Fenna Riethof

Denk je soms dat dromen zin heeft?

Fenna droomt van de perfecte plek in Utrecht om te zitten schrijven, een café waar de topliteratuur als vanzelf op haar scherm verschijnt. Maar nu even beide benen op de grond.

 

Schrijver Tom Hofland schreef delen van zijn debuutroman Lyssa in café Springhaver. Knap van je, Tom, hoe gaat het nu met je rug?

Het Gegeven Paard is te druk. Orloff, de Vingerhoed en Lebowski: te donker. Bar Beton: te duur. Rabarber: te knus. Buurten in de Fabriek: te kindvriendelijk. Coffee Company: hou alsjeblieft op. Het Muzieklokaal: geen tosti’s. Springhaver: wel tosti’s, heerlijke zelfs, maar daar zijn de banken van middeleeuws zitcomfort.

De cafés heb ik dus allang gelaten voor wat ze zijn en ik schrijf, als ik niet thuis wil zijn, in de openbare bieb. Daar is het ruim en licht, mensen houden zich rustig en je kunt er smakelijke worteltaart krijgen, wat weliswaar geen tosti is maar wel taart. Toch heeft ook deze plek nadelen: de stopcontacten zijn schaars en plassen kost 50 cent. Vaak zit er op de Stadhuisbrug een trommelaar die erg hard trommelt.

 

Ik heb een droom: ik droom van een speciaal schrijverscafé, een plek voor iedereen die buitenshuis wil schrijven, waaraan dan ook: een debuut, een scriptie, of een bedrijfsbrochure. Een lichte, stille ruimte met stopcontacten, tosti’s — ook met ananas! — en gratis toegang tot de wc. Er staan ergonomisch verantwoorde stoelen en tafels, ook voor mensen van aanzienlijke lengte.

Ik droom van een magische plek waar de omstandigheden zo gunstig zijn dat de topliteratuur als vanzelf op mijn scherm verschijnt.

 

In 2015 was ik op een schrijverskamp in Belgisch-Limburg. Eén van de schrijvers die workshops gaf was Ellen Deckwitz, die je kunt kennen van het Utrechts Stadsdichtersgilde, haar boek Olijven moet je leren lezen of De Slimste Mens. Ellen maakte korte metten met de opvatting dat je inspiratie nodig hebt om een verhaal te kunnen schrijven. Ze sprong op tafel en riep: ‘Het is 10 procent inspiratie, 90 procent transpiratie!’ Ook elimineerde ze ‘te druk’ als excuus om niet te schrijven. ‘Als je het wilt, kan het elke dag. Al is het maar vijf minuten op je telefoon.’

Ik heb een nachtmerrie: Ellen Deckwitz stormt de bibliotheek in en sleurt me aan mijn haren van mijn stoel. ‘Wat denk je wel niet dat je aan het doen bent?’ krijst ze, want een gevoel voor theater heeft ze wel. ‘Denk je soms dat dromen over een schrijverscafé zin heeft? Dat als je straks lekker zit, met een tosti Hawaï in je bek, je dan ineens een goed boek schrijft? Dacht het niet, poes.’ Ze springt op tafel en tiert voort.

 

Vooruit, ik heb een droom: ik droom dat mijn boek af is. Ik heb het in gestolen uurtjes geschreven, ergens in Utrecht, met lawaai om me heen, een zere rug en een volle blaas, maar het is wel af, en in die droom is Ellen Deckwitz op de boekpresentatie en steekt ze twee duimen naar me op.

Auteur Fenna Riethof
Auteur

Fenna Riethof

Laat uw reactie achter

Reactie

3 reacties

  • yvonne schreef:

    Hilarisch weer en super amusant om te lezen. En nu ff plassen. Gratis. Thuis

  • Felice Ghering schreef:

    Haha Fenna, gelukkig heb je die plek in ieder geval niet meteen gevonden! Misschien wil je mijn Bose Noise Cancelling dopjes een keer proberen.

  • W.H. de Groen schreef:

    Theehuis Rhijnauwen of de jeugdherberg daar is Utrechts schrijversplek.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *