Hoe is het nu met?

Het mooiste meisje van de stad/Carla Valkenburg (63): De Vriendschap, Het Wilhelminapark en Kaatje

Vrouwen die een jaartje ouder worden maar zich jong blijven voelen. Hoe doen ze dat? En is oud worden een straf of een zegen? 

Voor mijn serie op de Nuk “Het mooiste Meisje” heb ik al de nodige vrouwen uit de Utrechtse horeca mogen interviewen. Er ontbrak er zeker nog een: Carla Valkenburg. Een afspraak was snel gemaakt. “Wel na twaalf uur, ik ga iedere ochtend zwemmen. Ik kom daar iedereen tegen en lig vaak met Jan van Zanen in het bad.” 

Carla Valkenburg, geboren op de Vleutenseweg, als oudste kind van  nog piepjonge ouders. “Mijn moeder was zeventien toen ze mij kreeg en ze werkte als fotomodel. Mijn vader was jaloers, zij moest die carrière opgeven en vond een baantje in de horeca bij Heck’s lunchroom op de hoek van de Potterstraat en de Oudegracht. Mijn vader werkte op de schepen van de Holland Amerika Lijn, hij bleef aan wal na mijn geboorte en kon aan de slag bij Flora (nu Villa Orloff). Hun ambitie was om samen een zaak te beginnen. In 1960 kochten ze café De Vriendschap aan het Wed en we gingen met ons gezin, uitgebreid met een zusje en een broertje, boven het café wonen. In 1967 verkochten mijn ouders het café aan Bob en Hans Mayr, de oudste en de middelste broer van mijn moeder. Onze huiskamer werd ingericht als bistro. Het was samen met Moustache van François Fagel, het eerste restaurant dat je een bistro zou kunnen noemen. Mijn ouders hadden inmiddels hun oog laten vallen op Het Wilhelminapark. Een gelegenheid waar je thee met een plakje cake en een eenvoudige maaltijd kon gebruiken. Karig ingericht met rotanstoelen en zeil op de grond. In die tijd was het ook de rijexamen-locatie van het CBR voordat deze naar het Oude Tolhuys werd verplaatst. Mijn ouders legden vloerbedekking, kochten ander meubilair en er kwamen gordijnen voor de ramen.”

Aan het werk in het Wilhelminapark

“Toen ik drie jaar oud was, stond ik op een kratje glazen te spoelen in de Vriendschap”

“Wilhelminapark werd een heus restaurant. Het werd ook de uitgelezen locatie om trouwrecepties te houden Wij woonden boven de zaak onder de rietenkap. Ik vond het er vreselijk altijd wespen en muggen. En de fontein midden in de vijver, waar wij vanuit de woonkamer op uit keken, had je ook wel snel gezien. We mochten van de verzekering geen koelkast of fornuis boven hebben, zodat we voor alles naar de keuken beneden moesten. Ik werkte als klein kind al mee in de zaken. Toen ik drie jaar oud was, stond ik op een kratje glazen te spoelen in de Vriendschap. In het Wilhelminapark waste ik auto’s, bakte appeltaarten en draaide nog een receptie mee wanneer ik uit school kwam. Na het Thorbecke aan de Asch van Wijckkade deed ik de Middelbare Hotelschool. Het werken in de horeca was een tweede natuur geworden en ik kon genieten van de bereidingen aan tafel: vis fileren, crêpes Suzette of cerises flambées. Jammer dat je dat niet meer ziet, dat was altijd een spektakel.”

“Hij had het alleenrecht en zijn bijnaam zou Mister Pokemon worden”

“Mijn jongere zusje heeft nooit iets voor de horeca gevoeld, zij is nog steeds gelukkig met haar baan in de diamant gereedschappen. Mijn tien jaar jongere broer werkte aanvankelijk bij Gerard Fagel in De Hoefslag. Hij is een uitermate charmante man, een knappe verschijning en altijd goedlachs. Een gast bracht hem op het idee om in de handel te gaan. Hij begon voor zichzelf, deed van alles en kwam terecht in de pluchen beesten die hij liet maken in China. Tijdens een bezoek aan China zei een Chinees, waar hij veel zaken mee deed, dat hij een partij kon kopen mits hij ook het spul ernaast zou nemen. Mijn broer was niet geïnteresseerd, maar de Chinees hield vol. Uiteindelijk zwichtte mijn broer en de handel waar hij niets in zag bleek goud te zijn: Pokemon! Twee honderd containers vol die al verkocht waren voordat ze in haven waren. Hij had het alleenrecht en zijn bijnaam zou Mister Pokemon worden. Je begrijpt dat het hem geen windeieren heeft gelegd maar hij laat ons ook meegenieten: Sint Maarten of de Seychellen, we worden altijd uitgenodigd. In 1988 verkochten mijn ouders de zaak en vertrokken naar Juan-les-Pins. Lang hebben zij niet kunnen genieten van hun Franse avontuur: mijn moeder overleed al snel en mijn vader een paar jaar na haar. Het horeca leven met drank en veel sigaretten had zijn tol geëist. Het Wilhelminapark was gekocht door een man zonder horeca ervaring die zijn geld had verdiend bij Datex, maar na de beurskrach waren zijn aandelen niets meer waard en kon het personeel nog nauwelijks betaald worden.”

Pa en ma Valkenburg

“Ik vertrok ook en opende mijn eigen zaak Kaatje aan de Adriaan van Ostadelaan. We waren net vier weken open toen er een dagvaarding op de mat viel. Ik werd gedaagd door Kaatje bij de Sluis in Blokzijl. Ik had geen rechtsbijstandverzekering en moest een advocaat nemen. Ik won de zaak, de rechter vond dat wanneer je in Utrecht reserveert bij Kaatje je echt niet in Blokzijl terechtkomt. Blokzijl ging in beroep en ik moest verschijnen voor het gerechtshof en zelfs voor de Hoge Raad en weer won ik. De proceskosten kwamen voor de rekening van de eiser maar ik bleef met toch de kosten van mijn advocaat zitten. Intussen had de pers lucht gekregen van de zaak en er verscheen een artikel op de voorpagina van het UN en haalde ik ook de landelijke pers. Hoewel ik tijdens de rechtszaak niet had mogen adverteren, zat de zaak bomvol en dat zou de volgende jaren zo blijven. Wel bedacht ik steeds iets nieuws: een drie-gangen-keuzemenu, vlees en vis combineren en hele menu’s of gerechten bij mensen thuis bezorgen. Vooral met Kerst wilden mensen thuis eten van restaurant kwaliteit, het liep storm en mijn ideeën werden al snel geïmiteerd”.  

“Ik wist niet eens dat ik in de Michelin gids stond en wat een Bib Gourmand was”

In 1994 kwam er een Frans sprekende Belg in de zaak. Hij bestelde eerst een verse jus d’orange ging daarna naar het toilet en bestelde toen diverse gerechten. Toen ik een praatje met hem ging maken vroeg hij hoe de Bib Gourmand van Michelin mij beviel? Hij was een inspecteur van de Michelin Gids. Ik wist niet dat ik die had gekregen als eerste restaurant in Utrecht. Ik wist niet eens dat ik in de Michelin gids stond en wat een Bib Gourmand was. Ik had een kleine zaak met 22 stoelen en moest nu soms wel zestig mensen op een vrijdagavond wegsturen. Er was een vaste clientèle vooral uit de omgeving van het Wilheminapark. Mensen dronken toen nog veel, namen altijd een digestief bij de koffie en konden lopend naar huis. Restaurant Wilhelminapark liep niet goed, nadat het was overgenomen door Maarten Sikking en het was mijn enige concurrent. In 2002 werd de euro ingevoerd en moest ik mijn prijzen delen door 2,2 dat lukte niemand. Daarop volgde de crisis in 2007 en viel bijna iedereen om. De mensen bezuinigden op luxe en als eerste gaat dan het eten buiten de deur eruit. Wij bezuinigden op personeel, ik waste en streek zelf het linnengoed en wij zijn er doorgerold.”

“Hij had ronduit een hekel aan kinderen. Nu zit hij met zes jongens”

“In 2002 ben ik gescheiden van mijn toenmalige echtgenoot. Hij zat in de makelaardij en dat beviel hem niet. “Waarom wordt je geen tandarts raadde een vriend en tandarts hem aan.” Hij ging studeren, Kaatje liep als een trein en ik kon de studie voor hem betalen. Het plan was dat ik mijn restaurant zou verkopen als hij klaar was. We kochten een enorm huis, het grootste van Lopik en hij vestigde zich. Je kunt allerlei plannen maken, maar mensen veranderen niet snel van tandarts. Hij werd verliefd op zijn tweeëntwintig jaar jongere assistente en ik ging terug naar Utrecht. Wij hadden nooit kinderen gewild, hij had ronduit een hekel aan kinderen. Nu zit hij met zes jongens, van wie de laatste drie een drieling is, in de leeftijd onder de twaalf. En hij woont in Drenthe. De tandartsen over de grens met Duitsland zijn goedkoper en de vergrijsde Drentse bevolking haalt liever een kunstgebit een tientje goedkoper over de grens. Sinds kort heb ik wel weer contact met zijn broer, die op zijn beurt weer lijkt op mijn schoonvader. Een man waar ik soms meer van heb gehouden dan van mijn eigen vader. Het is goed zo. Ik heb ook nog even rechten gestudeerd en vooral aan Arbeidsrecht heb ik veel gehad. Je bent namelijk makkelijker van je man af dan van je personeel. In 2017 heb ik de zaak verkocht en ben ik ZZP’er geworden. Lichamelijk hield ik het niet meer vol en ik kan maar beter erkennen dat het zo is. Nu doe ik wat ik leuk vind: lunches verzorgen en soms helpen in luxe zorgvilla’s”.  

Hoe is het om ouder te worden? 

“Ik heb de ziekte van Ménière waardoor ik last heb van duizelingen, tinnitus en gehoorverlies. Maar gelukkig zijn er allerlei hulpmiddelen zoals een goed hoortoestel. Mensen om mij heen hebben allemaal last van knieën en heupen, maar laat ik dat nu niet hebben. Ik kan genieten van de bioscoop: LHC, Springhaver of zaal 2 en 3 van de Rembrandt. The Parasite, wat een geweldige film. Nog even met Sylvia Witteman erover getwitterd en haar ook The Good Liar aangeraden. Ik ga graag lunchen en dan vooral bij Vis en Meer: bouillabaisse en een glas Spa rood. Ik ging graag naar Sumo, de Volendammer Vishandel of Toko Mitra, maar die zijn alle drie verdwenen.” 

Tennis, bridge of yoga? 

“Tennis, ik heb altijd veel gevoel voor de bal gehad. Als kind stond ik, uit verveling, uren een balletje te schoppen tegen de muur van de Domkerk. Ik ben rechtsbenig maar heb mijzelf door heel veel te oefenen ook linksbenig gemaakt. Ik speelde bij S.V. Houten en werd toen ik vijftien was geselecteerd voor het Nederlands Elftal. Maar mijn moeder heeft mij dat verboden. Zij vond dat ik eerst mijn school af moest maken. Ik was daar zo boos over, vooral wanneer ik las dat het Nederlands elftal in Israël speelde of in Zweden. Ik heb nog altijd het idee dat mij toen een grote kans is ontnomen. Op school speelde ik in basketbalteam en nu dus tennis. Dat speel ik ook goed, alleen ben ik natuurlijk niet zo snel meer. En natuurlijk iedere dag zwemmen. 

Is je stijl veranderd? 

“Nee, ik gooi kleren pas weg als de gaten erin zitten. Mijn grootmoeder heeft heel veel op ons gepast wanneer mijn ouders aan het werk waren en dat spaarzame heb ik van haar. Zij had de oorlog en de hongerwinter meegemaakt en zou nog geen plakje worst weggooien. Ik hou niet van luxe, ben een nuchter en weinig emotioneel mens. Ik hou van robuuste meubels maar heb wel een televisie met een gigantisch beeldscherm. Ik heb liever een warme jas dan een luxe handtas. 

Wat vind je van de Utrechtse vrouw? 

“Als ik aan de Utrechtse vrouw denk dan springt mij direct een jonge moeder op een bakfiets met twee of drie kinderen erin voor ogen. Werken en privé combineren en alle ballen in de lucht moeten houden. Soms zie ik wel eens dat het to much voor ze is. Parttime werken en dat tot na je AOW vol blijven houden. Ik vind het bijvoorbeeld heerlijk om door een oudere vrouw in een winkel geholpen te worden: niet zo gejaagd, meer aandacht en meer tijd.” 

Aan wie geef jij het stokje door? 

“Ik geef het sokje door aan Christina Bosboom, zij is altijd lerares Nederlands geweest op het Niels Stensen College en ik vind haar geweldig. 

Even door het fotoalbum bladeren.

Moeder Valkenburg als model

Met haar zus

De kinderen Valkenburg

 

  

 

Laat uw reactie achter

Reactie

5 reacties

  • Aard schreef:

    Super!

  • Irene van Luin schreef:

    Ik vroeg mij af of jouw jongere zus in de kleuterklas van de dompleinschool heeft gezeten,ik had een vriendinnetje waarmee ik na school vaak mee ging om te spelen in idd café de Vriendschap.
    We hebben heel wat uurtjes onder het biljart zitten spelen.
    Ik vroeg me af of zij dat zou kunnen zijn!

  • Marcel Kochen schreef:

    Dag Carla, een mooi verhaal met prachtige oude foto’s. Mijn ouders hadden Café Restaurant de Poort van Kleef. Heb in de jaren zeventig wel een paar keer in Restaurant Wilhelminapark gegeten. Had je vader ook in de Poort van Kleef gewerkt? Groeten, Marcel

  • Carla schreef:

    Irene van Luin: inderdaad, dat is mijn zusje. Indien je contact wil even naar haar facebookpagina. Ze werkt bij Styrka op de Proostwetering.

    Marcel Kochen: voor zover ik weet niet. Wel is er een leerling kok vd Poort van Kleef in dienst geweest in het Wilhelminapark

  • Wim Olthof schreef:

    Hey Carla,

    Wat een gaaf stuk,( met zijn up and downs).
    En leuk om jou weer eens te zien,grappig na z’n dikke 50 jaar.
    Kan mij niet zoveel herinneringen,maar voetballen deed jij als een kerel,bijna elke middag,om het vredesbeeld.
    Haha,ik zie je nog zo voor mij,met Brammetje en nog wat van die gasten…
    Dat fanatieke van jou heeft mij altijd verbaasd.

    Nou nog een mooi leven gewenst.
    O ja,wie ik ben,één van je klasgenootjes.
    ?

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *