Onze columnisten

Bips

Het is een gewoonte om ’s nachts de voordeur op het nachtslot te draaien. Je weet maar nooit, tenslotte. Soms kijk ik dan nog even op straat om te zien of er zich gekke dingen voordoen. Niet altijd is dat het geval en dan doe je daarna de deur dicht, je draait het slot om en je gaat naar bed.

Af en toe is er wel iets te zien, maar nog nooit eerder zag ik wat ik zondagavond zag. Of eigenlijk was het al maandagnacht, het was kwart over twaalf. Ik deed nog even de voordeur open en keek recht tegen de blote bips van een vrouw aan. Een bloot achterwerk. Nou zijn er akeliger dingen om plotseling tegenaan te moeten kijken dan een vrouwenbips, maar daar gaat het hier niet om. Boven de bips bevond zich een rug, en daar weer boven een hoofd met een bos krullen. Maar ook daar gaat het hier niet om. Want vanonder de blote derrière liep een straaltje vocht op de straatstenen. Er zat een vrouw te plassen, tussen twee auto’s, in een geslaagde poging zich te verbergen voor het talrijke uitgaanspubliek in de straat. Helaas kon ze zich op die manier niet verbergen voor de voordeur waar ze recht voor zat en die om kwart over twaalf even openging om de bewoner van het huis achter die voordeur een blik te gunnen op –  nou ja, dat weet u nu wel. 

Die bewoner was ik dus, en ik woon met veel genoegen in de binnenstad. Maar soms even met iets minder genoegen. Want de straat waar wij wonen, wordt tijdens de nacht gebruikt als fietsendumpplek. Onze straat is een zijstraat van de Nobelstraat, die glad geasfalteerde bus- en biergoot. En daar zitten veel café’s. En die café’s trekken publiek dat er zich komt bezatten. Als het daar nou bij bleef, dan was dat een overzichtelijk probleem, hooguit interessant voor wie in verslavingproblematiek en leverkwalen is geïnteresseerd. Maar daar blijft het niet bij, want als de wijn in de man zit, zit de wijsheid in de kan. Gemiddeld drie à vier nachten per week wordt er geschreeuwd, gebrald, gevochten. Er vinden opstootjes plaats, soms moeten de voorbijrijdende bussen hard claxonneren vanwege de lavelozen die zich op de busbaan begeven, of er op worden geduwd of gegooid. 

De zijstraten van de Nobelstraat worden benut om fietsen te stallen. Bij gebrek aan fatsoenlijke stallingsmogelijkheden worden de stoepen volgezet. Er staan er dan ettelijke honderden rijwielen, ze blokkeren geregeld zelfs de toegang tot de huizen, ze staan in geveltuintjes, ze liggen soms ordeloos op elkaar gesmeten. Af en toe wordt er met een straatklinker een slot geforceerd. Dan liggen er de volgende ochtend kapotte sloten als doodgereden adders op het wegdek.

Na afloop van het kroegbezoek worden de fietsen weer opgezocht. Dat gaat niet stilletjes, want er schijnt een recht evenredige relatie te bestaan tussen het alcoholpromillage van het bloed en het aantal decibellen dat de stembanden produceren. En het beschonken lichaam moet zich ontlasten, niet alleen van geluid, maar ook van sappen. Maagsappen, blaassappen. Er wordt gekotst en geplast. In geveltuintjes, tegen voordeuren. Alsof het normaal is.  

Maar het is niet normaal. Langzamerhand komt de buurt in opstand. Er is een groepje bewoners van de Nobelstraat en zijstraten dat het echt zat is. Er is een twitteraccount (@NobelstraatUtr). Er worden brieven geschreven, meldingen gedaan. Want laten we eerlijk zijn, het is allemaal niet normaal. Zelfs de nachtelijke aanblik van een damesbips niet.

Auteur Jelle Reumer
Auteur

Jelle Reumer

Laat uw reactie achter

Reactie

4 reacties

  • Anton Driessen schreef:

    Je zal er maar wonen. Onbegrijpelijk dat de burgemeester niet ingrijpt. Ze heeft alle bevoegdheden.

  • robert schreef:

    Dan hebben we het nog niet over de scherven van tientallen flessen per weekend, de ochtendslalom tussen alle braakvlekken en zowaar laatst ook een mooie uitgesmeerde drol.
    De halve straat staat vol met fietsen en als er geen plek is worden ze maar tegen de autos aangemieterd. Leuk voor je lakschade.
    Het is gewoon goor.

  • Eva schreef:

    Is het dan echt onmogelijk om een leuke uitgaansavond te hebben zónder om 04.00 ’s nachts de hele buurt wakker te schreeuwen?

  • Viktor Fedora schreef:

    De billen van een vrouw die in de Nobelstraat tussen twee auto’s op straat een plas doet, zijn in Jelle’s verhaal de druppel geworden die de stad doet overlopen. Mij lijkt het, overwegende dat mannen al decennialang hun snikkel uit de broek halen en pissen waar het ze uitkomt – tegen muren, deuren, auto’s, lantaarnpalen en bomen, vanaf bruggen, in brievenbussen – simpelweg een uitvloeisel van emancipatie. U weet wel, Art. 1, Grondwet.
    Laten we onze verfijnde en dynamische “cultuur” niet vergeten. Lezen we net dat Anke Klein met een lach en een traan haar portefeuille aan de wilgen heeft moeten hangen. Ook dat nog.
    Komt dus niet meer goed. Goeie shit voor Marcel van Roosmalen…

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *