Busverhalen

I wonder… (slot)

Dit is het laatste busverhaal van B.U. Shido. Dit keer over domme vragen.

Het cliché luidt dat ze niet zouden bestaan. Edoch. Domme vragen bestaan! Bijvoorbeeld de vraag of ik naar Utrecht CS ga terwijl dit in koeienletters boven mijn voorruit èn op de zijkant van de bus te lezen is. Ik ga er tegenwoordig maar een beetje van uit dat sommige mensen iets niet dùrven te weten… of in dit tijdperk van informatie en desinformatie, niets meer vertrouwen en dan een beetje bevestiging aan me vragen. Bij deze, toch wel vragen naar de bekende weg, moet ik echter ook een slag om de arm nemen. Het is me overkomen dat ik deze vraag op een gegeven moment opvallend veel kreeg tijdens één rit. Lichtelijk geïrriteerd vroeg ik bij de zoveelste keer:

“Dat staat toch duidelijk op de bus?!”

“Nee meneer… er staat helemaal niets!”

En daar zit je dan met een bek vol tanden en enigszins verbaasd. Ik stapte uit om het te checken en inderdaad… de filmbak was uitgevallen. Lekker dan. Ik verontschuldigde me en schreef provisorisch een papiertje met het lijnnummer erop en zette dat zo goed en zo kwaad als het kon, zo zichtbaar mogelijk op het dashboard bij de voordeur. Deze domme vraag bestond dus niet meer.

De volgende nog wel: in de spits op Janskerkhof, met drie bussen achter me voor dezelfde halte richting Neude, halteer ik. In de spiegel zag ik even zichtbaar als voor het publiek op deze halte, dat de drie bussen achter me inmiddels gezellig waren aangeschoven. Vierenvijftig meter bus achter elkaar… kop op kont. De laatste die erin wilde was een jongedame van rond de 19 lentes. Getatoeëerde wenkbrauwen, zwart geverfd haar, een zonnestormkleur, Uggs (in de lente met 23C), jeans met voorgefabriceerde kniegaten en een mond die zo volgespoten was met fillers, dat ze ongeretoucheerd in de Donald Duck kon figureren. Ze sprak de voor mij onsterfelijke woorden in vragende zin: “Ga jij naar de volgende halte?” Huh? En: jij?!

“Nee, ik ben ’t zat… ik zet em nu in z’n achterrrrruit en ga trug naar de vorige halte.”

“Okay… dan neem ik de volgende bus.” Zei ze vrolijk en vriendelijk… en ze liep in een vreemde roze wolk, naar de bus achter me en zag haar dezelfde vraag stellen aan m’n collega. Ik bleef verbijsterd achter met hoog opgetrokken wenkbrauwen en floot de  Cuckoo’s Song.

En onlangs nog op Utrecht CS. Een blonde jongedame (sorry, het was echt zo) die ik al zag ijsberen tussen perron C6 en C4, de eerste een uitstaphalte, de tweede een echte instaphalte. Ze keek niet omhoog zodat ze de infoborden kon zien waar duidelijk ‘uitstaphalte’ stond en een stukkie verder op C4 waar alle vertrektijden van vijf streekbussen staan. Haar blik was 45 graden neerwaarts naar iets wat tegen haar praatte. Eenmaal op C4 kwam ze eraan. Er waren reeds een stuk of vijftien mensen voor haar ingestapt, die zicht- en hoorbaar incheckten maar ze vroeg: “Vertrek jij zo of ga je pauze houden?” (weer dat jij!)

“Sorry mevrouw maar denkt u dat ik genoeg bammetjes voor zestien man in mijn koffer heb?’

“Ooohh… jaahh… ehm… bammetjes?” En ja… daar kwam de ‘Cuckoo’s Song’ wederom.

Of het nou dommigheid is of absolute desinteresse in de werkelijke wereld van zulke ‘personages’… ik weet het niet. Ik zie ze steeds meer en steeds minder leuke, boeiende mensen met wie je af en toe een leuk gesprek(je) hebt. Met lede ogen aanschouw ik hoe het digitale universum oprukt en mensen opzuigt in een parallel universum. Ze zijn er wel maar ook weer niet, ‘fomo-freaks‘.

Ja, ik word ouder. In september 49 jaar en 24 maanden en ik begin me serieus af te vragen of deze ‘moraalridder’ nog wel iets bij kan dragen in dit werk waar ik me steeds vaker een dinosaurus begin te voelen. De behoefte om iets bij te dragen is er en mijn hoop is nog niet verloren, maarrr… ik heb kennis en ervaring te delen en vraag me af, of ik niet beter deze omgeving kan verruilen met bijvoorbeeld het onderwijs waar ik volgende generaties iets zou bij kunnen brengen over de wereld buiten die digitale. Tien jaar geleden trachtte ik het, maar helaas was HAVO als vooropleiding, niet voldoende om zij-instromer te worden. Zou dat in 2019 wel kunnen gezien de toenemende vraag aan leerkrachten… en buschauffeurs? Maar misschien is dat een domme vraag?

B.U. Shido

Auteur B.U. Shido
Auteur

B.U. Shido

'B.U. Shido' is van jongs af aan een getalenteerde tekenaar en schilder. Maar onlangs besloot hij de klei, potloden en penselen tijdelijk naast zich te leggen en te gaan schrijven. Iets wat al langere tijd een wens van hem was. Dit omdat hij als buschauffeur de nodige dingen meemaakt die zich beter in woorden dan in beeldende kunst laten vatten. Geen memoires, maar na acht jaar dit ambt te beoefenen, wel een mooie tijd om het één en ander in zinnige zinnen te vatten.

Laat uw reactie achter

Reactie

6 reacties

  • Gerard schreef:

    Ik ga deze verhalen missen. Ze gaven de toch wat anonieme buschauffeurs een gezicht en lieten bij tijd en wijle zien wat voor opmerkelijke (soms ronduit proleterige) types de bus bevolken. En dan heb ik het dus over de klanten.

  • Joke schreef:

    Mooie stukjes. Aan alles komt een eind maar dit had nog wel even wat langer mogen duren.

  • Peter schreef:

    Erg mooi, leuk en vooral treffend verwoord.
    Had wat mij betreft nog wel gewoon door mogen gaan. Er zijn nog genoeg onderwerpen .

  • Yolanda schreef:

    Jammer dat dit de laatste collum is, ze waren zo leuk om te lezen!

  • Floris schreef:

    Deze buschauffeur kan niet alleen heel goed schrijven, hij tekent ook nog eens prachtig. Chapeau!

  • Brigit schreef:

    Wat ontzettend jammer dat dit de laatste is.. Zoals eerder al geschreven mocht het van mij ook nog heel lang doorgaan. Wat een leuke en grappige, herkenbare verhalen.
    Bedankt voor deze cadeautjes! ?

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *