Rond de toneeltoren van de Stadsschouwburg raceten, slenterden, flitsten, passeerden en confronteerden rode lichtjes elkaar allang niet meer. Het was niet alleen mij ontgaan (zie ‘Mag het licht aan?’) maar reacties links en rechts leerden dat veel stadsbewoners en bezoekers gehecht waren aan het lichtkunstwerk van Floris van Manen. Het was geen kermis, geen ‘arcadegerinkel’, geen oogverblindend lichtgeweld, maar bescheiden en toch opvallend. Een verrassend en onvoorspelbaar schouwspel om eens rustig naar te kijken en te laten bezinken.
Na enkele decennia met een weinig spectaculaire onderhoudsstatus bleek het lichtkunstwerk toch toe te zijn aan een grondige – natte vinger – ‘elfduizendhonderdelf-dagen-beurt’. Technologie is een factor die niet slenterend maar met grote stappen moet worden geüpdate. En dat is precies wat in gang werd gezet. (Volgende keer een kort persberichtje?)
Een zoektocht naar waarom, hoe en wie, leerde dat het lichtkunstwerk een vaste plek in veler harten had en zeker ook leefde bij de Stadsschouwburg, het Centraal Museum, Centrum Management Utrecht, de Gemeente en de kunstenaar Floris van Manen en postuum zijn broer Mathijs.
Intussen zijn veel aanpassingen aan het systeem gerealiseerd, zoals de zichtbaarheid, onafhankelijk van de lichtomstandigheden buiten. Specialisten Yens & Yens in samen-werking met de kunstenaar Van Manen tekenen voor het nieuwe systeem dat op korte termijn de wedergeboorte van ‘Eenvoud en verfijning’ zal vieren. Nog even geduld dus.
En dan? Een lange, licht curvende bank bij de Rubensiaanse gratiën, besproeid door de zacht ruisende fontein van de Utrechtse beeldhouwer Joop Hekman, als toegevoegd rustpunt? Met uitzicht op de prachtige gevel van de Schouwburg van Dudok en daarop het lichtkunstwerk ‘Eenvoud en verfijning’ als kroon op de beslommeringen van de stad?
Romantiek is overal – als je haar maar ziet.
Laat uw reactie achter
Reactie