Een mooier slotakkoord voor deze rubriek kan ik me niet voorstellen. De twee mensen die ik momenteel nog volop aan mag raken in één tekening. Na Vader en Zoon en Ian was moeders de vrouw nu aan de beurt om uit mijn vulpotlood te vloeien. Het werd laatste werk voordat ik begon te boetseren want ik was aan iets anders, iets nieuws toe. Na ruim 35 jaar tekenen en schilderen was ik het een beetje zat en had voor het eerst in mijn leven een soort van painters block… geen inspiratie voor potlood of verf.
Dit werk ‘moest’ nog wel even om de cirkel rond te maken. Eerst het portret van Ian en erna een zelfportret met Ian in m’n armen… dat moest een gevolg krijgen en zo gebeurde het ook. Ik ging er met liefde voor zitten met een goede foto en mijn vulpotlood, de ‘Hermanus’ 0.5mm. Mijn Excalibur, geladen met een 2B stift. Behandel em met passie en er zal passie uit vloeien.
Het ging bijna vanzelf. Meer kan ik er niet van maken. Alleen met Ian’s blik had ik wat issues want het was een lastige. Op het moment dat ik de foto nam had ie een lichte, dwarse bui omdat hij ergens z’n zin niet voor kreeg en we probeerden hem aan het lachen te krijgen. Aahèèhh… zoiets. Die overgang vond ik juist mooi. Van chagrijn naar de lach die hij uiteindelijk niet kon onderdrukken, hoe graag hij ook wilde. Het gelaat van Domien, die em aan het lachen kreeg was een stuk makkelijker gelukkig. Niet echt een makkie maar door haar houding vielen details als de ogen weg.
De finale kwam in zicht en zo ook mijn voorlopig laatste woorden als Working Class Artist. Ik benadrukte de lijnen die een hart vormen in deze compositie. Damn… ik word nog es een sentimentele, ouwe lul, dacht ik… maar daar had ik maling aan. Wat ik hierna zou gaan doen was nog veel sentimentelerder. Een heuse kop van klei die mijn zoon Ian moest voor gaan stellen. Het werd een beproeving waar ik bijna twee jaar mee bezig bleef, op het obsessieve af. Tijdens het tweede jaar dacht ik regelmatig bijna klaar te zijn maar nee… nog effe dit… nog effe dat en opeens was ik het zat. Ian groeide en veranderde en aangezien ik geen foto’s gebruikte als ‘model’, werd het een frustrerend ‘project’. Bijna klaar maar… het werd de hoogste tijd voor iets anders. Ik had m’n lat te hoog gelegd en het bijna klare kopje met verrassende twist aan de achterkant, ligt nu veilig opgeborgen, kurkdroog. Rustig wachtend op een oplossing want de oven zal het niet overleven door luchtbelletjes en scheurtjes in de klei.
Schrijven had ik ook altijd al leuk gevonden en begon stukjes te schrijven over mijn belevenissen als buschauffeur. Ik benaderde de DUIC met de vraag of het wellicht interessant voor ze zou kunnen zijn… geen reactie. De Nuk was wel geïnteresseerd en voor ik het wist, stond ‘Zweefteefjes’ online onder het pseudoniem ‘B.U. Shido’. Na ruim 20 verhalen met illustraties verder, werden het verhaaltjes over mijn werken door de jaren heen.
Ik dank u allen, die me gevolgd hebben en soms hartverwarmend reageerden. Ook dank aan Marcel Gieling, die me Michael Kroonbergs tipte als contact bij de redactie en speciale dank aan De Nuk, die me volledige vrijheid gaf. Wanneer ik terug kom? Geen idee. Met kunstenaars weet je het nooit… zeker niet als ze working class zijn. Tot die tijd zijn woorden mijn nieuwe verf.
Jammer, ik ga deze verhalen missen. Mooi geschreven en telkens hele fraaie tekeningen.
Een prachtige tekening van een duidelijk trotse vader. Ik heb genoten van deze rubriek.
Hey zwager, Michal je maakt heel wat moois van je leven .Kunst is een manier om je innerlijk te kunnen weerspiegelen,naar je naasten en omgeving.Daardoor vind je vrijheid ons hoogste goed..blijf vooral zo doorgaan!!