Fenna twijfelt de laatste tijd aan alles. Maar dat schijnt voor te komen op haar leeftijd.
Ik google ‘quarterlife crisis’ en klik op ‘6 tekenen dat je een quarterlife cris is hebt´ Kort samengevat hebben mensen in hun ‘quarterlife’ het gevoel vast te zitten, of op het verkeerde pad. Ook ervaren ze een gevoel van eenzaamheid.
Vriendin J. en ik hebben afgesproken op het terras van Elize aan de Mariaplaats. ‘Wellicht zit ik in een quarterlife crisis,’ zeg ik. Ik som de zes tekenen op. ‘En jij?’ J. is met haar goede relatie, knetterende carrière en vele vrienden zo iemand die niet mag klagen, maar daar trekken quarterlife crises zich niets van aan. ‘Nee,’ zegt ze. ‘Ik heb hem al gehad.’ Ik voel me jong, al schelen we maar een half jaar. ‘Jij duidelijk wel,’ zegt ze. ‘Misschien al sinds vorige zomer toen het uitging met H. Wat denk jij?’ Daar had ik nog niet over nagedacht, maar het zou kunnen.
Nummer twee op de lijst gaat over vrienden; al heb je er nog zoveel, tijdens een quarterlife voelt het alsof je er alleen voor staat. Vanmorgen zat ik in een radeloze bui op de bank. Ik wist wie ik allemaal mocht bellen, maar zag niet hoe ze me zouden kunnen helpen. Toen stuurde J. me een appje, ze wilde er voor me zijn.
Dus hier zit ik, op een terras met J., die heus al genoeg aan haar hoofd heeft. Het zweet sijpelt langs mijn quarterlifebenen en de warmte prikt in mijn ogen. Ik knipper hard en J. wordt weer scherp. We praten over mij maar ook over haar, over vriendinnen, Lidl-sokken, weer over mij. Daarna flexwerken we wat, drinken wat, lachen wat. Pas schreef ik een sleutelpassage uit mijn boek. Hoofdpersonage L., niet veel ouder dan ik, raakt ’s nachts op het balkon van haar hotelkamer in gesprek met iemand op een balkon hoger. L. is ook al lang nergens meer zeker van. Gelukkig maar, anders zou dit boek niet bestaan.
J. schrikt op van haar flexwerk wanneer ik begin te brabbelen dat ik mijn leven anders moet inrichten, maar niet weet waar te beginnen. ‘Begin hier maar,’ zegt ze, en geeft het telefoonnummer van Theo, haar rij-instructeur. ‘Je had toch genoeg gespaard?’
Ik bel meteen. De volgende ochtend heb ik een proefles.
Op dat balkon krijgt L. ook een figuurlijk zetje.
Eigenlijk zie ik dit helemaal niet als een crisis, meer als een soort stadse hitte zoals die tegen mijn ogen slaat en mijn zicht vertroebelt. Hij trekt vanzelf weg, en tot die tijd: hard knipperen.
Laat uw reactie achter
Reactie