De keuzes van Johan Gijsen

Johan Gijsen over zijn afscheid van Le Guess Who?: “Ik heb er twee jaar lang mee geworsteld en er een half jaar lang om gerouwd”

Johan Gijsen

In deze rubriek vragen we Utrechters keuzes te maken in hun vakgebied. Maar ook daarbuiten. Vandaag Johan Gijsen.

Hij was sinds de oprichting het boegbeeld van Le Guess Who?, het festival dat muzikanten én publiek over de hele wereld naar Utrecht haalde. Vorig jaar nam Johan Gijsen afscheid van “zijn kindje.” Makkelijk was dat niet. “Ik heb er een half jaar om gerouwd.”

Johan Gijsen is geboren in Roggel in Midden-Limburg tussen Roermond en Weert. Hij was een jongen die veel buiten speelde in de Limburgse bossen. Al jong raakte hij betrokken bij het rijke verenigingsleven: de plaatselijke voetbalclub, de SJOR (Stichting Jongeren Overkoepeling), waaronder de KPJ (de Katholieke Plattelandsjongeren) en de JWG (De Jongeren Werkgroep), KVW (Kinder Vakantie Werk) en als vrijwilliger bij andere (sport-)clubs en evenementen in het dorp. 

“Mijn ouders waren zeer actief in het verenigingsleven en mijn moeder is dat nog steeds. Als kind is het vanzelfsprekend dat je met je ouders meegaat en als tiener ga je het zelf uitzoeken.  Wekelijks werd er wel iets in het dorp georganiseerd. Zo leerde ik op speelse wijze het organiseren van culturele activiteiten bij de JWG. Van vergaderen en notulen maken tot ontwerpen van posters en het schilderen van een zaaltje. Iedere week was er een popculturele activiteit, vaak live-muziek. Van (lokaal) talent tot grote concerten zoals De Dijk, Lois Lane, The Gathering en Kane. De band Johan gaf het eerste concert onder die naam bij ons. Iedereen kende elkaar, we kookten zelf voor de artiesten en we waren heel fanatiek. Met Kinder Vakantie Werk werden een week lang speurtochten, waterpret en knutselmiddagen georganiseerd voor de kinderen uit het dorp.”

“We kregen het organiseren met de paplepel ingegeven”

“Eduard Nazarski, oud directeur Amnesty International, komt uit diezelfde scene, hij is zelfs een van de grondleggers van de jongerenvereniging. We kregen het organiseren met de paplepel ingegeven. Het organiseren zou ons later goed van pas komen. Het verenigingsleven in Roggel bleek waardevol voor ons beider loopbanen. Het ging automatisch want iedereen deed mee, de plaatselijke ondernemers en de boeren uit de buurt. Roggel was een hecht dorp, waar mooie dingen georganiseerd konden worden. Ik ging naar de lagere school in Roggel en naar de middelbare school Sint-Ursula in Horn. Met een Atheneum -Gymnasium advies begon ik in de brugklas maar dat werd al snel de Havo. Ik was altijd weg,  had talloze bijbaantje om maar CD’s te kunnen kopen. Muziek begon een steeds grotere rol in mijn leven te spelen. Ik ging studeren in Eindhoven, maar niet op kamers omdat ik nog te veel betrokken was bij hetgeen in Roggel speelde. In Eindhoven ging ik naar de Effenaar om bands te kijken, in Nijmegen naar Doornroosje,  naar Paradiso in Amsterdam en naar Utrecht voor Tivoli en EKKO. Ik leefde voor muziek. Met Sinterklaas kreeg ik jaarlijks de OOR Pop Encyclopedie en die las ik echt van A tot Z. Ik maakte lijstjes van de artiesten die ik niet kende en zo begon ik muziek te verzamelen.”

