't Hoogt

Had ’t Hoogt het beste jaar ooit?

  • Door Redactie
  • |
  • 2 februari 2019
  • |
  • 3 reacties

“Nog nooit draaide Utrechts filmtheater ’t Hoogt zo goed”. Het was na de kritische teksten van Henk Westbroek en Gert Jan Bilderbeek op de Nuk over ’t Hoogt een opmerkelijke kop in het AD/UN. 2018 zou zelfs een topjaar voor het filmtheater zijn geweest. Jos Stelling, filmmaker en eigenaar van het Louis Hartlooper Complex en Springhaver Theater, heeft een andere opvatting over de bezoekcijfers. Op Facebook plaatste hij onderstaande reactie die hij ook aan de krant heeft gestuurd. Een andere kijk.

 

Geachte redactie,
Geachte Tom Brouwer,

Een reactie op uw bericht in het AD namens ’t Hoogt onder de kop “Nog nooit draaide Utrechts filmtheater ’t Hoogt zo goed”.
Het is voor elke journalist niet ingewikkeld om via de N.V.B.F. achter de juiste bioscoop- en filmtheaterbezoekcijfers te komen. Elk verkocht filmkaartje wordt dagelijks centraal geregistreerd.

Officieel geregistreerde filmbezoekcijfers in ’t Hoogt: 2016: 43.999/ 2017: 44.410/ 2018: 51.790. Ongeveer 1/3 van deze films wordt ook in andere bioscopen of filmtheaters vertoond (in 2018 zelfs iets meer). Dit betekent dat ’t Hoogt in 2018 +/- 34.474 bezoekers verwelkomde voor films die daar alleen werden vertoond.

Het is bekend dat de gesubsidieerde sector in het algemeen nogal met de oncontroleerbare bezoek- cijfers goochelt. In de bioscoop- en filmtheaterwereld ligt dit dus anders.

Wanneer b.v. een zaal aan een school wordt verhuurd doet men aan educatie en rekent men ook de leerlingen als de bezoekers mee, net als bij ander soortig verhuur of bij evenementen (festivals, horeca?). Dit is in de filmtheater of bioscoopwereld volstrekt ongebruikelijk en ook in de betreffende statistieken nergens terug te vinden.

Bovendien is de titel ‘oudste filmtheater van Nederland’ voor ’t Hoogt zeer discutabel. Sinds jaar en dag staat daar b.v. de “Uitkijk” (1929) in Amsterdam daar al om bekend.

Een goede journalistieke vraag zou kunnen zijn: “Wat bedoelt u eigenlijk met verdiepen en verbreden, hoe ziet dat er ongeveer uit?” Ik denk dat er voor de journalistiek een leuke taak is als de cultuursector het heeft over ‘aanstormend talent’, ‘broedplaatsen’ en over het “uitrollen en het nieuwe doorpakken”.

Een juiste voorstelling van zaken lijkt me goed voor iedereen.
De journalistiek is daarbij onze reddingsboei.

Met vriendelijke groet,
Jos Stelling.

Auteur Redactie
Auteur

Redactie

Laat uw reactie achter

Reactie

3 reacties

  • Harm Lambers schreef:

    Beste Jos Stelling,

    Dat u de bewering over bezoekcijfers van ’t Hoogt bestrijdt is tot daar aan toe (en niet aan mij om dit te kunnen verifiëren), maar dat u meteen maarbeweert dat de “de gesubsidieerde sector in het algemeen nogal met de oncontroleerbare bezoek- cijfers goochelt”, is een nogal onheuse aantijging. Sprekend voor de beide theaters waarvan ik directeur ben: de cijfers die wij hanteren zijn heel goed te verifiëren, hetgeen ook jaarlijks gebeurt bij accountantscontrole.
    Het zou u sieren wanneer u in uw argumentatie tegen ’t Hoogt niet ook maar meteen een hele sector verdacht maakt.

    Harm Lambers
    directeur Theater Kikker & Podium Hoge Woerd

  • jos stelling schreef:

    Beste Harm Lambers,
    Mijn opmerking komt niet uit de lucht vallen. Ik heb er zelf aan meegedaan toen ik nog in het festivalcircuit zat (en tot mijn middel in het cultuurmanagement). De subsidiegever wil graag groeicijfers zien, dus krijgen ze die. Dat daarbij alleen betalende bezoekers worden bedoeld is niet altijd duidelijk. Er zijn ook passe-partouts, vrijkaartjes of voorstellingen met een vrij entree, verhuur, evenementen (horeca) etc. Een gratis toegankelijk popconcert op de Neude hoorde -in mijn herinnering- ook tot de mogelijkheden om bezoekcijfers op te schroeven. Het delen van het totale inkomstenbedrag uit de verkoop van kaartjes (jaarverslag) delen door de prijs van een kaartje geeft een redelijk beeld van de werkelijkheid en die klopt echt niet altijd.
    In veel gevallen zal het mij overigens een zorg zijn. In dit geval echter -om vele redenen- niet.
    Mocht Kikker en Podium Hoge Woerd wel een juiste voorstelling van zaken geven, bied ik u hierbij mijn excuses aan, maar vind niet dat daarmee de hele sector is vrijgepleit. “Nee heb je en ja kun je krijgen”, of zoals mijn accountant regelmatig oppert: vertrouwen is goed, maar controle is beter.

  • H.Westbroek schreef:

    Los van het feit dat cijfergoochelen ondanks ( en soms dankzij ) accountants zowel in de gesubsidieerde kunstwereld als in het bedrijfsleven regelmatig voorkomt, gaat het daar in dit geval niet om. Waar het wel om gaat is dat de bioscopen van de heer
    Stelling dezelfde films draaien en gedraaid gaan worden als in ‘Hoogt. Zonder dat daarvoor jaarlijks tonnen subsidie opgehoest hoeven te worden. Als het zo is dat het zwaar gesubsidieerde ‘Hoogt meer bezoekers trok dan ooit, dan gaan die mensen nu dezelfde films zien in de filmtheaters van Jos Stelling die vanwege die grotere aantallen dan een blijere ongesubsidieerde ondernemer gaat worden.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *