't Hoogt

LHC – ‘t Hoogt:   10-0

Filmtheater ‘t Hoogt, Nederlands eerste filmtheater met een alternatieve programmering, heeft per 1 januari 2019 haar deuren op de locatie aan de Slachtstraat gesloten, na meer dan 46 jaar op deze plek in het centrum van Utrecht te hebben gezeten. Destijds een vooruitstrevend en sympathiek initiatief dat na de lange reeks van jaren, ondanks een forse subsidie door de Gemeente Utrecht, wat sleets was gaan worden, zowel wat betreft locatie (de zalen), qua bezoekersaantallen en zaalbezetting (nog geen 30%) als qua uitstraling (jongens, dit blijft wel erg makkelijk door hobbelen met deze subsidie).

Toen meer dan drie jaar geleden duidelijk werd dat aan de huur in het centrum in de loop van 2018 een einde zou komen, leek dat het uitgelezen ogenblik voor ‘t Hoogt om zich herpakken en zich opnieuw uit te gaan vinden.

Dat traject, dat intussen alweer vele jaren loopt, heeft er niet toe geleid dat ‘t Hoogt tijdig een andere locatie heeft gevonden om haar dagelijkse programmering voort te kunnen zetten. Zij staat wat dat betreft op straat. ’t Hoogt hoopt in 2020 in het Werkspoorkwartier terecht te kunnen en is  daarover naar eigen zeggen met diverse partijen in gesprek. Voorwaarde is wel dat de Gemeente besluit dit voornemen financieel te steunen. Doel is om in het Werkspoorkwartier een culturele HotSpot te creëren waar bewegend beeld en audiovisuele techniek centraal staan. De ambitie is “om het oude filmhuis om te bouwen tot een nieuw bruisend podium voor beeldcultuur passend bij het huidige tijdsgewricht”. Intussen gaat ’t Hoogt onder de noemer ’t Hoogt on Tour de wijken in en gaat directeur Rianne Brouwers tot de beoogde verhuizing in 2020 met een aantal collega’s en nog steeds gesubsidieerd “werken aan de toekomst”. De vraag is hoe die toekomst eruit komt te zien.

Het Louis Hartlooper Complex (LHC) liet onlangs weten dat zij – in samenwerking met Theater Springhaver – de programmering van ’t Hoogt zelf gaat invullen onder de naam CineFest. Blijkbaar kon Jos Stelling de langdurige en gesubsidieerde doodsreutel  van ’t Hoogt niet langer aanzien en heeft hij de stap genomen in het gat te duiken dat ’t Hoogt heeft laten vallen. Dat kon geen echte verassing zijn, omdat Stelling al in april 2017 liet weten dat hij bereid was de arthousefilms van ’t Hoogt te gaan draaien, zonder enige cent subsidie. Directeur Brouwers stelde destijds ( DUIC 1 april 2017, maar geen grap): ”Ik begrijp niet dat hij dat met droge ogen kan beweren.” Wat Brouwers onderschat – zij komt uit de bibliotheekwereld en heeft geen ervaring op het gebied van voor eigen rekening ondernemen -,of niet wil snappen, is dat je met echt cultureel ondernemerschap en gastvrijheid daadwerkelijk doelen kan realiseren en ook moet realiseren omdat het anders einde bericht is. Een langdurige , veilige en weinig kritische subsidierelatie ( Groen Links, voor wie mevrouw Brouwers de kandidaten voor de gemeenteraad mocht selecteren, welke raadsleden vervolgens weer mochten stemmen over verlenging van de subsidierelatie) draagt blijkbaar niet veel bij aan een realistische blik op de werkelijkheid of, zoals Stelling in de NUK schreef, “je wordt er lui van”. Hij wil voor zijn initiatief nu dus ook geen subsidie ontvangen.

’t Hoogt vertrouwde er blijkbaar op dat zij ook in de toekomst volledig gesubsidieerd zou blijven

Wie denkt dat ’t Hoogt nu – zoals LHC het noemt-  “beteuterd” om zich heen kijkt omdat haar hoofdtaak en daarmee een  wel een erg groot deel van haar toekomst wegvalt , heeft het mis. Hoewel iedereen  snapt dat het hoofd nu wel ruimschoots van de romp is gescheiden, blijft ‘t Hoogt vrolijk doorrennen. Mevrouw Brouwers , aan wie de overname enigzins voorbij lijkt te zijn gegaan, noemt de huidige ontwikkeling “geweldig nieuws”. Over realiteitszin gesproken. Dat goede nieuws geldt  met name wel voor de Utrechtse liefhebbers “ van bijzondere films voor een kleiner publiek ” ( LHC ) die voortaan bij LHC/Springhaver terecht kunnen. Hoewel het schier onuitroeibare optimisme van ’t Hoogt op zich te prijzen valt, had ’t Hoogt er beter aan gedaan  niet krampachtig vast te blijven houden aan het ongewijzigde voortbestaan van haar eigen organisatie, maar haar knopen moeten tellen , bijvoorbeeld toen de verhuizing naar het Smakkelaarsveld ( op zich een lichtelijk megalomaan voornemen)net op tijd nog werd afgeblazen. Ten onrechte heeft ’t Hoogt daarna driemaal een uitnodiging van Stelling tot samenwerking van de hand gewezen. ’t Hoogt vertrouwde er blijkbaar op dat zij ook in de toekomst volledig gesubsidieerd zou blijven, maar vergat dat zij op termijn geen locatie had terwijl LHC en Springhaver wel over geschikte locaties beschikten, evenals over een bewezen track record , ook wat betreft de aanpalende theatercafés c.q. restaurants. Nu wordt ’t Hoogt links en rechts ingehaald door de realiteit.

’t Hoogt blijft in haar eigen sprookjes geloven

LHC gaat de films draaien die landelijk doorgaans in de gesubsidieerde filmhuizen draaien. Vriend en vijand zijn het er over eens dat een dubbelvertoning van arthousefilms niet zinvol is. Voor ’t Hoogt echter geen enkel probleem. Haar markt zal niet ingepikt worden. Brouwers durft met droge ogen te beweren “dan kunnen wij ons weer op een ander segment richten, namelijk de niet- rendabele films”. ’t Hoogt blijft in haar eigen sprookjes geloven.  Brouwers verwacht dat voor niet-rendabele films wel een markt is, maar heeft nog niet aangegeven waar die markt dan precies uit bestaat en wie dat dan gaat betalen.

De Gemeenteraad zal binnen enkele maanden een beslissing nemen over de voortzetting van de subsidierelatie. ’t Hoogt zal dan met een heldere en gedegen toelichting moeten komen over de invulling van haar toekomst. Die toekomst ziet er vooralsnog somber uit, zeker  wat betreft de programmering. Voor de Gemeente Utrecht is er immers een win-win situatie. De programmering wordt ongewijzigd voortgezet door een partij die zich in het verleden ruimschoots heeft bewezen op het gebied van cultureel ondernemerschap terwijl de jaarlijkse subsidie van circa € 450.000,- kan stoppen. Wat wil de Gemeente nog meer? Stelling lijkt daarmee “de strijd om de art -housebioscoop” ( Nieuws030 , 2015)  te hebben gewonnen. De wedstrijd is nog niet definitief tot een einde gekomen , maar LHC staat ruim in blessuretijd met 10-0 voor. Het resultaat staat dus wel vast.

Waarom zouden er nu dan wel meer mensen naar het Werkspoorkwartier trekken?

’t Hoogt zal in ieder geval op korte termijn moeten kunnen uitleggen wat er precies wordt verstaan onder het draaien van niet-rendabele films en waarom dat op de locatie van het Werkspoortheater zou moeten. Een niet-rendabele film van de soort “ Tante Beppie voor het eerst naar het strand ”zal geen drommen mensen naar het Werkspoorkwartier lokken en kan net zo goed in een buurtcentrum worden gedraaid. Er kwamen sowieso heel weinig bezoekers naar de locatie in het centrum en waarom zouden er nu dan wel meer mensen naar het Werkspoorkwartier trekken.  ’t Hoogt wil het oude filmhuis ombouwen “tot een nieuw en bruisend centrum voor film- en beeldcultuur”.  De ( jonge) filmmakers die daar volgens ’t Hoogt onderdeel van moeten gaan uitmaken zitten echter de hele dag achter hun computer te vloggen, bloggen en films op het internet te posten. Die hebben helemaal geen behoefte aan de locatie Werkspoorkwartier om hun films te vertonen. Op al dit soort vragen en aspecten zal ’t Hoogt antwoord kunnen moeten geven. Vooralsnog lijkt het erop dat ’t Hoogt zich het beste vooral kan gaan focussen op haar activiteiten op het gebied van filmeducatie. Die heeft zij de afgelopen jaren verder ontwikkeld en daarvoor zal zeker een markt bestaan. Het zou jammer zij als de kennis en ervaring die de afgelopen 46 jaar is opgebouwd, geheel zou verdwijnen. Daar zit niemand op te wachten. Moge de Gemeenteraad in ieder geval op het ogenblik dat zij over te toekomst van ’t Hoogt gaat beslissen tevens- met Groen Links voorop- een motie aannemen waarin de Gemeente wordt opgeroepen een standbeeld op te richten voor Jos Stelling voor zijn verdiensten als cultureel ondernemer voor de stad Utrecht. Dat standbeeld kan dan op een prominente plaats worden neergezet op de Ganzenmarkt en de Telingstraat kan worden omgedoopt in de Stellingstraat.

De koning is dood. Leve de koning!

 

Gert Jan Bilderbeek (1953). Binnenstadbewoner en filmliefhebber. Geeft gevraagd en ongevraagd, ongesubsidieerd en geheel voor eigen rekening, commentaar op lopende zaken.

Laat uw reactie achter

Reactie

8 reacties

  • Marcel Gieling schreef:

    Mooi stuk Gert Jan, ik hoef hier niets aan toe te voegen.

  • Felix Visser schreef:

    Jos, keigoeie bal, zet ‘m op! Zelfs Huub Bals (instigator, geestelijke vader, ooit van ’t Hoogt, voor de jonge lezertjes) zou juichen.

  • Kitty Kilian schreef:

    Jeetje, tikje redactie mag hier ook wel overheen, NUK. Als je een krant wil zijn moet je enige objectiviteit nastreven. Cijfers ter onderbouwing zijn fijn. Bronvermelding. Interessante feiten in dit stuk, hoor, maar door de partijdige schrijfstijl is het haast niet te lezen.

    Fijn dat LH de meer alternatieve arthousefilms er bij neemt, daar niet van. Maar t Hoogt was ook lang een mooie plek. En dat er nu appartementen in komen, zoals ik heb gehoord (en dat er dus waarschijnlijk weer een paar eeuwenoude panden verwoest worden, van binnen) is doodzonde.

  • louise noy schreef:

    Wegsaneren het personeel en Mn de directeur

  • Michael Kroonbergs schreef:

    Beste Kitty,
    Zoals je kunt lezen is dit een opiniestuk.
    Redactie

  • H.Westbroek schreef:

    Goed stuk. Behalve, ” Het zou jammer zijn dat de kennis en ervaring die de laatste 46 jaar is opgebouwd geheel zou verdwijnen. ” Alsof in het binnenste van iemand die er werkt 46 jaar kennis en ervaring is opgeslagen. Onzin dus. Wat geen onzin is? Dat er per bezoeker een tientje subsidie bij moet. Elk tientje kan veel beter gaan naar de jonge filmmakers die de directie zo zegt te koesteren. Maar ja, dan moeten de 5 werknemers die nu doorbetaald thuis zitten op zoek naar werk waarvoor je werken moet.

  • Simone schreef:

    Als docente CKV, kan ik wel zeggen dat er aan het educatieve programma van ‘t Hoogt wel het een en ander ontbrak. Een paar jaar geleden ging ik met een klas naar een film, die uitvoerig zou worden besproken. We werden in de zaal gepropt, geen explicateur of iets anders. Gelukkig hadden we op school de film besproeken!

  • Peter schreef:

    Ik ben er niet van overtuigd dat de ‘markt’ dingen altijd beter doet, maar hier is dat toch wel evident. Een ondernemer zoals de heer Stelling die z’n nek uitsteekt voor ongesubsidieerde programmering van arthouse films hoort door de gemeente Utrecht te worden gekoesterd. In plaats daarvan een ‘voortzetting van een subsidierelatie’ (alleen dit klinkt al gemakzuchtig en griezelig) bespreken met een partij die met subsidiegeld iets vergelijkbaars zou willen doen is verspilling van tijd en aandacht en is handelen in niemands belang. Misschien is het tijd dat de gemeente namens haar inwoners eens “stelling’ gaat nemen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *