Onder de misleidende krantenkop ‘Horeca zoekt naar balans met regels’ klaagde de voorzitter dan de afdeling Utrecht van Koninklijke Horeca Nederland in het AD van 23 juli j.l. over het gebrek aan vrijheid om te ondernemen. De kop boven het artikel had moeten zijn ‘Horeca zoekt naar opgerekte regels’. ‘Minder starre regeltjes, meer maatwerk’, zo luidde de oproep van de horecabaas. Om vervolgens een open deur in te trappen: ‘De stad is geen dorp meer, het uitgaansleven trekt jong en oud’. Utrecht is nooit een dorp geweest, en ‘jong en oud’ omvat de totale bevolking, maar deze nietszeggendheid is de inleiding tot een klacht: de regelgeving is te ouderwets, zo vindt men.
Regelgeving is er om de maatschappij in goede banen te leiden. Zo kennen we in het verkeer snelheidsbeperkingen, hoewel sommigen die hinderlijk vinden. Er is een rookverbod op veel plekken, hoewel niet iedereen daar blij mee is. Zulke regels zijn er om de burger te beschermen tegen onheil, wat de belangrijkste taak van de overheid is.
Ook voor het gedrag op straat zijn regels van toepassing, zoals een verbod om openlijk alcohol te nuttigen of om nodeloze herrie te maken. Ook in de horeca gelden regels, ter bescherming van de volksgezondheid. Er zijn regels omtrent openingstijden, over wat wel en niet mag worden geschonken of ten gehore gebracht. Er zijn regels over decibellen.
Tegelijkertijd moeten we accepteren dat er in een binnenstad reuring is, daar is niets mis mee. De mensen die in de binnenstad wonen, wonen daar omdat ze dat willen en omdat ze zich niet willen opsluiten in een hutje op de Drentse hei. Ze zijn zich er terdege van bewust dat de binnenstad geen Natura2000 gebied is.
Maar bewoners moeten niet worden getergd, ze hebben net als iedereen recht op een ongestoorde nachtrust. Ze willen niet dat in hun (gevel)tuin of tegen de voordeur wordt geplast of gekotst; ze zitten niet te wachten op nachtelijk gebral en het lawaai dat gepaard gaat met het kapotslaan van fietssloten. Ze hebben dus geen zin in het zich misdragende publiek van de horeca-instellingen die nu klagen over de strakke regeltjes. We kunnen verklappen: die regels zijn niet strak genoeg, los van het feit dat ze ook niet adequaat worden gehandhaafd. Wat er gebeurt is in strijd met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), dat juist de overheid verplicht te zorgen voor een gezonde leefomgeving, een leefomgeving zonder pfas, staalslakken, leliegif of nachtelijke herrie. Het is Schiphol verboden om tijdens de nachtelijke uren lawaai over de omgeving uit te storten, maar dezelfde geluidsniveaus als bij Schiphol worden gemeten, worden in het holst van de nacht gemeten in (bijvoorbeeld) de Nobelstraat. Het is de taak van de overheid om de bevolking te beschermen en daarom zijn er regels.
Nog meer horeca, nog ruimere openingstijden, nog meer mogelijkheid tot het voorbrengen van harde muziek, het is allemaal in strijd met die overheidstaak. Natuurlijk wast de horeca de handen in onschuld. Dat deed Pontius Pilatus al eerder. De horeca moet niet zeuren, ze moeten gewoon lekker eten en drinken verschaffen voor een fatsoenlijke prijs en voor gezelligheid zorgen. Dan blijven de mensen, jong en oud, gewoon komen. En de overheid moet beter handhaven.
Bewoners Nobelbuurt
Geef horeca een hand
Schouder uit de kom!!!
En altijd weer hetzelfde verhaal ..dan gaan de omwonenden maar verhuizen
Er zijn weinig horeca zaken die zich ook maar iets aan trekken van omwonenden
Het manifest van de KHN afdeling Utrecht werd op 10 juli jl aangeboden. AD en RTV plaatsen tijdens het zomerreces ‘oud nieuws’ om de gemoederen in Utrecht bezig te houden.
Zowel voor de Nobelstraat als voor de Ganzenmarktbewoners heb ik mij in de gemeenteraad hard gemaakt tegen de overlast. Nu moet ik enige nuance aanbrengen tussen het AD artikel en het manifest van KHN. Volgens het AD schuurt het tussen gezelligheid en woonplezier. De balans tussen bewoners en horeca staat wederom centraal oftewel leefbaarheid versus levendigheid. De polarisatie is weer goed doorvoed.
Het manifest en de gesprekken met ondernemers tijdens het aanbieden gingen vooral over de gemeentelijk uitvoering. De hoge leges en de starre houding bij VTH. Horeca is een breed begrip. De overlast van een lunchroom/restaurant is onvergelijkbaar met een nachtcafé/dancing. In de Nobelstraat is handhaving nodig. Het bestuur vond mij te simplistisch, want ze kunnen geen blik handhavers opentrekken. Ze gingen wel een heel team inzetten op ongewenste opmerkingen. Dit heeft tot één veroordeling geleid, dus wordt het team met een jaar verlengd. En hier gaat het mis. Bij het inzetten van handhaving in de Nobelstraat was de overlast sterk verminderd. Een fikse boete voor de verstoring van nachtelijke rust – vervuiling – urineren onthouden bezoekers. Daar kun je heel veel biertjes van kopen.
De horeca heeft last van handhavers die dwangsommen opleggen bij ‘overtredingen’, waar niemand last van heeft. Vorige maand zat ik bij een rechtszaak, gemeente Utrecht versus broodjeszaak. Deze ondernemer had een parasol over een klein terras. Deze was verankerd en daar is een omgevingsvergunning voor nodig, aldus handhaving. Onder dreiging van een dwangsom van duizenden euro’s moest deze parasol weg. Op het terras bij de buurman en in half Utrecht zijn de parasols op eenzelfde manier bevestigd. De gemeentelijk jurist verklaarde, daar niets mee te maken te hebben, want over deze parasol was een melding (geen klacht).
Een melding is anoniem, dus niet te traceren. Dit gebeurt op grote schaal en met willekeur.
In mijn optiek worden horeca en inwoners tegenover elkaar gezet door een falend gemeentebeleid.
Ik begrijp de reactie van de bewoners van de Nobelstraat. De gemeente heeft daar te laat en niet afdoende ingegrepen. Maar de relatie met het manifest van de horeca ontgaat me. Yvonne Hessel legt het hierboven perfect uit.
Meer vrijheid voor het ondernemen en meer gesprekken tussen bewoners en ondernemers. Leve de leefbaarheid.
Zowel deze bewoners als het AD hebben dit manifest niet gelezen. Het gaat de horeca niet om meer of langer open. Het gaat om overdreven regelzucht van de gemeente. Dat is een ander verhaal.