Dinsdag, 7 april 2020
Als iemand een maand geleden tegen me gezegd zou hebben dat ik m’n boodschappen uit zou pakken en af zou nemen met een reinigingsdoekje, had ik een dikke, vette wenkbrauw opgetrokken en hem of haar voor gekkie verklaard. Daar laat ik nu m’n uitje naar de Twijnstraat echt niet door vergallen. Lekker om er even uit te zijn.
Op enkele jeugdigen na, die ik zonder meer aanspreek, hield iedereen netjes afstand. Ik nam dik gesneden beenham mee voor de aspergebouillon die ik nog over had. Even op zacht voedsel nadat ik me tijdens een niesbui op m’n tong had gebeten en dat was gaan ontsteken. Voor de zekerheid toch maar even een telefonisch consult aangevraagd bij mijn huisarts want het zag er best eng uit en was licht gezwollen. Ik typ nu liever dan ik praat. Gelukkig zag ze op de foto ervan niks verontrustends. Geneest vanzelf maar even uitkijken met wat je eet. Zacht voedsel was de raad.
Net voordat ik voor mijn avondsessie aan m’n (voorlopig) laatste ‘working class artist’, voor de toetsen ging zitten, kreeg ik een klap in m’n kop toen ik op facebook las dat de manager was overleden die zeven jaar geleden, de transfer mogelijk maakte voor mij van Almere naar Zeist. Iets wat veel meer vrije tijd, veel minder benzinekosten en veel meer arbeidsplezier op zou gaan leveren.
Ik kende hem niet echt goed maar ik sprak regelmatig met hem in het gezellige rookhok van vestiging Zeist, in een tijd waar rokers nog net geen paria’s waren. De onderwerpen liepen uiteen van bourgondisch eten, straaljagers, chauffeursethiek, tot het nut van wapenbezit. Over het eten en de ethiek waren we het altijd eens en we deelden een liefde voor straaljagers. Zelf had ik vroeger veel modellen gebouwd en hij kon ze erg goed fotograferen en wist het te regelen dat hij met straaljagers mee mocht vliegen zodat hij foto’s kon maken. Ik mocht hem wel. Ik was… ben hem dankbaar want zonder die transfer was ik nu geen buschauffeur meer geweest. Hij zorgde zelfs dat mijn portret van Bowie op de TV kwam tussen de dienstmededelingen door. Een eigengereide, markante en goedlachse manager. Mijn gedachtes gaan uit naar zijn naasten en de collega’s die lang , nauw en prettig met hem hebben samengewerkt. En ook naar deze kloterige tijd want ik vermoed minimaal een tienvoud aan mensen die hem persoonlijk de laatste eer zouden willen bewijzen, inclusief mijzelf, als wat toegestaan is anno nu. Rust in vrede Evert Jan van Koningsveld, EJ.
Woensdag, 8 april 2020
Ik keek niet op tegen m’n werk vandaag maar ik ging er ook niet fluitend naar toe. De vrije dagen waren verkwikkend geweest maar ik werd wel moe wakker… schijnt iets met die volle maan te maken te hebben. Na een volle mok koffie kwam ik een beetje tot leven. Het zou warm worden, had een geïrriteerde tong en moest een dienst rijden van maar 6,5 uur. Kaasie, zou ik normaal denken… het was echter een dienst met drie pauzes van een half uur en vier verschillende bussen onder mijn derrière. Bijna meer poetsen dan rijden maar gelukkig heb ik nog reinigingsdoekjes… maar ze raken snel op zo.
Het werd een redelijk rustige dag in de bussen, die stuk voor stuk uit Groningen kwamen met gebrekkige telematica. Mijn tweede bus was gevoelsmatig de fijnste. Wel omroep, schermen en een vierkantje wat me vertelde of ik op tijd rijd. Alleen het digitale betaalsysteem lag eruit. Gevalletje overmacht. Twee uur lang hoefde ik me geen zorgen te maken over zwartrijders. Verbaasde mensen dat de kaartlezers op rood stonden en niet ‘in konden loggen’, zoals een ‘gezellig’ bellende jongedame het noemde die voorin wilde stappen maar zo in haar gesprek zat, dat het tien seconden duurde eer ze door had dat ze achterin moest stappen terwijl ze met haar snufferd voor een knaloranje aankondiging stond om achterin te stappen i.v.m… Maar het was heerlijk en hoopvol om te zien. Mensen die wilden betalen!
Om die bussen was het drukker dan het nieuwe normaal. Veel fietsers en wandelaars. Logisch, op een mooie zomerdag. Helaas ook meer autoverkeer met opvallend veel duurdere auto’s, vol met jongemannen. Die ‘maan’ had waarschijnlijk toch voor een vreemd effect gezorgd toen ze opkwam na de persconferentie van Rutte en De Jong, die voor iets te veel mensen ‘groener’ licht gaf.
Uiteindelijk viel het mee. Slechts één persoon dacht op CS nog een kaartje bij me te kunnen pinnen en ik kon deze met succes naar de stationshal verwijzen om een kaartje uit de muur te trekken.
Donderdag, 9 april 2020
Voor mij werd het op één zwartrijders-incident een interessante en fijne dag, ondanks mijn tongklachten. Om 10:30 begonnen met instructie op de Ebusco, de elektrische bus. Met één instructeur en twee chauffeurs was het krap maar net te doen, al rondjes om elkaar draaiend. Na uitleg over alle toeters en bellen gingen we echt rijden en allejezus… het was effe wennen maar dit reed heerlijk… en stil. Wat een power van 0 naar 80! Ik maakte wat foto’s van de cockpit want mijn zoon zat er met smart op te wachten. Ik smolt van zijn ingesproken reactie erna.
Na de leuke instructie even pauze en daarna de normale bus weer op. Het werden rustige ritten maar wel fijne. Met de 43 van Zeist, via Odijk naar Houten, dwars door de lentekleuren van de polders. Mijn passagier genoot hier ook van en zat constant foto’s te maken.
Eenmaal terug in Zeist even pauze, zacht fruit gegeten en op naar Hilversum met de 58 via Bilthoven, Maartensdijk en Biltse Rading. Mooie rit maar lang geleden. Op de terugweg reed ik twee keer fout. De eerste keer waande ik me op lijn 59 en ging rechtdoor i.p.v. rechts af te slaan naar de Utrechtse Weg. De tweede keer was het de adrenaline die me afleidde. Twee jochies van rond de veertien kwamen met het inmiddels bekende viruscliché:
‘Kunnen we een kaartje pinnen?’
‘Zoals jullie waarschijnlijk heel goed weten… NEE!’
Het devies van U-OV is niet in discussie gaan maar vond dat ik best wel even mocht zeggen dat ze zich kapot moesten schamen. Twee haltes verder verlieten ze stilletjes m’n bus met schaamrode wangen. Daarna had ik een busbaantje met slagboom moeten pakken om te kunnen keren richting Zeist, bij de Utrechtse Weg maar miste deze omdat ik nog te opgefokt was door die fijne jeugd. Ik volgde de gewone weg en kon 2 km verder keren bij de Berenkuil.
Thuis weer aan de soep en nadat onze zoon, een gevoelig denkertje, eindelijk sliep, het slot van een komisch, virusvrij drama, ‘Last Tango in Halifax’, van de BBC gekeken met mijn vrouw, op 10 cm afstand van elkaar. Mijn laatste stukje voor de Nuk moest nog af maar ik had moeite om te focussen. Voor het eerst in een jaar lukte dat niet.
Vrijdag, 10 april 2020
Het werd bijna een kopie van woensdag. Dezelfde dienst maar gelukkig nu met gele, Utrechtse bussen waarin alles het deed. Maar wederom vier verschillende bussen dus vier keer poetsen voor vertrek en daarna met sani-gel de handhuid nog droger maken. Soms lijkt het wel of ik door m’n handen heen kan kijken…
Ik had ‘maar’ drie zwartrijders tijdens de eerste rit en erna niet meer. Beter dan tijdens de laatste rit, die ‘vervloekte’ laatste rit waar na zelfs een topdag, je humeur compleet om kan slaan door één vervelende passagier of asociale medeweggebruiker. Niet echt een vloek want bij die laatste rit, ben je gewoon niet zo fris meer als bij aanvang dienst, zeker nu… want je wilt naar huis!
Bij een eerste rit, heb ik de mentale veerkracht nog om een negatieve ervaring, letterlijk en figuurlijk van m’n linkerschouder te vegen met een opgetrokken wenkbrauw (chauffeurstic)… water onder de brug. Die wenkbrauw maakt overuren tijdens mijn werk sinds dat clotevirus. Over passagiers die aan het gangpad gaan zitten zonder de robot aan het stuur te zien, laat staan terug te groeten… over chauffeurs die onderling ook steeds minder groeten, de toenemende wetteloosheid van veel fietsers en automobilisten die er lustig op los bellen en appen tijdens het rijden. Bestelbusjes die 36 meter bus inhalen op een busbaan voor de verkeerslichten bij Stadsschouwburg, over een doorgetrokken lijn die zelfs voor chauffeurs heilig is… van die dingen ja. Je vergeet dan bijna dat je ook leuke contacten hebt gehad.
En dan kom je thuis met een vrije dag voor de boeg. Je zoon springt je nog steeds om je nek… je partner kust je gewoon op de mond en je kan gewoon alles aanraken zonder je gortdroge knokkels te gebruiken. Maar dat laatste stukje voor de Nuk lukte ook deze avond niet. Wel bijna… maar de focus was er niet.
Zaterdag, 11 april 2020
Lekker vrij vandaag maar nog steeds een geïrriteerde tong. Kauwen is nog steeds gevoelig maar met een mok, licht afgekoelde koffie voor de PC, lukte het toch nog om mijn laatste ‘working class artist’-stukje af te krijgen.
Toch een pannenkoek gegeten want onze zoon wilde heel graag pannenkoeken eten. Één met spek, één met kaas en daarna nog een halve met chocopasta. Voor de laatste pannenkoeken had ik havermoutvlokken door het beslag gedaan waarvan ik er één nam en een halve voor Ian. Even wachten en terwijl hij zat te smikkelen, zei ik dat er havermout doorheen zit. Dat koppie… bluwwèh! Maar hij at em wel op… best lekker papa… crunchy. Daarna lang met hem gevoetbald in onze woonkamer, met een sponsballetje. FC Utrecht won met 40 – 38 van Feyenoord. FC Utrecht werd ook steeds beter met zijn parkietjes…
Als diner besloot ik oosterse kippensoep te maken. Zelf getrokken… met gember, knoflook, uien, djeroek peroet en een mespuntje Madame Jeanette-sambal. Wat lente-ui en taugé op het laatst et voila. Vloeibaar en voedzaam. ’s Avonds gezellig aan een nieuwe serie (The Sinner, seizoen 3) begonnen en wat getypt, blij dat rode wijn niet gekauwd hoeft te worden. Morgen gezellig weer de hele dag lijn 73 maar gelukkig met een gelede bus zodat ik toch 15 passagiers kon hebben.
Zondag, 12 april 2020
Een gelede bus werd het… maar niet zomaar. Een Groninger werd me toegewezen, geen probleem. Ik poetste de schermen, knoppen en hendels en klaar voor vertrek. Ware het niet dat de voordeur niet dicht ging… deze hing uit het lood. Andere bus dus. De MER was waarschijnlijk met het verkeerde been uit bed gestapt maar toen hij zag dat de deur echt kapot was, kregen we met z’n tweeën de voordeur dicht zodat hij hem weg kon rijden zodat ik de bus erachter kon pakken. Top.
Alles weer gepoetst maar geen telematica. Geen OV-chip, geen route-info… nada. En ik had al vijf minuten weg moeten zijn. Weer naar de MER… Hij werd nu echt chagrijnig:
‘Je kan toch rijden?’
‘Geen probleem. Maar de klanten die ik krijg, wil ik toch liever laten kunnen betalen…’
‘Denkie dat het druk wordt dan?!’
‘Nee… maar daar gaat het niet om.’ Ik had hier echt geen zin omdat er voldoende keus was in alternatieve bussen en liet dat non-verbaal goed merken.
‘Nou eh… tja… dan rijd ik deze ook maar even weg… neem die achter deze dan maar.‘ De derde Groninger. En holy cliché… het werd scheepsrecht op eerste paasdag.
Gelukkig weinig volk en dat stemde me gerust. Ik paste me aan. In de wandelgangen hoorde ik over een drukke zaterdag. Standaardbussen met 23 mensen aan boord terwijl 10 de max was i.v.m. de afstand. Had ik iets gemist? Mijn teammanager had me nog bevestigd n.a.v. niet geheel duidelijke communicatie van het U-OV, dat ik bij max bereikt, het door zou geven aan de verkeersleiding, mijn bus op ‘Sorry, Bus Vol’ kon zetten en onverhoopt passagiers mocht laten staan bij haltes zolang er niemand uitstapte. Alleen sámen krijgen we dit clotevirus onder controle… toch?!
Ik had uiteindelijk maar één grijsrijdster. Ze had een te laag saldo maar moest op tijd voor haar werk in het ziekenhuis zijn. Geen probleem in dit geval, integendeel. Twee echte zwartrijders kregen een leuke rit van me cadeau. Ze waren mijn enige passagiers op dat moment, gingen achterin zitten, boven de achterste wielen. Ik kreeg een black-out… Plotseling vergeten hoe ik soepel moest remmen en waar de kuiltjes en drempeltjes waren. Zo haalde ik mijn gram eventjes… maar leuk was anders.
Even bijkomen op CS met een shaggie. Bus leeg, geen mensen, geen drones dus gewoon op het perron. Ik keek naar boven en betrapte mezelf op het feit dat ik nog steeds schoonheid kon zien en legde dat vast met mijn slimfoon. Ik zie de Pink Panther erin maar ben ervan overtuigd dat mijn zoon er twee parkieten in zal vinden.
Good night& good luck.
Michael Herman Schuurmans (Utrechter, buschauffeur, kunstenaar)
Buschauffeurs, het zijn net mensen 😉