working class artist

Davida

Zij werd de eerste dame die uit mijn vingers verscheen na de geboorte en schildering van mijn zoon. Ik was al met haar begonnen maar daar kwam de komst van Ian tussen terwijl de pepernoten al in de winkels lagen. De achtergrond stond al in de steigers en ik ging ermee verder in een interessante periode.

Sint Nicolaas was in aantocht en de discussies waren anno 2013 ook al niet van de lucht. Hoewel… discussies? Kun je veel stemverhef en weinig luisteren discussiëren noemen? Met twee vasthoudende, rechtlijnige kampen terwijl het grote grijze midden al lang naar alternatieven zocht in een bijna even obsessieve drang om een gulden middenweg te vinden. Totale maatschappijkramp. Stroopwafelpieten, blauwe pieten, Utrechtpieten… Dat was allemaal wel interessant voor de media maar het werd als ludiek en creatief gezien en niet als serieuze oplossingen. Het werd grimmiger. In deze tijd werd ik ook in Zeist als chauffeur door enkele fanatici genegeerd door passagiers die er door mijn huidskleur blindelings vanuit gingen dat ik van het witte kamp was… maar lang niet zo vaak als in Almere.

 Niet geheel onbegrijpelijk voor een empathisch mens… maar ik kon er niks aan doen dat ik wit en kleurenblind ben. Ik besefte ook dat die zwarte fanatici dat niet konden ruiken… dat ik één van de ‘good guys’ was. Vóór een roetveegpiet. Elke keer dat ik bewust genegeerd werd met een wegdraaiend gezicht, voelde ik wat verdrietige hartslagen. Diep snuiven… rustig uitademen en naar de volgende halte… met een onderdrukt kutgevoel want bij die volgende halte staan weer mensen die je weer een ‘hallo, goeiedag’ wil aanbieden met een neutrale glimlach.

Of bij Davida de intuïtief gekozen kleuren toevallig waren, vroeg ik me af tijdens de ‘pieten-discussies’ op witter,- en zwarterzijde op facebook, waar ik me soms in mengde terwijl ik met Davida bezig was. Een achtergrond waar (bijna) alle kleuren des huids vertegenwoordigd zijn en in de spotlight een voluptueus, vrouwelijk lichaam van dij tot kin in een sensuele S-vorm. Gehuld in een kort, strak jurkje met zwart-witte strepen. Met name het lijnenspel van zwart en wit bij de rondingen, hoe dat beweegt en de vormen blootlegt door het wringen, draaien en uitzetten van die strepen in het katoen… mooi! Dat zoiets simpels een bepaalde artistieke impuls teweeg kan brengen… en dat je daar dan uiting aan wil geven op een doek van 80 x 100 cm!

De huidskleur en achtergrond verweefde ik hier en daar zodat voor,- en achtergrond een geheel werden waar het jurkje vanuit spatte. Nog een stukje van haar slipje kwam erbij… uiteraard ook gestreept. Een smal slipje waar nog iets van ouderwetsch schaamhaar onderuit kwam langs de rand in haar lies. Het zou niet misstaan in de filialen van Ekoplaza. Allemaal puur natuur en ook nog es met watervermengbare olieverf gecreëerd.

Af en toe het draaide ik het doek 180 gr. om mooi, strak te werken want de strepen moesten retestrak worden. De bovenkant van een streep was makkelijk door het directe licht van boven. Voor de onderkant had ik last van de schaduw van mijn eigen hand dus draaide ik het doek gewoon. 

 

En zo kwam Davida, vernoemd naar de soortgelijke houding van de David van Michelangelo, streepje voor streepje tot stand. Het had ook Vanessa B. of Lovely Vanessa kunnen zijn geworden. De artiestennamen van dit model. Maar… lezer? Zijt eerlijk…komt Davida niet veel artistiekerigerder over? Ik daggut wel! Divida was ook nog een optie maar nee… de kleurenkeuze was toch toeval.

 

 

    

    

Laat uw reactie achter

Reactie

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *