Is het denkbaar dat iemand die goed is in koppensnellen, getriggerd werd door het woord ‘sprookje’ in de kop van een artikel van mijn hand in De Nuk en na het lezen ervan dacht: dát moet ik effe onthouden?
In Een sprookje dat goed afliep, (waar gebeurd) schets ik het rijke Romeinse leven van 2000 jaar geleden. De Etrusken, de oorspronkelijke bewoners van Italië, vormden een hoogbegaafde, kunstzinnige, vredelievende samenleving. De Etrusken versierden voor een bord eten het antieke Rome met hun gevarieerde, kunstzinnige uitingen. Rome, een stad van autocraten, machthebbers en gefortuneerde niksnutten die veelal druk waren elkaar te vergiftigen en zich verveelden of amuseerden als het volk bloed wilde ruiken en alles in het Colosseum kort en klein stampte.
De Etrusken verdreven de verveling en kleurden de stad, schreef ik in alle bescheidenheid.
Op een kwade dag bedacht een vooraanstaand politicus echter dat die Etrusken, die met zoveel plezier hun kunsten bedreven en toonden, voortaan maar voor zichzelf moesten zorgen. Niks bord eten. Ze beoefenden immers hun liefhebberij. Zzp’ers bestonden toen nog niet, maar het principe ‘Ieder voor zich en Jupiter voor allen’ gold toen al. De Etrusken spraken af Rome de rug toe te keren en de stad viel stil en verbleekte voordat de Romeinen het in de gaten hadden. Wie wil weten waarom het toch nog goed afliep, moet maar snel het artikel in De Nuk van 16 maart 2020 opslaan (onthoud die datum trouwens!).
Een recent van Gemeentewege verspreid document voor wie het maar aandurft het te lezen, doet in 171 pagina’s verslag waarom sommige Etrusken in Utrecht – u weet wel, zo’n creatief volkje dat ons voor een bord eten bezighoudt, amuseert, laat genieten van beeldende kunsten, muziek, podia, poëzie en bedenk het maar – wél nog een bord eten krijgen en welke níet. Toegegeven, het is een klus om 105 aanvragers van een subsidie op een goudschaaltje te wegen. Daartegenover staat dat een soort one-size-fits-all geraamte al veel houvast kan bieden aan hen die de aanvragen beoordelen en moeten uitleggen waarom de een wel en de ander niet. Zij die subsidie krijgen zitten niet te wachten op uitvoerige loftuitingen, dat zou een puist werk schelen. De pechvogels moeten worden getroost.
Farid Tabarki, klautert in zijn voorwoord meteen al behendig op de kansel
De voorzitter van de adviescommissie Cultuurnota 2025-2028, Farid Tabarki, klautert in zijn voorwoord meteen al behendig op de kansel met een citaat van een Pools-Britse filosoof over de ‘vloeibare moderniteit’ waarheen wij ons begeven. Let wel: we begeven ons, maar zijn er nog niet. Onder druk zal de moderniteit vast wel vloeibaar worden. Effe geduld dus.
Was de titel van Cultuurnota 2021-2024 nog ‘Kunst kleurt de stad’, (daar is ie dan, zie De Nuk 16 maart 2020) duidelijkheid is maar alles, in de Cultuurnota 2025-2028 dient de commissie zich aan onder de ietwat dubbelzinnige vlag: ‘Kleur bekennen’… Bij klaverjassen geldt dat als rood wordt gevraagd en je hebt rood, je rood moet bijlopen. Wie dat niet doet, houdt iets achter – speelt vals.
Het begrip cultureel ecosysteem duikt 340 maal op
Wacht, de voorzitter legt uit! Kleur bekennen is volgens de Commissie: ruimte proberen te creëren voor iedereen die onderdeel is van het Utrechtse culturele ecosysteem. Deze kreet is de absolute winnaar van de tekstuele worsteling met zichzelf. Het begrip (?) duikt 340 maal op in de 171 pagina’s in deze mea culpa, wellicht gehanteerd als zelfreinigend middel en tegelijk smeerolie? Niemand kan er overheen lezen, zoveel is zeker. Maar… um… Precies!
