Het verleden van Utrecht

Vertel mij Utrecht: Onderwijs in Utrecht (1)

Op de afbeelding van eind 11e eeuw is de jonge Liudger te zien die door zijn ouders naar de Domschool wordt gebracht.

In 695 werd Willibrord gewijd tot aartsbisschop van Utrecht.  Hij kwam als missionaris en was hiervoor in Ierland opgeleid. Zijn opdracht was om de Friezen te bekeren tot het Christendom.  Onder Willibrord werden twee kerken gebouwd in het voormalig castellum van de Romeinen op het Domplein, de Sint Maartens (latere Dom) kerk en de Sint Salvator. 

Het grondpatroon van de laatste is te zien in het rode plaveisel rond het standbeeld van Jan van Nassau. Aan de Sint Salvator of Oud Munster kerk (Monasterium = klooster) werd een kloosterschool verbonden. Rond de achtste eeuw vond het eerste onderwijs in Utrecht (Ultrajectum) plaats, een van de eerste in de Lage Landen. De lessen waren in het Latijn (de kerktaal). 

Onder Abt Gregorius, leerling van Bonifatius (opvolger Willibrord), kwam de school die priesters/missionarissen opleidde, tot grote bloei. Leerlingen uit gegoede families kwamen uit binnen- en buitenland. Een van de bekendste leerlingen van abt Gregorius was Liudger, later bisschop van Münster. Hij werd geboren in Zuilen bij Utrecht.  Na zijn dood werd hij heilig verklaard. In de abdijkerk van Werden (stadsdeel van Essen Dld).) is zijn vrijwel complete skelet bijgezet in een sarcofaag. 

De abt was de enige leerkracht aan de kloosterschool; oudere leerlingen hadden als taak mede te onderwijzen en de orde te bewaken. Lijfstraf werd niet geschuwd: met een houten schijf op een steel (‘de plak’) werd  bij ongehoorzaamheid op de vingers getikt, niet altijd zacht. Tijdens de rooftochten van de Noormannen, die ons gebied binnenvielen, halverwege de negende eeuw vluchtten de bisschoppen naar Deventer. Het onderwijs lag stil. Met de terugkomst van Balderik (976) vond herstel van de burcht, de kerken en het onderwijs plaats. 

De Dompleinschool die ik na de tweede wereldoorlog bezocht, lag een meter of vijf boven de nog aanwezige resten van de castellum, een deel was zichtbaar in de fietsenkelder, een deel verborgen onder de speelplaats. Een ‘sta in de weg’ op die speelplaats was een geel gesloten gebouw, een bunker uit de tweede wereldoorlog. De geschiedenis van beide besefte ik toen niet 

Opschrift op de Salvator klok in de Domtoren te Utrecht. 

De Verlosser word ik genoemd. Ik doe de tempel daveren, laat de markt beginnen, 

de hemel dreunen, de ijselijke en huiveringwekkende duisternis van de dood weerklinken; 

de sterrendragende avond zet ik in beweging met het volle geluid van mijn octaaftoon 

en ik dring door tot in het woud, maar de geest van jong en oud bereik ik met mijn vaste stem 

vol verborgen lieflijkheid. Sinds de bouw van dit onderdak, is er niet zo’n eer geweest. 

Geert van Wou heeft mij gemaakt in het jaar des Heren 1505. 

Laat uw reactie achter

Reactie

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *