Hoe is het nu met?

Het mooiste meisje van de stad/Olga Feenstra (79): Dolle Mina van het eerste uur

Vrouwen die een jaartje ouder worden maar zich jong blijven voelen. Hoe doen ze dat? En is oud worden een straf of een zegen? Olga Feenstra:”“Het is leuk, ik heb het druk en mijn agenda is vol. Ik doe waar ik pret in heb.”

Olga Feenstra, Tet Koffeman gaf het stokje door aan haar en vertelde mij dat Olga op bijna tachtigjarige leeftijd nog altijd Tai Chi lessen geeft. Zo kwam het dat ik op een regenachtige maandagmorgen bij Olga voor de deur stond. De deur was open en op een briefje stond “de bel doet het niet”. Ik liep naar binnen terwijl ik “Hallo“ riep. Ik stond midden in een kamer vol boeken, foto’s en parafernalia van een heel leven. Een klein dametje, gekleed in een fel groene broek, groen jack en groene laarzen komt mij tegemoet. Grijs kort haar met een kuifje, heldere ogen achter brillen glazen en gestifte lippen. “Koffie?” In haar keukentje pakt zij een houten koffiemolen, die zij zittend tussen haar knieën vasthoudt en zegt, terwijl zij de bonen maalt “net zoals mijn moeder en grootmoeder dat deden. Een grote chocolade cake op tafel. Die heb ik gisteren gebakken met een jongen die even bij mij woont om een beetje bij te komen. We hebben altijd veel mensen over de vloer gehad. Mensen kwamen graag bij ons. Zo hadden we ook een jongen bij ons uit de straat, Michael Kroonbergs, die zijn huiswerk bij ons kwam maken. Laten zouden hij en een vriend John Panders tijdens onze vakantie op ons huis passen. Dat was wel de laatste keer: onze huis was veranderd in een ongelooflijke puinhoop.”(Bij navraag blijkt dit te kloppen, red.) ”  

“We kregen al vroeg ingeprent dat het voor een vrouw belangrijk is om economisch onafhankelijk te zijn”

Olga Feenstra, geboren in Amsterdam in de Watergraafsmeer. ”Wanneer Ajax scoorde konden wij dat thuis horen. Het was een sport om stiekem, via slootjes en weilanden het stadion “De Meer” binnen te komen. Ik hield van stoute dingen doen en misschien nog steeds wel. Mijn vader was fotograaf en vooral portret en kinderfotograaf. Voor de oorlog was hij ambtenaar bij de gemeente Amsterdam maar omdat hij weigerde om de Ariërverklaring te ondertekenen moest hij iets anders gaan doen en ontdekte de fotografie. Hij was vooral een leuke vader, luidruchtig en vol grappen. Mijn moeder was veel stiller, zij speelde luit en zong in een koor. Zij was voorzitter van het NIVON (Nederlands Instituut voor Volksontwikkeling en Natuurvriendenwerk) en aarzelde niet om in die functie een zaal toe te spreken. Mijn vijf jaar oudere zus Nora en ik kregen al vroeg ingeprent dat het voor een vrouw belangrijk is om economisch onafhankelijk te zijn. Mijn moeder wilde graag dat ik onderwijzeres zou worden, dus wilde ik dat niet. Ik was een meisje dat graag buiten speelde en las. En dan niet alleen “meisjes” boeken  maar ook boeken voor jongens en ik droomde van een bestaan als rover. Na de lagere school ging ik naar de driejarige HBS. Mijn zus zat op het gymnasium en ik wilde niet naar dezelfde school als zij. Na de HBS ging in naar de Tweede Openbare Handelsschool en bleef zitten. Mijn ouders waren op vakantie en toen zij thuiskwamen had ik al een baantje gevonden op een grafisch kantoor. Ik leerde Paul Groenendaal kennen, een jongen die op de Grafische School zat. We trouwden en kregen een zolderkamertje in de Pijp. Of het nu de veertjes van de duiven die de buurman hield waren of het fietstochtje naar de Ardennen, waar ik kou vatte, was? Ik kreeg bronchitis en die zou chronisch worden.”

Met Paul, ouders en schoonouders

“Ik vond het vreselijk in Utrecht, zo ontzettend saai”

“We kregen twee zoons en in 1967 verhuisden we naar Utrecht naar de Duurstedelaan in Hoograven. Paul had een baan gekregen als productie medewerker in het nieuwe magazijn van uitgeverij BRUNA en we konden het huis dat daarbij hoorde huren. Ik vond het vreselijk in Utrecht, zo ontzettend saai. Ik nam rijlessen en zodra ik mijn rijbewijs had, laadde ik de kinderen achterin en was altijd op weg naar Amsterdam. In Amsterdam waren we al actief geweest bij de SJ (Socialistische Jeugd): acties bij het huwelijk van Beatrix en Claus in 1966, waarbij we “Leven de Republiek” op het Paleis op de Dam kalkten. Langzamerhand leerden we ook in Utrecht mensen van de SJ kennen en in ons huis werden de meeste bijeenkomsten gehouden en acties voorbereid. Wij coördineerden het wildplakken, de grote Vietnam demonstraties en de manifestaties tegen kernwapens. Zodra wij dan met een groep vertrokken konden we de politiewagentjes al aan horen komen. In 1969 waren we ook betrokken bij de Maagdenhuisbezetting, maar het viel wel op dat de vrouwen de broodjes stonden te smeren en de mannen degenen waren die de politieke lijn uitzetten en het woord voerden. De Dolle Mina’s noemde onze groep zich en we bedachten allerlei acties om veel publiciteit voor onze zaak te krijgen. We bezetten in 1970 de Business School in Kasteel Nijenrode waar op dat moment vrouwelijke studenten werden geweigerd. Een tweede actie volgde op het Stadhuis in Amsterdam waar we met toestemming van het bruidspaar aandacht vroegen voor de vastgeroeste rolverdeling tussen man en vrouw. Met een parafrase op Vondels “Waar werd oprechter trouw tussen man en vrouw….”. We trokken door de Damstraat en floten mannen na eisten openbaar plasrecht voor vrouwen.”

“We gingen door met “Baas in Eigen Buik”. Elk kind heeft het recht om gewenst geboren te worden”

Interview met Olga in het Utrechts Nieuwsblad (1970)

Bezetting van de Margriet-redactie

“We hielden op ludieke wijze mannen een spiegel voor. Een journalist van het Utrechts Nieuwsblad interviewde mij en de volgende dag stond bij ons in Utrecht de telefoon roodgloeiend. Ik was bekend met actie voeren en we gingen door met “Baas in Eigen Buik”. Elk kind heeft het recht om gewenst geboren te worden. We voerden acties in het AZU op de afdeling  gynaecologie, kwamen daar een furieuze Prof. Haspels tegen, deelden onze pamfletten uit en waren weer weg. Bij de psychologen vonden we meer begrip: zij hadden te maken met ongewenst moederschap en de gevolgen daarvan. We werden uitgenodigd om te spreken voor Landelijke huisvrouwen verenigingen, militaire tehuizen en de vrouwengevangenis aan het Wolvenplein. Tegelijkertijd werkte ik in een kapsalon in Vleuten waar ik werk had gevonden na het afronden van mijn opleiding tot schoonheidsspecialiste. Het waren twee werelden: in de ene werd niet over de andere gesproken. Door de kraakacties hadden we gezien dat het leven met gemeenschappelijke voorzieningen in een woongroep kon werken en we begonnen met toestemming van de woningbouwvereniging Jutphaas een woongroep aan de Fokkesteeg in Nieuwegein, maar er ging veel mis. Alles moest kunnen, alles delen en geen jaloezie. Toen een nieuwe bewoner ook nog een hond wilde, waar ik met mijn bronchitis niet tegen kon, werd het mij te veel. Ik kon gaan wonen bij een vriendin en volgde een opleiding van het FNV om een eigen bedrijfje te kunnen starten. Ik vond mijn vertrouwen in de mensheid en in mijzelf weer terug. Ik volgde een tweejarige opleiding Chinese massage in Amsterdam en daarna nog Chinese geneeskunde en Tai Chi. En na een aantal jaren mocht ik mij BOCAM-therapeut noemen. De eeuwen oude kennis van de Chinese gezondheidsfilosofie wordt gecombineerd met Westerse inzichten. Ik maakte in mijn huis een kamertje vrij voor de therapiesessies. Drie jaar geleden ben ik daarmee gestopt en nu geef ik nog Tai Chi lessen aan verschillende groepen in meerdere buurthuizen. Dat kan ik tot op hoge leeftijd blijven doen want Tai Chi kun je ook zittend doen. Mijn moeder heeft toch gelijk gekregen: lesgeven is echt iets voor mij.”

Pamflet van Dolle Mina

Hoe is het om ouder te worden? 

“Het is leuk, ik heb het druk en mijn agenda is vol. Ik doe waar ik pret in heb: vrijwilligerswerk in Cultureel Café Kopi Susu in de J.P.Coenstraat waar mensen voor vier of acht euro kunnen eten. Bij Zinnenprikkels in Nieuwegein waar mensen die herstellende zijn van een burn-out of een psychose geef ik ook les. Ik weet mij omringd door mensen die ik al zolang ken en waar ik zoveel mee heb meegemaakt. Zo ga ik volgend jaar maart met mijn oude vriend Robert van Gemert mijn kleinzoon in Australië opzoeken.” 

Wat is je geheim? 

“Iedere ochtend drie kwartier Tai Chi. Ik probeer om drie keer in de week naar de sportschool te gaan. Yoga valt mij een beetje zwaar, ik heb moeite met het gaan zitten op de grond en weer opstaan.Verder ben ik vanaf mijn geboorte vegetariër. In 1992 ging in vier maanden naar China en wist niet wat mij daar qua eten te wachten zou staan, maar daar kun je als vegetariër uitstekend eten”.  

Is je stijl veranderd? 

“Ik altijd kleurrijke kleding gedragen, maar gisteren droeg ik zwart. Ik draag soms een hoedje als ik daar zin in heb. Zelf kleding maken doe ik niet meer, ik raakte te overmoedig en dan kwamen er rare modellen tevoorschijn”. 

Wat vind je van de Utrechtse Vrouw? 

“Ik vind de Utrechtse vrouw behoudender dan de Amsterdamse vrouw. Wat ik vooral mis is de grapjes in de tram in Amsterdam 

Aan wie geef jij het stokje door? 

Lud van Vorstenbosch. Een leuke inspirerende vrouw. Ook Dolle Mina geweest.” 

 

Laat uw reactie achter

Reactie

1 reactie

  • Arnout schreef:

    Ik zocht je naam op internet die ik nooit vergeten ben sinds 1952, toen we beiden op de Watergraafmeerse Schoolvereniging zaten, jij in de 6e en ik in het 7e leerjaar bij meneer Bouws. Ik bewonderde je prachtige lange blonde haar dat je in een dikke vlecht op je rug droeg en je mooie ietwat schuinstaande ogen. Ik probeerde je aandacht te trekken, liep met je mee naar je huis, Ampèrestraat 3 eenhoog. Jij gaf helaas geen sjoegen dus is het niks geworden tussen ons. In 2000 zag ik je weer op een reunie van de 2e OHS en wist je nog dat je een sierradenkistje van mij gekregen had destijds, had ik zelf voor je gemaakt. Je bent een bijzondere vrouw geworden, ik wens je alle goeds toe en groet je hartelijk uit de Algarve, waar ik mijn laatste levensdagen hoop te mogen slijten…

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *