Gids vertelt

Vertel mij Utrecht: de Nicolaïkerk en het Nicolaaskerkhof

Het pofboekje van de vader van Margriet Hoogendoorn, die melkboer was

Sinds 1992 wordt de noordelijke gevel van de Nicolaïkerk gesierd door een gedenksteen met de volgende woorden van de schrijfster Clare Lennart:

De Vroomheid, de Schoonheid, de Jeugd, de Dood, de Waanzin en de Ouderdom komen hier tezamen.

Deze woorden staan voor Klaaskerk, Centraal Museum, Fundatie van Renswoude, het eertijds doden begraven in en buiten de kerk, Willem Arntszhuis en voormalig Stadsarmenhuis. Deze instellingen vormden als vanzelfsprekend de omlijsting van het Nicolaaskerkhof (het ‘plein’) toen ik in de jaren vijftig van de vorige eeuw daar met de kinderen uit de buurt speelde.

Achter de ramen van het Willem Arntszhuis, tegenover de kerk, stonden destijds net zo vanzelfsprekend patiënten in grijze eenvormige kleding. Sommige mannen stonden roerloos. Als één van hen totaal onverwacht hard op het raam bonkte of een ander schreeuwde, joeg ons dat de stuipen op het lijf.

In tijden van weleer werd met Pasen op het Nicolaaskerkhof kermis gehouden. Een van de kermisattracties was om op derde Paasdag (Paasdol) tegen een vergoeding ‘dollen’ uit het Willem Arntszhuis te kunnen bezichtigen – totdat dit verboden werd. Heden ten dage heeft Nijntje, geesteskind van Dick Bruna, in een gedeelte van het Willem Arntszhuis een eigen, druk bezocht museum. Daar kunnen kinderen zich naar hartenlust uitleven. Dat neemt niet weg dat wij kinderen veel plezier hadden met de beperkte middelen waarmee we destijds speelden.

Terug kijkend naar deze buurt van toen, voeg ik in mijn gedachten het woord ‘Armoe’ aan de gedenksteen toe. Het ‘pofboekje’, dat ik nog in mijn bezit heb, waarin mijn vader, melkboer, achterstallige betalingen bijhield, is daar een bescheiden getuige van.

Bij de spelende kinderen op het plein was er geen enkel besef dat in de kerk en onder ‘het plein’ gestorvenen uit de stad in het verleden daar hun laatste rustplaats kregen. Dat duurde totdat in de 19e eeuw van overheidswege verboden werd om in de bebouwde kom te begraven. Aan de rand van de stad werden nieuwe begraafplaatsen aangelegd. De naam Nicolaaskerkhof bleef en wordt nu gebruikt voor de parkeerplaats op deze plek.

De auto’s zijn een ontsiering van het het aanzien van de Nicolaïkerk. gebouwd in de 12e eeuw. Dit rijke monumentale bezit verdient minstens een gepast kerkplein. Zonder auto’s.

Laat uw reactie achter

Reactie

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *