Het moet een mooie expositie worden, prachtige foto’s en gedichten van het stadsdichtersgilde die tezamen een beeld geven van een gemarginaliseerde groep medestadsbewoners, de daklozen. Wie kan daar nou op tegen zijn, zo’n expositie? Ik in elk geval niet. Maar toch ontstond er reuring; in deze internetkrant is er al tweemaal over bericht. De expositie, in de vorm van grote panelen, wordt geplaatst in het Zocherpark bij de Catharijnesingel, een wandelpark. De Stichting Singelgebied Utrecht maakt daar bezwaar tegen. Niet tegen de expositie als zodanig – want wie kan daar nou op tegen zijn? – maar wel tegen de plek. Een wandelpark is bedoeld om in het groen te kunnen wandelen en van een zekere rust te genieten. Temidden van het drukke stadsgewoel is het Zocherpark ook voor mij met regelmaat een contemplatieve oase.
Je bent natuurlijk gauw geneigd om te denken dat de Stichting Singelgebied niet zo pietluttig moet zijn, wat maakt een expositie van een aantal weken, of desnoods maanden, nou uit? Er zijn in deze stad wel belangrijker slakken om zout op te strooien. Maar ik denk dat er nog iets anders meespeelt, een gevoel op de achtergrond dat niets te maken heeft met de expositie als zodanig en uiteraard al helemaal niet met de portretten van onze daklozen, want dat zijn gewoon portretten van mensen als u en ik. Het gaat om die rust.
Een ommetje door het Zocherpark verschilt wat dat betreft niet van een wandeling door Amelisweerd
Het gaat erom dat een wandeling door het Zocherpark tot doel heeft om even uit de drukte te zijn. Een ommetje door het Zocherpark verschilt wat dat betreft niet van een wandeling door Amelisweerd, landgoed Oostbroek, de bossen bij Zeist of Bilthoven of waar dan ook. Even uitwaaien op het strand. Het is al erg genoeg dat je soms bij zo’n wandeling geconfronteerd wordt met omgevingslawaai: aan de overkant van het water is de Catharijnesingel ook een verkeersader, langs Amelisweerd zoeft de A12 en langs Oostbroek ruist de A28. Maar voor de visuele rust kun je er terecht. We zouden het raar vinden om in de Zeister bossen te worden geconfronteerd met grote foto’s, of daar nou daklozen op staan of voetballers of gemeenteraadsleden maakt niet uit.
Het gaat om het recht op visuele rust. Die wordt al genoeg getergd. In de stad wordt ieder leeg plekje gevuld met iets dat er niet persé hoeft te zijn. Wie een foto van de stad van pakweg veertig jaar geleden vergelijkt met het zelfde straatbeeld van tegenwoordig, ziet onmiddellijk de krankzinnige toename van reclame en andere visuele prikkels. Overal is iets te zien, wordt een boodschap verkondigd, een product aangeprezen. Gevelreclame, spandoeken, fel oplichtende reclamezuilen met wisselende beelden. En dat alles in een binnenstad die van het predicaat ‘beschermd stadsgezicht’ is voorzien.
Ik weet zeker dat de Stichting Singelgebied helemaal niet beoogt de daklozen verder te marginaliseren
Het valt in de praktijk nogal tegen met die bescherming. De mooie, bijna middeleeuws verstilde aanblik van de Domkerk vanuit de Korte Jansstraat wordt gruwelijk verknald door boven de straat opgehangen spandoeken die uitnodigen om eens een terrasje te pakken. Waar is dat voor nodig? Wie verzint zulke onzin?
Het is de horror vacui, de angst voor leegte, voor een lege ruimte. Die ruimte moet worden gevuld. Het ergste voorbeeld dat ik ooit hoorde was een projectontwikkelaar die over de weilanden van het groene hart wist te orakelen dat het zo zonde is, al die lege ruimte. Daar kunnen bedrijventerreinen komen! Als je er op let, zie je het hier ook, kleinschaliger, maar even dwingend. Onopvallende grijze meterkasten op straat die niemand ziet, worden omgetoverd tot kleurige kunstwerken. Leuk, maar het trekt de aandacht. Lege muurvlakken worden met grafitti volgespoten. Aan lantaarnpalen worden lichtbakken opgehangen, vaak zonder andere boodschap dan dat je die ruimte kunt huren. Mooie oude straten worden ontsierd met spandoeken (die door de wind ook nog dikwijls worden omgeklapt zodat de boodschap niet eens meer leesbaar is en het hele ding ook nog eens zijn doel voorbij schiet). Winkeliers zetten de stoep vol met in de weg staande driehoekborden.
De expositie in het Zocherpark past in die trend: er is een lege ruimte – in dit geval het gras langs de paden – en die moeten we dús opvullen. Ik weet zeker dat de Stichting Singelgebied helemaal niet beoogt de daklozen verder te marginaliseren (dat frame worden ze nu ingeduwd), maar dat ze zich bekommeren om de ruimte. Om de visuele stilte die we uiteindelijk allemaal zo nodig hebben. Het zou een van de Universele Rechten van de Mens moeten zijn: het recht op visuele rust.
Helemaal mee eens. Ik deel de bezwaren tegen de foto expositie. En dat heeft niets met het onderwerp van die expositie te maken. Laten we zuinig zijn op de plekken in de stad waar nog rust is. Was het nou zo moeilijk om een andere plek te vinden?
De suggestie dat het deze stichting om daklozen gaat, is goedkoop. Het gaat om visuele vervuiling, zoals hier terecht wordt opgemerkt. Laat het park met rust.
Loop je lekker te wandelen… te genieten van de rust… zie je ineens een mislukte trap die verkeerd is ingemeten, overwoekerd met onkruid. Ook behoorlijk storend.
inderdaad! laten we ons even hier heel boos en druk overmaken!
Ik wil daar nu eindelijk eens helemaal alleen wandelen. Het is ook mijn park (vloek!!!).
Mee eens. Graag ook niet elke blinde muur beschilderen, haal die UFO van de Inktpot en die theepot van HC. Weg met die reclamezuil op Ledig Erf. En zo meer. Overal en letterlijk overal wil men weer iets erbij. Het zal wel aan dovemansoren besteed zijn.
Tot slot toch: gaarne niet dat gruwelijke kunstwerk op wat tegenwoordig de bibliotheek is op de Neude.
Rust, in het Zocherpark? Begin dan eerst eens met een controle op alle loslopende honden.
Goed geschoten verhaal!
Het gaat zeker niet om die foto’s, maar ik stoor me aan de plek!
Daar wil ik in rust wandelen, genieten van de bomen en de gracht en niet overvallen worden door gigantische ‘koppen’ op billboards. Dat kan echt niet!
Visuele rust, visuele stilte! Geweldig, wat een vondst! Dát was het probleem, níet die expositie. Stom, hoe kon ik dat nou denken. Hè, gelukkig, ik was even bang dat die hoeders van de groene stilte andere motieven hadden.