De keuzes van

Robin Hagedoorn: “De inspiratie voor Bunk vond ik in de woestijn van Nevada”

Robin Hagedoorn

In deze rubriek vragen we Utrechters keuzes te maken binnen hun vakgebied, maar ook daarbuiten. Vandaag Robin Hagedoorn, eigenaar van Bunk aan de Catharijnesingel.

Ik spreek met Robin Hagedoorn af in zijn Bunk aan de Catharijne Singel, de Westerkerk waar ooit de gereformeerde gemeente Utrecht te kerk ging. Bij binnenkomst vallen het groen, de gezellige zitjes en het oude kerkorgel direct op. “Het is hier geen hotel” prijkte op de gevel van de voormalige kerk, tijdens de verbouwing. Bunk is een hotel, hostel, horecagelegenheid, buurthuis, plek voor cultuur en werk in één. Waar alles net even anders wordt gedaan dan in een ‘gewoon hotel’. Bedenker Robin Hagedoorn vertelt hoe ‘Burning Man’ het uitgangspunt en bron van inspiratie werd voor deze bijzondere plek die nu zijn eerste lustrum viert.

Robin Hagedoorn (53) is geboren op Curaçao. Tot hij zeven jaar oud was, woonde hij met zijn broer en ouders op het tropische eiland Curaçao. “Mijn jeugd in de tropen kan ik het best omschrijven als een warme zorgeloze tijd, ik voelde mij beschermd en omringd door een grote warme familie. Onze familieband is sterk. Ik ga geregeld naar Curaçao en ga dan direct naar mijn moeder, maar het zou ondenkbaar zijn dat ik ook niet even langs ga bij de rest van de familie. Toen ik zeven jaar oud was vertrokken wij naar Nederland en kwamen terecht in Wageningen waar mijn vader directeur werd van een basisschool. In Nederland bleef ik dat speelse, blije kind tot ik ging puberen. Het schijnt dat ik een heel lastige puber was. Ik wilde al snel zelfstandig zijn en mijn eerste baantje was in de afwaskeuken van een ziekenhuis, werkte achter de bar van een café en werd taxichauffeur, daar heb ik de dosis mensenkennis opgedaan die mij nog altijd van pas komt. Mijn eigen kost verdienen bleef ik ook doen toen ik in Utrecht aan de hogeschool bedrijfskunde ging studeren.”

“Het hiërarchische van de corpora was niets voor mij”

“Ik woonde op kamers en in studentenhuizen, maar lid van een vereniging ben ik nooit geworden. Ik heb genoeg van het studentenleven meegekregen om te zien dat  het hiërarchische van de corpora niets voor mij was. Tijdens mijn studie werd de computer steeds belangrijker, maar ik spreek nog over de oude informatica technologie. Ik ben opgegroeid met de typemachine met een lint en de IBM met een ‘bolletje’ betekende al een revolutie. Ik ging werken met Word en Excel en het world wide web kwam eraan. Tijdens mijn studie zocht mijn oom die in het vastgoed zat een administratieve hulp. Via hem en later bij van Rossum makelaars ben ik in de commerciële vastgoed wereld terechtgekomen. Zonder dit toeval en alles wat ik verder mee zou maken, had ik nooit kunnen doen wat ik nu doe. Ik raakte betrokken bij de nieuwbouw rond het Centraal Station en ging werken op de Amsterdamse Zuidas bij Jones Lang Lasalle. Daar ben ik echt puissant rijke mensen tegengekomen, maar het bleven gewoon mensen hoeveel geld ze ook hadden. Op de Zuidas waren geld en status belangrijk. Wanneer ik in Amsterdam collega’s van vroeger tegenkom dan is de eerste vraag hoe het met mij gaat en in wat voor Audi ik nu rijdt. Mijn antwoord verbaasd dan :”Ik heb geen auto, ik ga met de trein en loop al jaren alles.” Tijdens mijn werk bij Jones Lang Lasalle merkte ik dat ik dat ik een andere wending aan mijn leven wilde geven en stapte uit de corporate vastgoedwereld. Het idee om een iets met een leegstaande kerk te gaan doen sprak mij aan.”

“Binnen zes maanden hadden we niet alleen een kerk in Utrecht maar ook nog één in Amsterdam Noord”

“Samen met mijn zakenpartners, die ik had gevonden, deed ik mee aan de tender met het concept voor dit hotel en nog geen zes maanden hadden we niet alleen een kerk in Utrecht maar ook nog één in Amsterdam Noord. Twee gigantische gebouwen, die we moesten ontwikkelen met nul ervaring. Behalve de horeca ervaring die ik achter en voor de bar had opgedaan. Een mooi avontuur. Een team-effort: het betekende heel hard werken, heel veel geld, risico’s nemen en doorzettingsvermogen. Dit religieuze erfgoed bewaren en er een semi openbaar gebouw van te maken waar nog steeds momenten van rust en bezinning kunnen gelden. We bieden behalve overnachtingen en restauratie ook spokenword events, bieden jonge kunstenaars de ruimte om te exposeren en te musiceren. Talentontwikkeling en cultuur zijn belangrijk. Je kan wel van alles bedenken vanuit een visie maar je moet het ook nog waarmaken. In een kerk is getrouwd, gerouwd. Voor de gemeente die zijn plek kwijt raakt is het belangrijk dat het gedachtegoed beschermd wordt. De mensen die hier hebben gekerkt moeten het kunnen waarderen.”

“Samenwerken, teamwork en vooral samen een avontuur beleven”

“Ik ging naar Burning Man in de woestijn van Nevada. Dat festival is voor mij een bron van inspiratie geworden dat ik heb meegenomen in het ontwikkelen van Bunk. Burning Man is een tijdelijke stad voor zeven dagen. Na afloop van het event neemt iedereen alles weer mee. Het principe van Leave no Trace. Het is een experimentele samenleving, waar 80,000 mensen leven zonder geld , zonder te ruilen, alleen maar door te geven. Er is geen agenda, geen invloeden van buitenaf, geen sponsoren maar vooral je eigen verantwoordelijkheid. Samenwerken, teamwork en vooral samen een avontuur beleven. Veel van Burning Man heb ik meegenomen naar Bunk. Personeel draagt geen uniform, je draagt je eigen kleding dit is gebaseerd op het principe van Radical Self Expression. Je mag jezelf zijn ongeacht van wat je wel of niet draagt. De gasten herkennen je door je gedrag, dat is je eigen verantwoordelijkheid. Samenwerken en iets voor een ander willen doen. Wij hebben ook geen Coca-Cola of bier logo’s, de logo’s op de bierknoppen hebben we zelf ontworpen. Wij beleven samen het avontuur Bunk. Bij Burning Man is iedereen die zich de toegangsprijs kan veroorloven welkom, dat zelfde geldt hier in Bunk. In Amsterdam ligt ons hotel aan het Hagedoornplein, toeval? Volgens mijn vader die nog net de aankoop heeft mogen meemaken, was dat meant to be.”

De keuzes van Robin

Boek

“Landhuizen van Curaçao’. Een boek over de landhuizen en buitenhuizen op Curaçao. De huizen zijn rijksmonumenten en Unesco-erfgoed. Het ene huis is prachtig onderhouden en het andere is vervallen. Dit prachtige fotoboek vertelt de geschiedenis van de huizen en hun bewoners, vaak de eigenaars van de plantages. Behalve de verschrikkelijke verhalen over slavernij vertelt het boek ook over de eigenaren van slaven die het wel goed deden. Dan heb ik nog ‘Converted Churches’, een boek gerelateerd aan wat ik doe. Inmiddels zijn we betrokken bij negen herbestemmingen van kerken en de komende tien jaar komen er nog zeker 1000 kerken leeg. Ik vind het belangrijk dat dergelijke gebouwen blijven bestaan uit architectonisch oogpunt, maar ook als cultureel erfgoed. De herbestemming kan veel meer zijn dan bijvoorbeeld horeca of een appartementencomplex. Ik ben altijd bereid om mensen te adviseren, zodat de kennis wordt overgedragen. Als er hoteliers of projectontwikkelaars bellen, maak ik altijd tijd voor een kop koffie en laat ik zien wat we hier hebben gedaan.”

‘Dit prachtige fotoboek vertelt de geschiedenis van de huizen en hun bewoners, vaak de eigenaars van de plantages’

Muziek

“Mijn muzieksmaak heeft een hele ontwikkeling doorgemaakt. Aan de ene kant van het spectrum staat duistere Duitse techno, de donkere Berlijnse stamp techno. Aan de andere kant luister ik graag naar klassieke muziek en jazz. Ik ga al 30 jaar naar het North Sea Jazz festival in Rotterdam en op Curaçao. Daartussen ligt een heel scala aan muziek. Ik groeide op met funk en disco: Earth Wind en Fire. Toen ik de lastige puber van 16 of 17 was, ontdekte ik de jaren ’60 muziek van The Doors en The Stones. Daar tussen zit Prince. Van hem heb ik talloze concerten gezien en hij maakt een wezenlijk onderdeel uit van mijn leven. Hij gaat al een heel leven mee, Prince is ook één van die grote invloeden op mijn  leven. Op mijn 25ste ben ik gaan drummen en dat maakt dat je een andere perceptie krijgt van muziek en de muzikanten. De ruige harde nummers van The Beasty Boys en Pearl Jam waren toen favoriet.”

‘Prince maakt een wezenlijk onderdeel uit van mijn leven’

Film

“Alle Godfather films, maar ik ben een echte Star Wars adept. Ik zag Star Wars 2 toen ik acht jaar oud was en sindsdien kijk ik alle Starwars films, de series, de spin-offs en ik heb een Disney abonnement om alles te kunnen zien. Maar de films wil ik in de bioscoop zien. Ik ben met Star Wars opgegroeid. Ik verzamelde de poppetjes en had een uitschuif zwaard van de Jedi. Volgend jaar wil ik naar Disneyland in Amerika om daar de nieuwe Star Wars attractie  te kunnen zien.”

‘Ik ben met Star Wars opgegroeid’

Kunstwerk

“Define Intervention’  van Robin van Mijl. “Het is een ode aan waar wij als mensheid toe in staat zijn. Tegelijkertijd is het kritiek op hoe wij deze grenzeloze potentie aanwenden.” Deze tekst komt te staan op een bordje bij het kunstwerk dat bestaat uit twee gespreide vleugels. Het nodigt uit tot interactie. Je kan in het werk klimmen en boven de mensen uitstijgen.”

‘Je kan in het werk klimmen en boven de mensen uitstijgen’

Restaurant

“Er is een aantal iconische plekken voor mij in de stad. Orloff aan ’t Wed, is zo’n plek. ik heb nog meegemaakt dat Bartje daar zat voordat het Orloff werd. Dat ik om 8 uur mijn koffie dronk, de krant las en dat Dick Bruna daar zat. Ik eet al 30 jaar de kipsaté bij Orloff. Kip, pindasaus, sla, een beetje atjar met frites en nog steeds hartstikke goed. Het Oude Pothuis, waar 364 dagen per jaar live muziek is. Daar eet je al 35 jaar dezelfde kaasfondue, hou dat maar eens vol. Hetzelfde geldt voor café De Flater, ook zo’n iconische plek. Daar is ook niets veranderd, misschien een keer geschilderd. Daar is Guust Flater, misschien een beetje verweerd, maar hij zit er nog steeds .Dat zijn plekken waar ik heel wat uren heb doorgebracht, gedanst, gedronken en honderden kilo’s kipsaté heb gegeten.”

‘Orloff aan ’t Wed is voor mij een iconische plek in Utrecht’ (foto: Michael Kooren)

Drank

“Ik ben een bierdrinker en geen wijndrinker. Een gewoon pilsje, geen speciaal bier. Ik hou van rum met cola: donkere rum met cola. Voor de gezelligheid een biertje en als het uit de hand gaat lopen rum met cola. Op z’n tijd een goede single Malt, dan ben ik van de rokerige, naar asfalt ruikende Malts. Maar dat is meer wanneer je met elkaar aan de keukentafel zit. Ik drink thuis nooit, als ik een biertje in huis heb dan is dat voor anderen en het is vaak al over de datum heen.”

‘Op zijn tijd een goede single Malt’

Stad

“Utrecht, de stad waar ik vanaf mijn zeventiende woon en waar ik nu al dertig jaar woon. Als je al zolang in een stad woont dan ken je ondernemers bij naam. Het is mijn dorpje waar ik lekker in de anonimiteit kan verblijven, maar waar ik ook binnen 100 meter de reuring in kan lopen. Ik woon zo lang in de stad dat ik altijd wel iemand tegenkom die ik ken. De stad is mijn anker. Ik heb veel gereisd en in Amsterdam gewerkt, maar daar had ik niets te zoeken. Ik voel de verbondenheid met de stad. Sinds mijn fiets gestolen is, loop ik en ontdek ik steeds meer details. Ik kijk naar de gevelstenen en lantaarnconsoles. Met weemoed kijk ik naar lelijke nieuwbouw, maar verandering heeft ook iets positiefs: het water is terug in de Singel.”

‘Sinds mijn fiets gestolen is, loop ik en ontdek ik steeds meer details. Ik kijk naar de gevelstenen en lantaarnconsoles’

Utrechter

“Terence Roelofsen, zijn artiestennaam is Terence Goodmann. Hij is een singer-songwriter en onze culturele programmeur bij Bunk. Behalve dat staat hij bekend als nachtburgemeester van Utrecht. Hij is iemand met een groot hart voor mensen, cultuur, musici en talent. Hij is iemand die verbinding legt tussen mensen en een prachtig mens.”

‘Terence is iemand met een groot hart voor mensen, cultuur, musici en talent’

Wat zou jij doen als je burgemeester van Utrecht was?

“In Rotterdam zag ik een mooi voorbeeld van hoe je de burger bij een wijk kan betrekken. In een wijk heb je zeven mensen uit de buurt die democratisch gekozen worden door de bewoners in de wijkraad. Vanaf zestien jaar kan je je verkiesbaar stellen. De wijkraad wordt door de gemeente serieus genomen, ze hebben een wijk hub en worden ambtelijk ondersteund door de gemeente. Besluiten die de wijk betreffen worden niet zonder de wijkraad genomen.”

Laat uw reactie achter

Reactie

2 reacties

  • Michael Kooren schreef:

    Leuk interview Yontie , leuk dat hij ook zijn roots op Curaçao heeft .

  • WJM schreef:

    Leuk en interessant verhaal Robin! Goed concept van je!
    Die wijkraden trouwens, die hadden wij hier in Utrecht ook.
    Door Leefbaar Utrecht destijds, toen zij met wethouders in het college van B&W zaten, in het leven geroepen.
    Toon Gispen was wethouder Wijken.
    Maar toen GroenLinks en D66 in het college van B&W kwamen is er veel veranderd, ook de wijkraden!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *