Woensdag, 25 maart 2020
Na een goede nachtrust, stond ik gezond weer op. Bakkie gedaan, peukie gerookt en m’n bammetjes gesmeerd en onder een streeploze, blauwe hemel reed ik over stille straten en wegen naar Zeist. Zag ik nou tumbleweed voorbij rollen vanuit m’n ooghoek?
Ik nam een bus over uit Nieuwegein en dat bleek een stadsbus te zijn waardoor ik het eerste uur bezig was met van alles te ontdekken. Alleen stuur, rem en gas kwamen me bekend voor. Peter Sellers in ‘The Party’ was er niks bij. Vooral de stoel… één met luchtvering… was een puzzel om goed afgesteld te krijgen. Daar was deze oudere jongere niet bekend mee. De vorige chauffeur was kleiner dan ik en ik wilde graag iets hoger zitten. Dat leek te lukken maar ik zat toch iets te hoog. Dat knopje dan maar even proberen… tijdens het rijden want ik zat echt niet lekker. Oeps… alle lucht verdween en ik kwam met m’n harses ineens nog maar net boven het stuur uit. Het knopje daarnaast dan maar… ik schoot omhoog en kon nog maar net met de punt van m’n voet de pedalen bedienen. Okay…
Na wat gekut kreeg ik het een beetje door. Tijd zat, met twee passagiers die gedisciplineerd ver van elkaar plaats namen. Later zaten er zelfs vijf mensen in m’n bus. Op meerdere haltes waar ik mijn tijd afwachtte schoot ik omhoog en omlaag en kwam bijna dubbelgeklapt te zitten door een andere knop.
Bon… stoel ‘onder controle’. Ondertussen hoorde ik wel af en toe piep en piepiep van de kaartlezers maar het bekende derde beeldscherm voor streekrijders, waarop je de rit in moet stellen voor de OV-chip, zag ik niet. Ik dacht dat ik gek werd. Ik keek links, rechts, voor en boven me maar het was er niet. Na contact met de verkeersleiding bleek dat geïntegreerd te zijn met het scherm voor de halte-informatie, omroep en beeldinfo. Na een leuk gesprek via de microfoon en welkom gelach hierover had ik nog één vraag:
‘Ooohh ja… nu ik jullie toch even aan de lijn heb… hoe krijg ik in hemelsnaam de cabinedeur open?!’ Ik was de simpele mechanica van een hendeltje gewend.
‘Ehm… ja… geen idee maar ik vraag het even aan een stadsdeskundige die naast me zit.’ Het geheel kreeg iets ‘Dik Voor Mekaar’-achtigs met hoorbaar commentaar op de achtergrond. Het fleurde me op in ieder geval na vijf grijs/zwartrijders waarvan een jong gezin van drie op CS. Ik had hen gevraagd in te checken maar ze hadden geen chipkaarten en in de stationshal konden ze ook geen losse kaartjes kopen… Tja, wat doe je dan? Normaal gesproken zijn er op lijn 73 diverse mensen die een los kaartje kopen. Hoe moet ik in hemelsnaam het verschil zien tussen profijt en oprechtheid? Niet dat ik mijn pappenheimers niet ken, maar wie ben ik?
Donderdag, 26 maart 2020
Vrije dag. Aanpassen is het devies. Proberen te wennen aan deze nieuwe tijd. Soms lukt het, soms niet. Het lukt niet als ik teveel ‘nieuws’ volg. Wel als ik even een balletje trap met Ian die mij een nieuw balvaardigheidsspel leerde vandaag. Des avonds werkt muziek op tv en wat schrijven behoorlijk goed.
Vrijdag, 27 maart 2020
Jottem! Weer een gelede stadsbus onder m’n kont. Wat een luxe, die luchtvering. Kuiltje of drempel? Whoooshh… Ik kan hier wel aan wennen! Aan mijn gewenste koffie aanklikken niet… of het iets uitmaakt weet ik niet maar ik doe het sinds kort met m’n knokkels. Bij het openen van deuren, trek ik m’n arm terug in de mouw van m’n jas. Ook zo iets onnatuurlijks.
Protocollen waren aangescherpt en ik ging dus koppen tellen tijdens m’n ritten. Voor een normale bus is nu 10 passagiers de max om genoeg afstand tussen de passagiers te waarborgen, bij een gelede 15 en bij een dubbelgelede 20. Vol is doorrijden en pas stoppen als er iemand uit wil. Tot m’n laatste rit was dat geen enkel probleem.
De dag verliep rustigjes. Opvallend dat steeds meer mensen in een soort onzichtbare cocon terecht komen. Tot de laatste rit checkte iedereen keurig in maar een groet terug kan er dagelijks minder af. Vandaag herhaalde ik het bij een stoïcijnse, ingestapte passagier:
‘GOEDEMIDDAG!’ Geen sjoege… behalve van een dame voorin:
‘Tja… we zijn niet allemaal even enthousiast als jij!’
‘Enthousiast is niet het goede woord mevrouw… ik probeer er het beste van te maken.’ Stilte…
Tijdens de laatste rit, in de ‘spits’ van Maarssen naar Zeist, reed ik inmiddels op een standaard bus, 10 max. En ja hoor… een notoire, onsympathieke maar verder rustige junk die ik voor de crisis al meerdere malen de toegang had geweigerd, stapte in en liep meteen naar achteren.
‘JE MAG INCHECKEN HOOR!’
Hij liet een bankpas zien maar verder geen sjoege… Langzaam werd het steeds iets drukker. Acht man aan boord. Op Station Leidsche Rijn één er uit en twee erin. Bij Majellapark nog één erbij. Vol. Ik besefte toen dat als er nog één iemand in wilde stappen die een vitaal beroep uitoefende, pech zou hebben omdat er een junk, misbruik maakte van deze crisis. Gelukkig waren de hele Vleutense Weg en het Moskeeplein ook al zo’n tumbleweed-gebied. Op CS was ik weer leeg en hoefde het laatste half uur van m’n dienst niet meer te tellen.
Snel naar thuisiepluisie… omkleden, handen wassen en in de nivea, met een bord Irish Stew en aardappelpuree op schoot naar de laatste DWDD kijken. Zelf had ik Emile Roemer’s ‘journalistieke’ tribunaal willen terugzien maar dat is m.i. de enige, serieuze smet op het blazoen van vijftien jaar DWDD. Ik ga het zeker missen! Daarna nog even, virusontwijkend zappen. Onmogelijk… Musica!
Zaterdag, 28 maart 2020
Mooi weer, weekend voor de thuiswerkers en een standaard bus met toegang voor 10 personen op de normaal gesproken, drukbezochte lijn 74 van Zeist naar Vianen. Ik hield m’n hart vast, echt, want ik rijd niet graag passagiers voorbij. En deze zeker niet want hij kwam met z’n moeder een reservekabeltje brengen op Janskerkhof zodat ik de rest van mijn dienst naar muziek kon luisteren via mijn gehoortoestel.
M’n zenuwen kwamen hierna snel tot rust want ik kreeg de hele dag niet meer dan 5 mensen tegelijk op m’n bus en ik kon radio luisteren. Sommigen zeiden zelfs nog uit zichzelf gedag en dankten me bij het uitstappen.
De eerste keer dat ik richting Vianen moest, stopte ik op CS en een collega kwam op me af. Ik open sociaal mijn voordeur omdat ik dacht dat hij iets wilde vragen. Geen probleem qua afstand. Hij stapte echter in waardoor mijn inmiddels geconditioneerde rechterarm een halt-gebaar maakte. Hij keek me vreemd aan…
‘Laat jij je ook al zo gek maken?
‘Hoe bedoel je?’
‘Dat ik voor instap natuurlijk.’ Het kwaad was al geschied en liet het zo voor die ene halte.
‘Nee, het lijkt me eerder logisch, en een goed voorbeeld naar de passagiers.’
‘Ooohh… dus ik mag bij de zieken instappen?’
‘Wie laat zich hier nou gek maken, er zitten twee man in de bus!
‘Ehm…’ Ik liet het zo want hij hield wel afstand en leek niet verkouden of zo te zijn… en toen hij hierna over onduidelijke informatie van Qbuzz begon, veerde ik mee volgens de Roos van Leary. Iets wat je vanuit je opleiding verwacht toe te passen op passagiers.
Op de terugweg, m’n laatste rit voor de dag, stond er een andere, iets oudere collega te wachten om naar CS te gaan om te beginnen met z’n werk. Hij liep keurig naar de achterdeur en begroette me vriendelijk via de binnenspiegel. Op CS vroeg ik hem waarom nou de ene stadschauffeur zo graag voorin wilde stappen en andere gewoon achterin. Hij had een droge droom van een reactie:
‘Niet alle eikels vallen van dezelfde boom.’
Zondag, 29 maart 2020
Vrije dag vandaag en ik heb zowaar iets geleerd. Minder nieuws kijken helpt tegen zwaarmoedigheid. Pannenkoeken gebakken, binnen gevoetbald (sponsballetje wat eigenlijk een hondenspeeltje is) met Ian en daarna met hem geschaakt. We houden de moed erin en kleine irritaties worden snel de kop in gedrukt. Morgen naar mijn moesie van 74 toe te Rotterdam om een twee maanden geleden besteld bankstel, met mijn broer Remco te plaatsen want door dat pokkevirus levert men, begrijpelijk, slechts tot de deur. Ik kijk er eerlijk gezegd naar uit en Ian ook want hij mag mee en voor het eerst voorin de auto!
Maandag, 30 maart 2020
Ian glunderde de hele rit over de grotendeels door vrachtwagens en busjes bereden A12, A20 en A16. Zijn oma was nerveus of alles wel goed zou komen (oude hoekbank eruit en twee erin) en door de onderdrukte neigingen naar echt contact. Het kwam goed. De samenwerking met Remco verliep vlekkeloos. Het waren twee banken van ruim 1,5m lang dus de afstand was gegarandeerd. Moesie blij, wij blij. Op de terugweg een wederom glunderende Ian met wie ik woorden maakte… van kentekenplaten.
Thuis las ik een doorgestuurd artikel van mijn hoofdredacteur. Een artikel van de enige partij waar ik lid van ben geweest, de SP. Over hun wens om het OV weer onder staatsbeheer te brengen. Geen aanbestedingen meer met te weinig vet op de botten waardoor de reisprijs het enige is dat stijgt. Iets waar alle collega’s het mee eens zijn als het onderwerp over de kantinetafel gaat. Helaas is het voor teveel mensen nog steeds voordeliger om per auto te reizen dan met het OV. Als dat nou eens zou kunnen kantelen naar betaalbaar OV na deze klotecrisis… want het is nu toch wel duidelijk dat het OV onmisbaar is.
Michael Hermanus Schuurmans (Utrechter, buschauffeur, kunstenaar)
Laat uw reactie achter
Reactie