if I was living in this country.’ Zijn muziek was niet de doorslaggevende factor om hem te portretteren. Meer zijn veelzijdigheid, no-nonsense houding en hij was ook nog es kunstschilder en verzamelaar. Z’n rollen in ‘Merry Christmas Mr. Lawrence’ en ‘Labyrinth’, nummers als ‘This is not America’, z’n uitstapje naar ‘Tin Machine’ om weer ‘eigen’ te worden, et cetera… et cetera. En z’n ogen natuurlijk, in een mooie kop! Dat zou nog wat worden…
Ik kocht een goed, linnen doek van 80 x 60cm en begon dit portret op te zetten terwijl ik al aan de uitwerking dacht. Met vorige werken in olieverf, vond ik het gaaf om een contrast te hebben tussen een grove achtergrond met paletmes en een voorgrond die ik fijntjes uitwerkte. Met Bowie ging ik grof en fijn laten vloeien in de donkere schaduwen.
In Almere kwam het na bijna twee jaar, nog stééds als uitzendkracht op de bus, ten einde. Ik had ook geen zin meer om daar te blijven. Ik kreeg er contact met een interim-manager die voorheen op vestiging Zeist werkte… hij zou een belletje plegen met Evert Jan aldaar want ik deed m’n werk goed en hij gunde me beter… E.J. kon nog wel mensen gebruiken voor de zomer voor P(arttime)-diensten en dat sprak me als aanstaande vader te Utrecht wel aan…
Voor dit portret besloot ik es een onderschildering te maken. Ik zag het om me heen bij collega’s en vroeg er ooit één te vragen over het waarom en hoe? De raadgever zei dat het was om geen witte, onbedekte plekjes te krijgen en dat de ondergrondkleuren moesten contrasteren met hetgeen wat ik voor ogen had. Ik trok een wenkbrauw op toen ik het las… maar besloot het maar es te proberen. Nooit te oud om te leren… toch?!
Shite… dit was anders! Okay… er was geen wit meer maar het verwarde me meer dan ik dacht er van te kunnen leren… stierepoep. Eens en nooit meer, je bent autodidact of niet. Toen de echte kleuren eindelijk kwamen, voelde ik weer rust in m’n spel komen.
Domien’s buik bleef groeien. Onze zoon kwam eraan. Spannend want ik was 44… niet de jongste meer. De wens was er wel degelijk maar ik had af en toe wel twijfels. Was ik niet te oud? Zou ik nog kunnen schilderen met een krijsend kreng erbij?
De trots en vreugde dat ik toch nog vader werd in dit leven, samen met een fantastische vrouw, spande toch de kroon. Hoe heerlijk was het om met m’n eigen hand, een wriemelend hoopje inspiratie te voelen in Domien’s bolle buik?! Ik was ook jaloers omdat zij het niet alleen met haar hand voelde… ‘The Myth’ werd mìjn bevalling. Een lange, eer het me beviel, met al die karakteristieke rimpels met vele nuances in licht en schaduw. Het lukte uiteindelijk met het paletmes en penselen. En die ogen… groen en blauw. Touché! Dacht ik…
Nadat ik vol trots dit werk als voltooid had geplaatst op facebook, onder de titel ‘Sir’ David Bowie, kwam er na vele lovende reacties, een ‘klein’ puntje van kritiek. David Bowie had geen groen oog. Fick (sorry voor mijn Duits), fick… fick! Toch wel effe een puntje van aandacht… en twijfel. Veranderen naar realiteit?
Nee. Ik was niet de enige die er klakkeloos vanuit ging door vele foto’s van hem waardoor het wel degelijk lijkt alsof hij (door een ongeluk in zijn jeugd) een groen en een blauw oog had. Het enige wat ik veranderde was de titel op basis van die ogen. Tot slot: Ik ben ‘a wee bit’ melancholisch dat dit schilderij niet meer aan onze muur hangt. Sprekend als ‘The Dude’: It really tied the room together. De troost is dat deze heer nu boven een jukebox hangt. De jukebox van de getuigen van ons huwelijk. Met in het koopcontract een clausule waarin bezoekrecht is gewaarborgd.
Een waar meesterwerk!