De paspop die 105 maal is gebruikt om bewoording en verantwoording aan de subsidie- aanvragers op te prikken en mee aan te kleden is geduldig, voorspelbaar. Wat nog meer? Onleesbaar ook. Een vergrotende trap zus, een overtreffende trap zo. Een kritiekje hier, een vraagje daar, een tikje op de vingers, een aai over de bol, een kneepje in de wang, een toefje klopklop, een reprimande, een suggestie, een aanmoediging. Duidelijk is in elk geval dat het gemeentelijk budget om het culturele ecosysteem in leven te houden, niet toereikend is. Zo ging dat in 2012, maar dan natiebreed, ‘onder’ Halbe Zijlstra (doctorandus, ook dat nog), die de kaasschaaf als een wildeman blindelings hanteerde onder het roepen dat de cultuursector – toen nog niet opgenomen in het ecosysteem – niet kon uitleggen waarover het precies ging. Dus eigen schuld, dikke bult.
Kika Sprangers was niet inclusief genoeg, ze werkte veel met vrouwen
Vreemd te lezen dat stuurbegrippen als inclusie en diversiteit, ad hoc worden ingezet.
Zo werd een heel bescheiden budget, aangevraagd door Kika Sprangers – een ras-muzikant waarop we trots kunnen zijn, prachtige muzikale initiatieven, composities, gedurfde bezettingen – niet toegekend. Ze was niet inclusief genoeg – ze werkt (te?) veel met vrouwen. Wat moet ik daar nu weer van denken of begrijpen? Oeverloos dus.
Ben ik nog iets vergeten? Ach ja, waarom ook niet een van de veren die de commissie zich in eigen fondament steekt in het zonnetje zetten. De voorzitter legt weer uit:
“Op een ongelooflijk zorgvuldige en integere manier mag ik wel zeggen, zijn binnen de subcommissies uitgebreide gesprekken gevoerd over de verschillende aanvragen. Door de kerncommissie zijn ze daarna in samenhang met elkaar en met betrekking tot het ecosysteem beoordeeld. Pijnlijke keuzes waren hierbij noodzakelijk en onvermijdelijk.”
Vanwege de subjectiviteit heeft men bij gebrek aan toetsingscriteria zelfverzonnen cijferwetmatigheden gecreëerd, waarvan ik me afvraag welke ambtelijke commissie dit heeft bedacht. De tuinmannen hebben het verder over ecosystemen en het missen van ‘de verbindende uitreikende rol naar de stad’ (….en dergelijke). Heel bijzonder dat Felix Visser het advies blijkbaar zo heeft gelezen (bij de Egyptenaren werd overigens flink ook in het potje geroerd…) Het bestuderen, goed lezen, het juist beoordelen was blijkbaar niet helemaal de bedoeling. Wij wensen de gemeenteraad veel sterkte en hopen van harte dat er op deze manier niet teveel kapot wordt gemaakt.
“Op een ongelooflijk zorgvuldige en integere manier mag ik wel zeggen, zijn binnen de subcommissies uitgebreide gesprekken gevoerd over de verschillende aanvragen.” Mijn god, hoe krijg je het uit je pen?
Kan deze schrijver uitleggen waarom er subsidie zou moeten gaan naar een jazzmuzikant? Als ze zo bijzonder is als hierboven vermeld, dan lopen de zalen toch vanzelf vol?
@H.Lambers
Wegens vakantietijd een nabrander: Ja dat kan ik wel, al zou het niet nodig moeten zijn. Voor de betreffende commissie is het zeker niet nodig, lees de waarderende woorden in het oordeel die over deze kunstenaar werden uitgestort. In het geval Sprangers is de stok om te slaan gevonden in het duistere hok (zo blijkt) van inclusiviteitscriteria: Sprangers werkt wel heel veel samen met vrouwen. Met andere woorden: ze moet meer mannen betrekken in haar werkdiscipline. Hoe gek wil je het maken, als beoordelingscommissie?
Kan het zijn dat ik uw naam in Kikkerverband (theater) ben tegengekomen?
Laffe bestuurders die aan Mei Li Vos in de eerste ronde uitbesteden dat er er cultuurbeleid moet komen. Die huurt 2 Amsterdamse PvdA adviesbureaus in om het denkwerk te verrichten. Daarna wordt er ene Farid Tabarki ingehuurd wiens enige verdienste het is dat hij alle landen op de wereld aan het bezoeken is ( zie zijn site). Er wordt een onzinnig modieus begrip gecreëerd ( cultureel eco systeem ).Resultaat? Blah blah waar je alle kanten mee op kan, maar er wordt gekozen voor de gebruikelijke. Als altijd krijgt het Culturele GroenLinks bolwerk T’ Hoogt een vette subsidie. Want een cultureel ecosysteem is mooi, maar de vriendjes en vriendinnen uit de subsidieruif laten eten is mooier.