“Ik wilde er alles aan doen om deze droombaan bij Tivoli te krijgen”

“Mijn uiteenlopende muzieksmaak kwam me goed van pas toen ik in 2000 solliciteerde op de functie van assistent-programmeur bij Tivoli-Oudegracht. Op de sluitingsdag van de sollicitatieprocedure las ik de vacature in OOR. Ik nam de trein naar Utrecht, gaf mijn sollicitatiebrief ’s avonds af bij een kassamedewerkster. Haar drukte ik op het hart de brief bij personeelszaken af te geven. Ik printte de lijst van tientallen pagina’s met mijn CD-collectie uit en gaf die tijdens mijn sollicitatiegesprek aan Lieke Timmermans en Willem van Zeeland om aan te geven hoe divers mijn muzieksmaak was. Ik wilde er alles aan doen om deze droombaan te krijgen. Ik werd aangenomen en leefde voor die baan. Ik kreeg het vertrouwen en heb dat ook wel waargemaakt. Men gaf mij de vrijheid om te doen wat ik wilde doen. Ik had mijn studie niet afgemaakt en werkte in Limburg, in de jeugdhulpverlening bij een Internaat. Toen ik naar Utrecht verhuisde, dachten vrienden dat ik het lastig zou krijgen met mensen die veel directer waren dan in Limburg. Toch kon ik mijn draai snel vinden. En Tivoli  leek wel een “familiebedrijf”, waar iedereen een groot gevoel voor verantwoordelijkheid had in een prettige werkomgeving.”

“Het leek kwa sfeer op de SJOR, het poppodium in Roggel waar ik was begonnen”

“Met de komst van  Margriet van Kraats kwam er meer aandacht voor dance, maar we waren ook het eerste podium dat Guus Meeuwis wilde boeken. Guus was not done, hij paste destijds niet in de programmering van Tivoli, maar toch waren er duizend mensen in een relatief kleine zaal die hem konden zien. Daar genoot ik van. Het profiel werd dieper en breder, met meer Jazz en Reggae. Dat lukte ook omdat in 2004 De Helling erbij kwam. Het palet kon toen diverser worden met avontuurlijkere muziek. Tegelijkertijd waren de voorbereidingen voor Tivoli-Vredenburg, met als werktitel Het Muziekpaleis, in volle gang. We konden grotere popshows kwijt in de Rode Doos. Het was een mooie tijd en er hing een bijzondere sfeer in Tivoli, met Margriet aan het roer. Met elkaar wisten we veel te bereiken en er hoefde niemand aangesproken te worden. Het leek kwa sfeer op de SJOR, het poppodium in Roggel waar ik was begonnen, maar dan wel veel professioneler. We bleven financieel gezond, er kwamen budgetten vrij en ik mocht een festival gaan organiseren. Maar wat wordt het dan? Mijn jeugdvriend Bob van Heur woonde in Utrecht en had een bookingskantoor in Amsterdam. We baalden dat de bands waar we van hielden niet konden boeken, omdat ze zich vaak in een niche markt begaven.”

“Aan het concept van Le Guess Who? hebben we 16 jaar gesleuteld”

“Samen zijn we om de tafel gaan zitten en we bedachten iets wat later Le Guess Who? werd. Aan dit concept hebben we 16 jaar gesleuteld, een “ever changing format” om de niche-markt heen. Ik had mijn droombaan op mijn droomplek bij Tivoli, maar ik wilde mijzelf toch blijven ontwikkelen. Mijn collega en vriend Sytse Wils organiseerde in die tijd “Summer Darkness”, een stadsbreed gothic festival en daar hielp ik aan de zijlijn. Bob en ik vlogen naar Montreal en troffen daar een bloeiende scene in de underground van bands die allemaal met elkaar verbonden waren. Terug in Nederland bedachten we hoe we ons sterk konden maken voor de Canadese underground. Een heel prikkelende groep mensen, met vaak extreme muziek. Maar we merkten al snel dat de Canadese landsgrenzen beperkend werkten. Dat stond  haaks op wat we wilden laten zien. American Woman, was een grote hit van The Guess Who, een Canadese band. Hun naam gebruikten we om te laten zien dat het om Canadese bands zou gaan. We kozen voor Le Guess Who, le om een link te leggen met de Franstalige Canadese scene die ons zo enthousiast had ontvangen. Het vraagteken aan het eind dat we toen bedachten en nu een brand-mark is geworden, suggereert dat alles onbekend is.”

“Van begin af aan vond ik het belangrijk om juist de hele stad beter erbij te betrekken”

“Dat werkt uitstekend, tot op de dag van vandaag, maar dat alles wat op LGW? stond onbekend was, klopt niet. Het is het onderscheid in breedte en diepgang in het programma, en juist een plek te geven aan onvertegenwoordigde stromingen en de kwetsbare artiesten in de muziek. Van begin af aan vond ik het belangrijk om juist de hele stad beter erbij te betrekken. Een festival niet alleen voor de puristen die naar avontuurlijke, vaak avantgardistische muziek gaan. Dan kan ik terugkijkend wel zeggen dat het ons is gelukt. Zo hebben we Le Mini-Who en Lombok festival ontwikkeld, dat door ondernemers erbij te betrekken een sneeuwbaleffect creëerde. Tegelijkertijd ontwikkelden we educatieprojecten op verschillende basisscholen, MBO’s, de HKU, de Universiteit, en samenwerkingen met het WKZ en de Ulu Camii Moskee. Het was heel gelaagd en Utrecht omarmde Le Guess Who? We legden het niet op maar deden het samen, verbinden en zorgen dat iedereen meedoet en er ook daadwerkelijk iets aan had.”

“Het werd tijd om dit kindje los te laten en mijn volgende avontuur elders te gaan zoeken”

“In de Corona-tijd veranderde er veel voor mij. De geboorte van onze zoon, we verhuisden en ik zat thuis. We waren genoodzaakt vroegtijdig Le Guess Who te annuleren en bouwden aan een alternatief stadsfestival wat lastminute ook niet mocht plaatsvinden vanwege een harde lockdown. Het was voor mij tijd voor reflectie, zou het niet goed zijn als Le Guess Who? een podium zocht in de stad? Een podium annex debatcentrum zoals De Balie in Amsterdam. Is dat iets om mijzelf uit te dagen of is dat iets dat Le Guess Who echt nodig heeft? Het werd tijd om dit kindje los te laten en mijn volgende avontuur elders te gaan zoeken, maar dit kind was ook mijn identiteit geworden. Vooral in de stad was ik Le Guess Who?, het was mijn leven. Ik heb er twee jaar lang mee geworsteld en heb er een half jaar lang om gerouwd. Met alle fases van rouw die bij zo’n proces horen: ontkenning, verdriet en nu berusting.”

“Er staat nu een stevig team met jonge mensen die meedenken en emotioneel betrokken zijn”

“Ik weet dat LGW? in goede handen is bij Bob van Heur en Anne-Marleen de Jong voor de zakelijke kant. Er staat nu een stevig team met jonge mensen die meedenken en emotioneel betrokken zijn, geen top down structuur. Iedereen weet elkaar te motiveren, is verbonden en er is een enorme drive in het team. Vorig jaar september toen ik mijn afscheid aankondigde, werd ik gebeld door kunstencentrum Worm in Rotterdam waar ze een interim-directeur zochten. Dat heb ik een half jaartje met veel liefde gedaan. Daar is het nu klaar en ik hoop binnenkort weer een andere richting op te gaan met nieuwe dingen op mijn pad. Het liefste iets opbouwen, verbinden of pionieren.  Dat heb ik naast Le Guess Who? ook gedaan bij Into The Great Wide Open op Vlieland, dat was ook pionieren met een vriendengroep uit het muziekveld. Ik bemoeide mij daar weliswaar ook met de visie, maar dat was een andere dynamiek met een grotere groep mensen. Dat ik daar destijds afscheid van heb genomen, was vanwege de drukte naast TivoliVredenburg en Le Guess Who?, ik wilde ruimte mijn hoofd. Nu is het tijd voor heroriëntering en sta ik voor de vraag of ik door wil gaan met muziek of in de podiumkunsten of juist niet? Wat het ook wordt, het moet sowieso een sociaal maatschappelijke drive hebben. Ik wil nu ergens terechtkomen waar ik niet op de automatische piloot kan werken, misschien wel iets heel anders.

De keuzes van Johan

Muziek

“Neil Young, daar hoef ik niet over na te denken. Als jongen had ik een platenspeler aan het hoofdeinde van mijn bed en met mijn koptelefoon op luisterde ik heel veel naar Neil Young. Zijn muziek ben ik al die jaren blijven draaien. Live at the Massey Hall uit 1971 is een akoestische plaat, Neil Young is de enige muzikant, hij speelt zelf gitaar en piano. Hij is dan 25 jaar en als je hoort hoeveel monumentale nummers hij dan al heeft geschreven. Daarnaast had hij Déjà Vu al gemaakt met Crosby, Stills en Nash. Alles wat hij doet, doet hij vanuit zijn hart. Hij is niet één van de beste zangers, en tegenwoordig eigenlijk een oude brombeer. Southern man is één van mijn favoriete nummers. Zelf kom ik ook van het platteland en veel van de tekst herken ik. Ik geloof hem, hij spreekt zich uit tegen racisme en dat waardeer ik aan hem. Ik ben niet van de gitaarsolo’s, behalve die van Neil Young, en zeker in Southern Man, daar spreekt zo’n wanhoop uit, hij laat zijn gitaar spreken. Daar voel ik heel veel bij”.

“Alles wat Neil Young doet, doet hij vanuit zijn hart”

Concertzaal

“Tivoli Oudegracht was mijn tweede huis. Maar ik kom nu het meest in TivoliVredenburg. De diversiteit die ze daar laten zien en horen, is heel indrukwekkend. Podia zoals ACU, DB’s, EKKO, De Helling, De Nijverheid en Beton T, moeten ook naast TiVre bestaan. Ik voel heel veel liefde voor die podia. Underground moet er zijn, dat is belangrijk. Kensington en John Coffey zijn daar begonnen. Le Guess Who? was niet mogelijk geweest zonder al die verschillende podia in de stad.”

“De diversiteit die ze in TivoliVredenburg laten horen is heel indrukwekkend” (foto: Michael Kooren)

Kunstwerk

“Joe Pease, een jonge videokunstenaar. Hij is van origine Australisch en is naar Californië verhuisd. Ik zag All the Tired Horses, waarin je van bovenaf een verkeersplein ziet en de activiteit zich herhaalt. Hij zoomt in op een man in een pak die een kuil graaft of iemand die struikelt over zijn eigen papierwerk. Er wordt geen gebruik gemaakt van geavanceerde technieken, maar juist de basistechnieken. Hij zet het heel minimalistisch neer en ik werd erdoor geraakt. Het is maatschappijkritisch, de wereld waarin we leven waar men weinig oog heeft voor elkaar, de wereld lijkt steeds individualistischer te worden. Ik was voor het eerst sinds lange tijd weer eens blown away door kunst toen ik de video voor het eerst zag”.

” Ik was voor het eerst sinds lange tijd weer eens blown away toen ik deze video zag”

Boek

“De Beesten van Gijs Wilbrink. Wilbrink is de frontman van The Tenement Kids, een Utrechtse band. Zodoende ken ik hem. Hij heeft een onvergetelijke manier van schrijven. Wilbrink komt uit Ulft in de Achterhoek en verhuisde naar Utrecht. Ik zag de parallellen met mijn leven in zijn boek. Daar verhuist een dame vanuit de Achterhoek naar Utrecht, midden jaren ’90. Zij houdt zich bezig met dierenactivisme en beweegt zich in de krakersscene. De muziek, concerten en feestjes uit het boek zijn heel herkenbaar voor me. Wilbrink heeft een rauwe manier van schrijven, ik kan de draadjes shag nog op mijn tong voelen als ik zijn boek lees. Een geweldig debuut”.

“De muziek, concerten en feestjes uit het boek zijn heel herkenbaar voor me”

Film

“Paris-Texas van Wim Wenders. Ook daarin vind ik het minimalisme waar ik van hou. Ieder beeld is een schilderij. Ik kom tot rust als ik de film zie. Ik was in 2003 op een conferentie in Austin, Texas en heb veertien dagen met een auto door Texas gereden. Op zoek naar dat bepaalde sfeertje. En dat met de muziek van Ry Cooder. Paris-Texas is een film die voor mij reflecteert op de waan van de dag. Net zoals het werk van Joe Pease.”

“Paris-Texas is een film die voor mij reflecteert op de waan van de dag”

Voetbalclub

“VVV Venlo. Als kind werd ik al meegenomen naar het voetbal. In de jaren ’90 waren ze even succesvol. Net als bij FC Utrecht is het voetbal niet om aan te zien maar het blijft toch mijn kluppie. Nu zit ik vaker in de Galgenwaard dan in De Koel.”

“VVV is mijn club, maar ik zit tegenwoordig vaker in De Galgenwaard dan in De Koel”

Stad

“Montreal. Hier is het zaadje geplant voor Le Guess Who? Bob van Heur en ik hebben daar zoveel mooie herinneringen aan liggen. Ik ben echt van die plek gaan houden. Het is een fascinerende stad met veel verschillen. Het Franse deel in het centrum doet denken aan Parijs, het bakkertje waar je je stokbrood kan kopen en daaromheen een hele grote Amerikaanse stad”.

“In Montreal is het zaadje geplant voor Le Guess Who?”

Drank

“Het liefst drink ik de hele dag koffie. Zwarte koffie van versgemalen bonen. Ik hou niet van de koffie die je kan krijgen in koffietentjes, die is mij vaak veel te bitter. Ik hou van gewone koffie, zoals ik ook hou van een gewoon pilsje. Ik ben niet van de speciaal biertjes. Ik ben ook een wijnliefhebber en ontdek nu verschillende Rieslings.”

“Ik hou van gewone koffie, zoals ik ook hou van een gewoon pilsje”

Restaurant

“Concours in de Biltstraat, niet normaal zo lekker als ze daar koken. Mijn vriendin en ik zijn heel erg van het uit eten gaan en nieuwe dingen ontdekken. Maeve staat op ons lijstje. Maar ik las op De Nuk dat Townes van Zandt de favoriete muzikant van Mazairac (Karel V) is. Een chef die van zijn muziek houdt moet wel een fijnproever met uitstekende smaak zijn. Daar gaan we dus ook binnenkort naartoe”.

“Een chef die van Townes van Zandt houdt, moet wel een fijnproever zijn. Dus binnenkort gaan we ook naar Karel V”

Utrechter

“Margriet van Kraats, directeur programma bij Tivoli Vredenburg. Ik heb veel bewondering voor haar, zij gaf de leiding aan het oude Tivoli en door haar voelde het daar als een familiebedrijf. Zij heeft Le Guess Who? enorm gesteund en ik kreeg altijd het vertrouwen.  Zij heeft heel veel betekend voor mijn carrière”.

“Margriet van Kraats heeft heel veel betekend voor mijn carrière”

Wat zou jij doen als je burgemeester van Utrecht was?

“Ik zie nog meer ongelijkheid in de stad. Ik las dat er 8000 kinderen opgroeien onder de armoedegrens en dat zou toch niet mogen in een stad als Utrecht. Dit zou ik als eerste aanpassen. Daarnaast vind ik ook dat cultuur bereikbaar moet zijn voor mensen met een kleine beurs. De Culturele Zondagen, zoals bedacht door Henk Westbroek en Broos Schnetz, waren bedoeld voor iedereen en niet voor de kleine elite in de binnenstad. Er moet weer een laagdrempelig aanbod komen dat verbindt. Het is belangrijk in deze tijd van polarisatie. De mentale gezondheid is helaas niet meer vanzelfsprekend”.

Laat uw reactie achter

Reactie

6 reacties

  • Peter schreef:

    Dank voor alles, Johan, en succes met je hernieuwde zoektocht!

  • Leo Tromp schreef:

    Ook ik las de popencyclopedie van Oor stuk. Dat was bij nader inzien toch een bijzonder fenomenen. Ik keek er reikhalzend naar uit.

  • Renate Popken schreef:

    Zo mooi om een inkijkje te krijgen in jouw drijfveren en mooi dat je Margriet noemt, zo heb ik dat ook mogen zien en ervaren. Fantastisch wat je gedaan hebt en ben benieuwd naar volgende stappen.

  • Ronny G schreef:

    Gijsen Rot Op. Al het goede parel.

  • Martijn te Pas schreef:

    Ik ga Joe Pease checken en verder heb ik bewondering voor je enorme drive maar ook teamgeest; een gouden combinatie. Het gaat je goed en liefs uit Stockholm (altijd welkom hier). ???

  • Sannie schreef:

    O Johan wat een mooi stuk van je leven ,succes naar verdere dingen in je leven.
    Op naar steeds nieuwe uitdagingen!xxx
    Gr Sannie -(tair)
    Toiletdame Tivoli-vredenburg

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *