Op de bus in coronatijd

Busblog: “Ik zie nu al dagelijks mensen met lichte paniek in de ogen instappen”

  • Door Redactie
  • |
  • 29 april 2020
  • |
  • 1 reactie

"Ik was al stil maar ik werd er nog stiller van en klapte ingetogen mee."

Gelukkig was ik herstellende van een vervelende infectie aan m’n tong. Naar mijn bescheiden mening kreeg ik een week te laat antibiotica waardoor de ontsteking waarvoor ik aan de bel trok bij mijn huisarts middels een foto te sturen van de plek, een week door kon groeien en etteren. Het advies was om even op vloeibaar voedsel over te stappen maar die conclusie had ik zelf al enkele dagen hiervoor getrokken… 

De tweede foto, een week later, was wel doorslaggevend voor een spoedje richting KNO in het Diaconessenhuis. Binnen een uur kon ik terecht. Wat! Zo snel? Ik werd ongerust… 

Hartelijk verwelkomd door een thermoteam van vijf verpleegkundigen kwam ik in een opvallend rustig ziekenhuis terecht. 36, 30 C… prima, route 270, fijne dag. Ja, u ook. Ik meldde me keurig en nam plaats in een lege wachtkamer met afgeplakte stoelen voor de afstand. Hé… dacht ik: Ideetje voor veilig(er) busvervoer? Gewoon stoelen afplakken. Wat kosten een paar rolletjes afplaktape of gelamineerde A4-tjes met instructies over waar plaats te nemen? Wie geen plek kan vinden, volgende bus? Liever de zwartrijders eruit maar ja… handhaving is nog een dingetje.  Twee minuten later stak ik mijn tong uit naar de arts en drie kwartier later (inclusief apotheek en vriendelijke en humane behandeling door uiteindelijk twee artsen) stond ik buiten met een forse antibioticakuur en een stuk gaas tegen m’n besneden tong, terwijl dat kleine, weggesneden stukje tong richting laboratorium vertrok. De dag erop werd geheel anders getint door de laatste rit van E.J. van Koningsveld via vestiging Zeist.

De ene had 35 jaar en de andere 43 jaar gereden… ik voelde me een guppie met m’n 9 jaar

Het was indrukwekkend en mooi. Velen kwamen in uniform, anderen casual, het kon gewoon. Zelf had ik een grijze spijkerbroek, zwarte schoenen, zwart T-shirt en het donkergrijze fleecevest met CXX erop, wat ik van EJ mocht houden toen ik overstapte naar Qbuzz in het toen nog gedeelde pand met Connexxion. Wel vreemd allemaal. Ik kwam er aan en zag even niet zo snel waar ik me moest begeven maar uiteindelijk zag ik een patroon van twee erehagen vanaf de in/uitrit. Een korte naar rechts die langs de wasstraat leidde, zoals je als chauffeur inrukt. De uitvaartcolonne zou hier een rondje maken en via de achterkant door de remise terugkomen waar de tweede erehaag begon voor EJ’s laatste uitruk. Ik ging naar rechts want daar zag ik nog drie meter ruimte tussen twee pensionado’s waarvan één in uniform, en raakte met hen aan de praat. De ene had 35 jaar en de andere 43 jaar gereden… ik voelde me een guppie met m’n 9 jaar. De stoet arriveerde en Zeist werd stil. 

Tot de stoet uit de remise kwam want onder een ingetogen applaus, verliet de stoet de vestiging. Ik was al stil maar ik werd er nog stiller van en klapte ingetogen mee. Het was mooi en waardig.

Woensdag, 22 april 2020

Deze dag kreeg een gouden randje. Niet in de eerste plaats door een bus waar het zonnescherm aan mijn linkerzijde, sneller terug naar boven schoot als dat ik naar het beneden kon trekken. Best irritant als je een zonneallergie hebt.    

Rond 15:20 zou ik gebeld worden door de KNO-arts voor de uitslag van het lab… ik kneep em stiekem behoorlijk. Om 15:15 zette ik m’n radio uit en zette mijn slimfoon op de plek waar normaal mijn stempel zou staan. 15:20 ging voorbij… 15:23 ook… en om 15:28 schalde mijn ringtone door de bus en gelukkig stond ik stil op halte Nepveulaan. Het mooie nieuws kwam dat het niks slechts als kanker of zo was en ik kreeg acuut een grote BLIJ met bijpassende muziek in m’n hoofd: De Tongsong van Wim de Bie!   Ook tof was dat ik de stand Michael versus zwartrijders op 3-0 kon houden! Drie personen, had ik succesvol naar een winkel kunnen verwijzen om een OV-chipkaart aan te gaan schaffen. Één zei zelfs nog gedag. Dwingende vriendelijkheid, kent geen tijd. 

’s Avonds aan een nieuw BBC drama, The Split, begonnen met Domien, heerlijk kneuterig en noodzakelijk. Het eerste seizoen vonden we fantastisch en het tweede seizoen lijkt dat ook te zijn. Barst van de intriges, biedt gespreksstof en uitmuntend acteerwerk. Heerlijk, iets om naar uit te kijken. En ook leuk: Barry Atsma speelt er een sterke bijrol in.

Donderdag, 23 april 2020

Goed uitgerust begon ik met een volle Jimi Hendrix-mok koffie voor m’n pc. Een interne mededeling van U-OV was het eerste wat ik las en begon meteen al niet echt vrolijk aan deze dag. Het bleek een omen voor de komende dagen qua handhaving en verlof. 

De politie had een collega een waarschuwing gegeven omdat deze teveel mensen aan boord had. Géén boete maar een waarschuwing. Dat schoot bij velen in het verkeerde keelgat maar niet bij mij. Ik vond het wel goed.  We dragen allemaal, samen, dezelfde verantwoordelijkheid en daar werd het OV m.i. op gewezen. Al is het maar om de passagiers die denken in een veilige bus te zijn gestapt en die bus steeds voller zien worden. Ik zie nu al dagelijks mensen met lichte paniek in de ogen instappen, panisch een shawl voor hun luchtwegen houdend.  

Ik voelde me machteloos en vooral pissig

M’n dag begon wederom met propere schermpjes, knopjes en hendeltjes. Mijn verstrekte reinigingsdoekjes waren op dus ik had zelf maar nieuwe gekocht. Op m’n eerste rit kreeg ik op de Vleutense Weg twee jeugdige zwartrijders die sinds 13 maart jl. nog steeds een kaartje ‘wilden kopen’. Ik voelde me machteloos en vooral pissig. Bij Station Leidsche Rijn resulteerde die woede in vergeetachtigheid en vergat een omleiding omdat de Grauwaertsingel dicht was. Ik kon nog net rechtdoor richting Centrum Boulevard i.p.v. de Parijs Boulevard op te rijden. Eerste naar rechts via de Vaduzdijjk en dan nog twee keer rechts en ik kon m’n route hervatten… dacht ik niet onterecht want deze route had ik al vaker gepakt als de Parijs Boulevard weer es vol stond met lossende vrachtwagens. Echter nu stonden er aan het eind van de Vaduzdijk vier door de gemeente geplaatste paaltjes… Neeeh… nou wordt ie helemáál mooi!  Een oudere dame kwam naar voren… vriendelijk… over hoe nou verder? Ik legde haar uit dat ze beter even terug kon lopen naar het station en daar de volgende bus kon pakken, met oprechte excuses voor het ongemak. Gelukkig was er begrip waarom ik de fout was ingegaan. Zwartrijder twee luisterde mee en zei: ‘Ooohh… thanks, dan bel ik effe een taxi’.

Met een standaard bus was het geen probleem geweest. Effe achteruit met een bochie naar links en een meekijkende passagier… maar ik had een gelede bus onder m’n billen. Ik probeerde het toch even. Vooruit recht trekken en dan achteruit maar ik bleek deze kunst niet machtig te zijn. Bij de minste, vermeende correctie middels het stuur, ging dat kolereding knikken. Even slikken want dit was me nog nooit eerder overkomen en voelde me klote omdat ik m’n emoties niet onder controle had gehad en nederig toen de rijdienst arriveerde. Die gasten bleken goud waard. Ze begrepen me en vroegen zich zelfs af waarom achteruit rijden met een gelede bus geen onderdeel was van het ‘bijscholingsproject’, genaamd Code 95, i.p.v. Engels in een dag… zou ze veel onnodig werk schelen. Ik was de tweede die dag op dezelfde plek. De gemeente had de eerste keer onder veel gemor de paaltjes er nog uit gehaald. Een tweede keer bleek geen optie. Achteruit dus. De rijdienst kreeg het ook niet voor elkaar en dus werd een expert opgeroepen. Die kwam en ogenschijnlijk met een vinger in z’n neus, reed hij mijn beest van 18m terug naar de kruising, knikte de goede kant op zodat ik het stuur weer over kon nemen met 30 minuten vertraging. Ik zwoor mezelf nooit een caravan te nemen.

De gast zei iets onverstaanbaars, gevolgd met: ‘or shut the fuck up!’

De stand Michael versus zwartrijders was 3–3 voor m’n laatste rit richting Zeist. Helaas werd het 3-4 want op Janskerkhof stapte iemand in die ‘vergat’ in te checken. Ik attendeerde hem erop dat het gewoon kon maar agressie was de primaire reactie in Engels met een Oost-Europees accent. Hij ging zitten en ik zei hardop: Shame. Hierna maakte ik nog een walgend geluid en dat was de trigger. De gast zei iets onverstaanbaars, gevolgd met: ‘or shut the fuck up!’ Geen schaamte of onverschilligheid… agressie. Zijn ‘raad’ volgde ik op want één ‘verkeerd’ woord mijnerzijds… escalatie… en dat was het me niet waard. Hij fulmineerde nog iets over ‘this fucking, stupid country’ en dook daarna zijn slimfoon in. De ‘rust’ keerde terug totdat ik in Zeist een fijne solo van Joe Satriani op m’n oortje meefloot, helaas niet al te zuiver… 

‘Are you saying shit to me?’ Meeveren… 

 ‘No sir… I was whistling, you must have misheard. I was out of tune’ Hij reageerde met iets onverstaanbaars maar overduidelijk onvriendelijk. Ik wilde het ook niet weten en zweeg. Hij stond ineens op terwijl ik de halte Steynlaan naderde, gelukkig richting achterdeur. Geen van de drie passagiers had op stop gedrukt maar gelukkig ben ik semi-halteziend, halteerde en deed de achterdeur open. Hij stapte uit en zei: Thanks. Tot mijn stomme verbazing. Adem in… adem uit… Roger and out.  

Vrijdag, 24 april 2020

Voor de verandering een vroege, late dienst van 14:00 tot 21:30. De hele dienst met één bus was een verademing want dat gedoe met die doekjes word ik een beetje zat. Net als die onbewuste achterdocht naar de hygiëne van sommige collega’s bij het openen van deuren of intikken van mijn gewenste koffie of thee. Voor de spits was het net als op andere dagen in deze tijd, drukker dan in de spits. Veel, teveel dagjesmensen. M’n bus kwam maar eenmaal op ‘Sorry, Bus Vol’ waarna er gelukkig snel een paar mensen de bus verlieten zodat ik m’n normale bestemming weer in kon schakelen. 

Eindstand: 1-0,5. Slecht één naïeveling die te weinig saldo had en verder dan CS moest zodat ik hem met succes naar de stationshal kon verwijzen. Ik had zeven minuten wachttijd dus dat zou… moeten… kunnen. Hij kwam onverrichter zaken terug met nog twee minuten op mijn klok… 

‘Sorry driver, it didn’t work, I didn’t know if I had to take first or second class.’

  ‘I’m sorry too. That’s for trains. Find the right automat or put money on your OV-Chipcard.’

Zo ging hij nogmaals naar boven want hij zag dat ik het meende. Mijn tijd zat erop… en reed rustig verder met het gevoel dat ik een slagje gewonnen had. Het bleef verder rustig en zag tijdens mijn pauze een fraaie zonsondergang op stadscentrum Nieuwegein… weer es wat anders. 

Des avonds kwam er ook nog eens mooi nieuws uit het Noorden. Het huisje dat we al hadden gereserveerd voordat we hier überhaupt ooit van Wuhan hadden gehoord… en aanbetaald… kon ‘gewoon’ doorgaan. De boot was echter de laatste horde en we kunnen weliswaar een dag later aan boord maar we hebben het kunnen omboeken. Driewerf hoera! 

Good night & good luck!

Michael Hermanus Schuurmans (Utrechter, buschauffeur, kunstenaar)

     

 

Auteur Redactie
Auteur

Redactie

Laat uw reactie achter

Reactie

1 reactie

  • E.Westerhoff beekink schreef:

    Hele leuke verhalen van de chauffeur en begrijpelijk hoe moeilijk het in deze coronatijd voor het busvervoer is voor alle chauffeurs veel gezondheid en begrip toegewenst

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *