Het verleden van Utrecht

Vertel mij Utrecht: Pandhof-Sint Maarten (2)

In de 7e eeuw vestigden de Franken zich in het door de Romeinen verlaten legerkamp Trecht. Dagobert, Frankisch koning, bouwde binnen deze burcht (Domplein) het oudste kerkje van de Noordelijke Nederlanden, naar alle waarschijnlijkheid gewijd aan Sint Maarten. Zijn heiligenleven is beschreven door Sulpicicius Severus ( – tot ca. 425) in de ‘Vita Sancti  

Volgens overlevering werd Sint Maarten in 316 geboren in Sabria (Hongarije), deel van het Romeinse Rijk. Zijn vader diende als officier in het Romeinse leger. Martinus, Latijnse naam voor Mars, is God van de oorlog. Naar gewoonte zou Martinus hetzelfde beroep als zijn vader uit oefenen en in het leger dienst nemen.  Hij kwam terecht in Gallië (Fr.), deel van het Romeinse rijk. Bij de poort van Amiens speelt de daad van Martinus zich af die op diverse plaatsen in Utrecht afgebeeld is. Zittend te paard ontmoet hij in bittere kou een naakte bedelaar die hem om hulp vraagt. Martinus droeg alleen zijn  soldatenkledij en zwaard. Omdat hij zijn uniform niet af mocht leggen, sneed hij de helft van zijn rode kleed af en geeft dit aan de bedelaar. Daarmee werd zijn witte onderkleed zichtbaar. Aangenomen wordt dat dit ten grondslag ligt aan de rood/witte Utrechtse vlag en het logo van FC Utrecht. 

Als Jezus hem ‘s nachts in de droom verschijnt en zegt dat hij de goede keus gemaakt heeft, bekeert hij zich tot het Christendom. Martinus gaat zwerven en treedt vervolgens in een klooster en wordt later bisschop van Tours. Sint Willibrordus, die samenwerkte met de Franken, en Sint Bonifacatius hebben Sint Maarten voor goed aan Utrecht verbonden als beschermheilige. 

Gebeurtenissen uit zijn leven zijn in de pandhof uitgebeeld als een ‘stripverhaal’.  Eind 19e eeuw kreeg architect P.J.H. Cuypers (Rijksmuseum) de opdracht om de vervallen pandhof te restaureren. Deze liet van gehavende beeldhouwwerken van Sint Maarten kopieën maken. Na zo’n vijftig jaar moesten deze door de slechte steensoort weer vervangen worden en werden geplaatst in het ‘tuintje van de Domtoren’. Het Utrechtse ‘Sint Maartensberaad’ werkt samen met vele andere Sint Maartens steden in Nederland en Europa. Van een heilige wordt niet de verjaardag maar de sterfdag (11/11) gevierd met een feestelijke optocht die elk jaar groter wordt. 

In de westelijke vleugel van de hof bevindt zich het zogenaamde ‘touwvenster’.  Tot op de dag van vandaag is het raadsel van het touwvenster (een knoop) omgeven door vele verhalen. 

Een daarvan is dat de bisschop die opdracht gaf voor deze vleugelvond dat de steenhouwer het traceerwerk in dit venster te veel had doen wijken. Dit moest opnieuw. Toen de bisschop weer kwam inspecteren, had de steenhouwer er een touw om geknoopt.  De bisschop hief kwaad zijn zwaard; op dat moment ‘versteende’ het touw als door een Godswonder.  

Laat uw reactie achter

Reactie

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *