Misschien krijgt Fenna’s redacteur binnenkort weer eens iets van haar te lezen.
Ik vraag L. hoe het gaat met haar en haar boek. Net als ik staat ze onder contract bij een uitgeverij. Ze vertelt dat ze op zoek is naar een kamer in Berlijn, dicht bij de schrijversresidentie waar ze aan haar debuut zal werken. Ik vraag of ze niet gewoon kan resideren in de residentie. Nee, is het antwoord. ‘Helaas heb ik de enige residentie gekozen waar resideren niet kan.’
Ik kijk om me heen in mijn eigen residentie in Zuilen. Hier schrijf ik veel, maar dat lijkt steeds moeilijker te worden, alsof ik uitgekeken raak op de ruimte of de ruimte op mij. Verder lijken mijn bed, mijn spullen en mijn huisgenoten elke dag een muizenstapje dichter naar me toe te zetten.
L.’s deadline is al over twee maanden, mij is meer tijd geschonken. Ver ben ik nog niet; ik heb al een paar keer alles weggegooid. Nu ik vier dagen in de week werk schiet het schrijven tussendoor niet altijd op. Hoog tijd dat ik mijn redacteur eens laat meekijken.
Een week voor kerst kwam ik haar tegen bij de Albert Heijn, waar redacteuren dus ook gewoon boodschappen doen. Ze had net een grote doos kerstballen gekocht bij de Bijenkorf. Ik complimenteerde haar met haar ballen, daarna beloofde ik dat ik dat weekend alles zou mailen wat ik tot nu toe had. ‘Dat zeggen ze allemaal,’ zei ze vriendelijk. Nu ik erover nadenk weet ik niet zeker of ze het over die belofte had, of over het compliment.
Van de belofte is inderdaad niks terechtgekomen.
Hoewel ik weet dat onzekerheid veel aspirant schrijvers de kop kost – want wie dat gevoel toelaat komt langzaam tot stilstand, als een auto nadat je suiker in de tank hebt gedaan – is dát wat me ervan heeft weerhouden gewoon op ‘opslaan’ en ‘verzenden’ te klikken.
L. komt ontspannen over voor iemand in haar positie. ‘Als ik hem niet haal, dan haal ik hem niet,’ zegt ze over de deadline. Schouderophalend: ‘Ik probeer vooral mijn redacteur niets te beloven.’
Na ons gesprek blok ik de eerste vijf dagen van februari om ook eens meters te kunnen maken. Nu alleen nog een residentie zien te vinden, in Utrecht of op Vlieland misschien… in elk geval niet in Berlijn.
Daarna wil ik mijn redacteur opsturen wat ik heb. Maar ik beloof niets, natuurlijk.
Laat uw reactie achter
Reactie