Onze columnisten

Is this tomorrow…

Het werd weer eens tijd om een held van me in het voetlicht zetten. Jimi Hendrix, waarvan ik eenvoudige portretjes in plakkaatverf had gemaakt en verkocht in Café de Steeg in Schoonhoven… waar eigenlijk mijn ‘artistieke carrière’ begon, in de zin van geld ermee verdienen. Het was mijn stamkroeg en ooohh… wat een nostalgische gevoelens en vele herinneringen roept dat op. Een café waar je kon poolen, schaken, een jointje aan de bar kon delen met bikers, Marokkanen, oude en nieuwe studenten van de Zilverschool… en alles wat daartussen beweegt en ademt. Alsof je in ‘Cheers’ kwam maar dan waar je weed mocht roken. Geen ‘Norm’ als ik binnenkwam maar ‘hé Mike’! Of: “Ha vreemde vogel”… als kroegbaas Moh achter de bar stond. 

Moh gaf me de eer om het grote raam aan de voorkant met Stevie Ray Vaughan te beschilderen in ruil voor een mooi stuk, Marokkaanse, hand geperste Polm. Ahum, ik dwaal af.

James Marshall Hendrix ging het worden op een forse (ø 35cm) schaal. Zonder gitaar maar alleen z’n gezicht en z’n lange vingers. Zo lang, dat de strijd met andere gitaristen eigenlijk oneerlijk was want hij kon z’n duim als vijfde vinger gebruiken… en dat deed hij. Hij inspireerde niet alleen mij (voor mij is hij de Mozart onder de gitaristen) maar ook generaties gitaristen na hem. 

  

De rook was een beetje verdwenen op de schilderzaal van de plateelfabriek, na de nare ervaringen rond het overlijden van mijn vader en die rook verscheen positief terug vanaf Jimi’s peuk. Van Joop kreeg ik mooie pigmenten mee… diep zwart en diep rood. Hij wilde het weer inbakken, net als bij mijn Vincent-koe. Hij kende m’n plan en leerde me dat zwart lastig is omdat het vrijwel nooit in één keer mooi egaal uit de oven komt, zeker niet bij grotere oppervlaktes. Ik was blij met Joop… en hij met mij. Eindelijk es wat anders… toch?

Thuis aan de eettafel schetste ik een groot portret van Jimi, levensgroot. Een recht in je ogen kijkende Jimi, met een halve frons boven een naar beneden getrokken zonnebrilletje. Zo’n blik van eh… ‘Ooohh ja joh’?! 

Z’n tronie kreeg ik te pakken, en z’n lange vingers die dat brilletje naar beneden trekken ook. Die vingers met peuk en ringen waren moeilijker dan z’n gezicht maar ik kreeg ze uit mijn vingers. De anti-Vietnambeweging, rassenrellen, het kwam er allemaal in via de ‘reflectie’ van de zonnebrilglazen en in de duisternis van z’n haardos. Een demonstratie waar ik zelf voorin sta in het linkerglas… en in het rechterglas een Vietnamees landschap tijdens een napalmaanval. Rechts in zijn haar, een kruisverbranding van de KKK ‘and a moon that turned on fire red’ die ik ‘verbond’ in een kosmische spiraal van diep blauw en rood. 

Het schilderen begon. Geen gekut met een lijntrekker maar ‘gewoon’ schilderen alsof het op papier was… zeer zuigend papier. Van licht naar donker, laagje voor laagje en veel beheerst geweld middels een flinke kwast voor het diepe zwart, met behoud van penseelstreek en extra Arabische gom.         

Het inbakken bleek weer een gouden greep. Stukken zwart en stukjes rood waren niet dekkend. Vooral in Jimi’s haardos, de brillenglazen en in karakterbepalende trekken, moest er glazuurverf bij, en: Hermanus ’00 op de achterkant. Daarna was ik getuige hoe hij de laatste, transparante glazuurlaag erop spoot. Joop ging het in zijn eigen ‘proefoven’ afbakken. En dan… het wachten… een nacht in de oven en daarna langzaam afkoelen maar het was het wachten waard want het resultaat was verbluffend. Technisch gaaf (zonder oneffenheden in het glazuur) en het zwart en overige kleuren waren diep geworden. Joop en ik waren trots! Jaren geleden heb ik een mooi bod op dit unieke stuk afgeslagen. In combinatie met een ander stuk mag het weg met tien cijfers… maar bij elkaar zijn ze me te dierbaar. Excuse me, while I kiss the sky! 

DCF 1.0

 

 

 

Hermanus.

Laat uw reactie achter

Reactie

1 reactie

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *