Een serie over inspirerende Utrechtse vrouwen die een jaartje ouder worden. Rosanne Koevoets (38): “Wanneer je achtendertig bent is dat nog niet echt aan de orde. Het gaat toch gewoon vanzelf?”
Achtendertig! Rosanne Koevoets is de jongste vrouw die ik tot nu toe interviewde. Claudia Coutinho gaf het stokje door aan haar. Claudia, een Braziliaanse getrouwd met een Nederlander, vertelde hoe zij de grote stap naar een bestaan in Utrecht heeft ervaren. Rosanne vertelt de andere kant van het verhaal: haar Rafaël is een Braziliaan die zijn leven in Nederland vorm moet geven. Ik was benieuwd.
Rosanne Koevoets, een echte Zeeuwse, geboren in Goes. Haar ouders komen uit Burgh Haamstede en Zierikzee en wonen nog steeds in Goes. “De ouders van mijn moeder zijn op een gegeven moment wel vertrokken naar de Noordoostpolder omdat ze daar meer ruimte hadden om hun fruittelers-bedrijf voort te zetten. Hoewel wij niet uit een artsenmilieu komen, is mijn zusje uiteindelijk huisarts en ik dermatoloog geworden. Mijn vader was directeur van een basisschool in mijn geboorteplaats en mijn moeder zorgde, tot ik een jaar of vijf was, full time voor mij en mijn jongere zusje. Moeder had nooit de kans gekregen om te studeren maar toen ik eenmaal op de basisschool zat, ging ze naar het HBO en kreeg een goede baan bij een bank. Ze reisde jarenlang vijf dagen per week naar Dordrecht, ze regelde dat perfect en ik weet eigenlijk niet anders dan dat mijn moeder een werkende vrouw was. We waren een typisch Nederlands gezin, geen gekke dingen. Gewoon kamperen in Frankrijk en vaak naar opa en oma in Zierikzee. Ik heb die weinig avontuurlijke vakanties later ruimschoots ingehaald. Zo werkte ik op Kreta, deed onderzoek in Ghana, co-schappen in Malawi en stages in Brazilië. Ik was een heel zelfstandig kind en wilde alles zelf kunnen. Mijn moeder vertelt weleens dat ik als meisje van vijf jaar alleen met de bus naar mijn oma in Zierikzee ging. Oma stond mij dan wel bij de halte op te wachten. Dat reislustige en zelf ondernemen zat er al vroeg in. Ik herinner mij veel ruzie met mijn zusje en ik kon ook nog wel eens botsen met mijn vader. Ik ben eigenwijs en niet de gemakkelijkste en hij een tikkeltje autoritair. Maar al met al een gezellige jeugd en een leuke middelbare schooltijd.”
“Ik vond de studie leuk, zat in de goede hoek maar ik bleef een beetje zoekende”
Veel vriendinnen en met een vriendin heb ik laatst ons vijfentwintigjarig vriendschapsjubileum gevierd. Na de middelbare school wilde ik iets met Biologie maar misschien ook wel Geneeskunde doen. Ik werd uitgeloot voor de laatste studie en ging Medische Biologie studeren in Amsterdam. Ik vond de studie leuk, zat in de goede hoek maar ik bleef een beetje zoekende. Ik wilde mij eigenlijk nog niet in een bepaalde richting vastleggen. Misschien minder onderzoek en wat meer mensen om mij heen. Het tweede jaar werd ik wel ingeloot voor Geneeskunde aan het Erasmus Universiteit. Ik verhuisde naar Rotterdam en besloot mijn studentenleven compleet anders aan te pakken. Ik was in Amsterdam nogal eenzaam geweest en had buiten mijn studie nauwelijks sociale contacten. In Rotterdam werd ik lid van een studentenvereniging en vond een kamer in een studentenhuis. Ik had eindelijk de heerlijke studententijd waar ik naar verlangde. De studie was aardig, veel uit je hoofd leren en met weinig inspanning rolde ik door de opleiding. De materie was best interessant maar wel heel anders dan de medische Biologie waar het toch meer op onderzoek en toepassen gericht was. Ik ging werken op de afdeling Cardiologie in een ziekenhuis in Zoetermeer, misschien dat dit specialisme iets voor mij zou zijn. Na een jaar bleek dat dit geen succes was: heel hiërarchisch, alleen maar mannen en ruzie binnen de maatschap. Had de ene groep op vrijdag iets besloten, werd het besluit op maandag weer honderdtachtig graden omgedraaid. En nu dan? Onderzoek doen? Iets uitzoeken en daar over nadenken? Maar dat betekende uitstel van executie omdat ik toch ooit een richting zou moeten kiezen. Een studiegenootje vertelde over een vacature bij Reumatologie aan het LUMC in Leiden. Leuke werkplek en goed te doen met de trein vanuit Rotterdam. Ik deed daar onderzoek, maar als specialisatie vond ik de reumatologie te beschouwend en te veel puzzelen.”
“Dermatologen zijn redelijk “onschuldige” en vriendelijke specialisten en van moeizame machtsverhoudingen is er eigenlijk geen sprake meer”
“Na vier jaar maakte ik de switch naar Dermatologie. Het vak is vooral visueel, goed kijken en veel vragen. Je moet snel met een oplossing en een plan van aanpak komen. Mijn onderzoek bij Reumatologie bleek een goede basis omdat reuma een auto-immuun ziekte is en bepaalde huidaandoeningen ook auto-immuun gerelateerd kunnen zijn. De patiënten die ik zie zijn heel divers, van baby’s tot ouderen. Van allergieën tot chronische aandoeningen. En soms ook weer dat puzzelen. Dermatologen zijn redelijk “onschuldige” en vriendelijke specialisten en van moeizame machtsverhoudingen is er eigenlijk geen sprake meer. Mijn opleider Carla Bruynzeel, was de eerste vrouwelijke hoogleraar Dermatologie. Zij was een voorvechtster van vrouwenbelangen ook aan de Universiteit. Ik herinner mij dat zij bij haar afscheid alle vrouwelijke hoogleraren vooraan in de stoet wilde hebben. De ziekenhuiswereld blijft een gekke plek om te werken, een wereldje op zich dat een beetje achterloopt en redelijk conservatief is. Je hebt met veel mensen te maken zowel qua patiënten als qua personeel. Door het format sta je relatief dicht bij de mensen en geniet je veel vrijheid, ik voel mij daarin wel thuis. Maar ik denk dat ik zelf wel een beetje afwijk van het pad dat je geacht wordt te volgen. Een specialisme kiezen en daar tot je zevenenzestigste in werkzaam blijven. Je inkopen in een maatschap met enorme financiële consequenties. Ik werk nu in het Elisabeth in Tilburg als waarnemer en over een maand ga ik weer ergens anders naartoe. Ik ben altijd zoekende, is dit het nu? Wat als er iets anders op mijn pad komt? Ik denk dat Rafaël en ik daarin op elkaar lijken. Wij Nederlanders sturen een half jaar van te voren een uitnodiging voor een huwelijk of een groot feest. Hij zegt: ”Zo lang van tevoren, ik kan dan wel dood zijn”.
“In plaats van de vriendin stond daar een man met een motor. Ik dacht nog laat mij met rust”
“Ik liep stage tijdens mijn opleiding tot dermatoloog in Bauru in Brazilië. Daarna ben ik nog vijf weken in Brazilië gebleven, ik vond het zo’n geweldig land. Ik maakte vrienden, zij leerden mij Portugees en ik werd verliefd op het land. Ik vond weer een stageplek, nu voor zeven maanden, ik logeerde bij mijn vrienden en ontdekte het Carnaval in Rio. Ik werd uitgenodigd voor een barbecue in een favela en een vriendin zou mij op komen halen bij de bushalte. In plaats van de vriendin stond daar een man met een motor. Ik dacht nog laat mij met rust, word ik weer lastiggevallen. Hij bleek mijn vervoer naar het feest en heette Rafaël. Van maart tot en met september toerden wij rond op zijn motor en ik leerde hem en de omgeving van Rio kennen. Hij kwam voor drie maanden naar Rotterdam en ik ging een paar keer terug naar Brazilië. Tussendoor ontmoette we elkaar ook nog in Suriname waar ik een congres bijwoonde. Suriname ligt dichtbij Brazilië dus dat was goed te doen. Rafaël vond Suriname weinig nieuws, alles leek op zijn eigen land: de omgeving, het oerwoud en ook best veel armoede. Ik heb nog even overwogen om naar Brazilië te verhuizen maar dan zou ik mijn specialistenopleiding hebben weggegooid. Hij besloot naar Nederland te komen, deed het eerste deel van zijn inburgeringsexamen in Brazilië en kwam naar Nederland. We verhuisden samen naar Utrecht, een nieuwe woonplaats zowel voor hem als voor mij. Hij volgde cursussen Nederlands en rondde de inburgering af. Raar dat dit examen zo discriminerend is. Er worden voorbeelden gegeven voor Fatima en zijn absoluut niet gericht op de inburgering van een Braziliaanse man. Rafaël heeft een theaterachtergrond en was in Brazilië acteur, hier begon hij een klusbedrijfje. Nederlands leerde hij door veel met mensen te praten.”
“De verschillen in cultuur en hebben we samen overbrugd en vaak is dat een kwestie van vertrouwen”
“Hij spreekt geen Engels en niemand spreekt hier Portugees, dus zijn afspraken en offertes moeten in het Nederlands. Hij leerde snel. Hij ging voetballen, nam mensen mee naar huis en maakte zijn eigen vriendenkring. Hij was niet afhankelijk van mij en mijn sociale contacten. We waren allebei dertigers en redelijk gevormd door het leven. De verschillen in cultuur en hebben we samen overbrugd en vaak is dat een kwestie van vertrouwen. Hij heeft moeten wennen aan het feit dat hij niet meegaat naar een uitje van mij met mijn vriendinnen. Het is heel gewoon in Brazilië dat de partner meegaat zodra je een relatie hebt. Onze Kerst zal ook altijd heftig voor hem blijven. Wij keurig aangekleed rond een mooi gedekte tafel. Terwijl Kerst in Brazilië een luidruchtig feest is, met dans, eten en heel veel drank. Toen ik terugkwam uit Brazilië moest ik er wel wennen dat wij Nederlanders niet spontaan iets ondernemen. Naar mensen toegaan of doen waar je die avond zin in hebt. In Brazilië is niet iedereen maanden van te voren “volgeboekt”. Iedereen kan ook altijd komen. Ook wanneer er maar twee mensen zouden komen kunnen er best zes binnen lopen. Ik kan daarvan genieten. Wanneer je hier mensen uitnodigt is dat strikt “plus niemand”. Wanneer je dat in Brazilië zou doen zie je niemand meer terug.”
Hoe is het om ouder te worden?
“Wanneer je achtendertig bent is dat nog niet echt aan de orde. Het gaat toch gewoon vanzelf? Wij wonen in Nederland en hier is het ouder worden vanzelfsprekender dan in de landen waar ik ben geweest. Ik heb heftige dingen gezien en meegemaakt. Het maakt mij soms verdrietig om te merken dat het verschil in gezondheidszorg, rijkdom en gelijkheid zo afhankelijk is van waar je wieg heeft gestaan.”
Wat is je geheim?
“Als dagcrème altijd een zonnebrandcrème gebruiken met een beschermingsfactor dertig. Zonnebrandcrème is de allerbeste anti-rimpelcrème die er is. De zon een beetje beperken, in de schaduw krijg je ook een kleurtje. Lekker fietsen omdat je de vitamine D wel nodig hebt”.
Sport?
“Op het ogenblik niet. Ik heb wel altijd veel gedanst, veel Salsa. Ik heb wel geprobeerd om de Samba te leren dansen, maar na zes maanden leek het nog nergens op. Ik kan het een beetje maar ben zeker geen groot talent”.
Is je stijl veranderd?
“Ik kan er heel Nederlands bij lopen in een joggingbroek, zonder make-up. Maar ik kan ook helemaal over the top Braziliaans zijn. Met mijn haar, make-up en kleding alles tot in de puntje verzorgd”.
Wat vind je van de Utrechtse vrouw?
“De vrouwen die ik ken zijn vrij “groen”, qua doen en denken. Hier in de buurt merk ik dat men gemoedelijk is. De mensen waar wij veel mee omgaan zijn vaak expats van over de hele wereld. Ik ben niet opgegroeid in Utrecht en ben hier een relatieve nieuwkomer”.
Aan wie geef jij het stokje door?
“Aan Heike Rockman, zij werkt in het UMCU. Ze heeft een heel positieve instelling. Ze neemt toch de tijd voor onderwijs geven ook al is die er niet. Zij is de expert op het gebied van medicatie bij allergieën, er is niemand anders met deze specifieke kennis in het UMCU.”
Rosanne
Wat leuk om dit artikel over jou te lezen.
Ik heb tgv jouw geboorte het geboortekaartje ontworpen.
Een kinderwagen met diverse attributen er omheen en heel bijzonder ; uit de kinderwagen stak een zwart babybeentje.
Wel bijzonder voor de geboorte aankondiging van een blank meisje.
Niet iedereen begreep dit grapje.
Jouw pa werkte op een multiculturele basisschool en vond evenals jouw moeder
mijn grapje wel kunnen. Het maakt niet uit welke huidskleur een baby heeft.
Als ouder ben je blij met de geboorte ,dat alles goed is gegaan en je nu voor het eerst
verantwoordelijk bent voor een gezin.
Wat mooi dat jij nu een ,, donkere” man hebt. Mijn kaartje is wellicht nu helemaal van toepassing als jullie een kindje krijgen. Mooi dat jullie zo,n mooie mix zijn . Jij arts ,Rafael de artiest die in Nederland zijn eigen klus bedrijf runt en onze taal al doende leert. Jij bent een bijzondere dokter!
Geniet van elkaar ,het verre reizen en het goede leven. Vg Peter de Buck
Hallo Rosanna,
Wat een zoektocht naar de juiste plek. Mijn dochter zit in 6vwo en bereidt zich voor op de decentrale selectie Geneeskunde in Groningen.
Je vertelt dat je vader directeur was op een basisschool in Goes, was dat de Hanekam? Dan heb ik bijna drie jaar bij hem in de klas gezeten, vanaf de oprichting van de school tot ik in de 4e klas verhuisde. Met in mijn poëzie-album een versje in het Zeeuws, tussen de Friese rijmpjes van familie…
Over cultuurverschillen gesproken 😉
Groet, Ineke Baks-Vrieswijk