Coronavirus

Buslogboek: “Nee hoor… gaat u maar voor want u heeft een vitaal beroep”

"We passeerden elkaar met brede glimlachen en opgestoken duimpjes."

Michael Hermanus Schuurmans is buschauffeur. Hij houdt wekelijks een logboek bij over zijn belevenissen op de bus en thuis in  tijden van coronavirus.

Woensdag, 1 april 2020

Still going strong. In casa Schuurmans klimmen we nog steeds niet in de gordijnen. Aanpassen… en zo weinig mogelijk nieuws kijken begint z’n vruchten af te werpen. Met dat in gedachte, begon ik aan een nieuwe werkdag, in een van Qbuzz Groningen geleende, rooie, gelede bus. Alles deed het… mooi. Stuur, knoppen en hendels gereinigd, mooi weer en NPO 2 op de radio. 

Hoeveel zwartrijders zou ik krijgen vandaag en hoe zou ik er mee omgaan? Het werd tenenkrommend, waarbij ik wel moet vermelden dat op lijn 73 het overgrote deel gewoon incheckte. De enkelen die de afgelopen dagen, net uit hun winterslaap schijnen te zijn gekomen, zijn op zijn minst… interessant. 

‘Ik kan zeker niet bij u pinnen?’

‘Wat denkt u zelf?’ 

 ‘Ehm… nee?’

‘Precies! Maar u mag wel gewoon inchecken hoor. Chipkaarten zijn bijna overal te koop, zelfs anonieme. Bij de Jumbo, Primera, Bruna… zoek het anders zelf effe op!’ 

Sommigen bleken ineens een chipkaart tevoorschijn te kunnen toveren met een blos op de wangen. Anderen stappen in… kijken schichtig naar mijn binnenspiegel of ik wel kijk… fuck… toch maar even inchecken. De eerste dagen in mijn oranje gevangenis, kon ik het nog begrijpen. Niet iedereen bereidt zich goed voor op een reis maar ruim twee weken verder raak ik dat begrip langzamerhand kwijt en maken sarcasme en cynisme hun entree. En woede, met hartkloppingen en lichte verhoging van mijn temperatuur tot gevolg, als ik geconfronteerd wordt met een ‘voorvochtmens’ (Theo Maassen) die bewust misbruik van de situatie maakt. Iets waar ik na zeven jaar vanuit Zeist te rijden, nooit problemen mee had vanwege die prachtige voordeur. 

Ik probeerde een ontmoeting met een ouder echtpaar te laten prevaleren en het lukte ternauwernood aan het eind van mijn dienst. Ze bleven bij het uitstappen nog even staan en zeiden:‘We gaan niet zingen of klappen maar… bedankt!’ Ik smolt van binnen want ook mooie dingen komen momenteel sterker binnen. Wat ook bleef hangen, was de foto die ik tussen Neude en Janskerkhof maakte, van twee politieagenten te paard. Op m’n dooie gemakkie. Ik zette m’n bus stil, niemand die ik kon hinderen en nam de foto. De agenten op ruim anderhalve meter hoogte, hadden het door en we passeerden elkaar met brede glimlachen en opgestoken duimpjes. 

Donderdag, 2 april 2020

Donderen deed het. Het werd een ku**ag (vul de t en de d op de juiste plaats en tadaah). Mijn derde klant na mijn eerste tien minuten, was een bekend gezicht. Een hooghartige jongedame die soms een los kaartje kocht. Ze wist als vaste klant dondersgoed hoe de zaken ervoor stonden en ze kwam voor de vorm, met een zelfvoldane blik naar voren: 

‘Kan ik een kaartje kopen?’

 ‘Nee. Maar u kunt gewoon een chipkaart kopen en gewoon betalen.’

‘Dat kan ik niet.’

 ‘Oohh… jawel hoor. Even naar de Jumbo of zo, daar verkopen ze gewoon OV-chipkaarten.’ 

‘Nee, dat is geen mogelijkheid.’ 

 ‘Maar u kunt wel gratis reizen? Knap hoor…’

‘Dat zei ik niet…’ Ik was het al zat en maakte een wegwuivend gebaar. ‘Ga toch zitten joh, koppie koffie erbij?’ Fijn begin. Op CS hadden wat verveelde lieden (gewoon vandalen eigenlijk) een aanwijzingsbord gesloopt. Waarom? Mijn humeur werd er niet beter op.

Wat ik eigenlijk het kloterigste vond aan deze dag, was te merken dat ik paranoïde of beter gezegd, smetvrezerig word. Een collega had mijn koffie uit de automaat gehaald terwijl ik ondertussen een plasje deed. Shite… en even een wenkbrauwtje omhoog voor de nodige beweging. Het is nog niet bij iedereen doorgedrongen… of maak ik mezelf te gek? Ik voorspel in ieder geval een golf van smetvrezers. Reinigingsdoekjes heb ik tot twee weken geleden nooit in m’n chauffeurstas gehad en heb nooit een seconde getwijfeld aan collegae die mijn koffiekopje uit de machine pakten. Deze dienst eindigde in een sterke mineur en ik kwam doodop thuis want ik had niet alleen braaf m’n rondjes gereden maar ook de hele dag opgetreden:

‘Kunt u bij het raam gaan zitten in de plaats van aan het gangpad?’

‘Kunt u misschien iets zachter bellen?’

‘Kunt u even wachten met instappen tot iemand is uitgestapt?’

‘Wilt u even inchecken?’

Thuis vloog mijn zoon me om m’n nek en moest ik een traan onderdrukken. ’s Avonds gaf Domien me een heerlijke hoofdmassage waardoor ik de warmte uit m’n voorhoofd voelde stromen. Toch nog kunnen ontspannen met muziek en getyp. Het helpt me om dit soort van virusdagboek bij te houden. De frustraties vloeien van mijn hoofd naar m’n pc, waar ik ze opsla en kan vergeten.

Vrijdag, 3 april 2020

Voordat het Clotevirus toesloeg, gingen mensen in het algemeen zo ver mogelijk van elkaar zitten maar nu ervaar ik dat in een bus waarin tien personen de max zijn, de mensen elkaar op lijken te zoeken. Vandaag viel dat gedrag me op. Een zo goed als lege bus waar drie passagiers pal achter elkaar gingen zitten met nauwelijks een meter afstand. Wat bezielt ze? Bij mijn gewaardeerde collega Roel, had er zelfs iemand op z’n voordeur geklopt waarna hij de persoon naar de achterdeur verwees. Dat gebeurde maar die persoon liep vervolgens naar voren en kroop onder de afzetlinten om een kaartje te kopen bij de chauffeur…

Zwartrijders had ik vandaag gelukkig niet en daardoor alleen al, was deze dag stukken beter. Twee pogingen kon ik verijdelen door ‘naïevelingen’ naar de stationshal te sturen om een los kaartje uit de muur te halen. Het bleef dus bij herhaaldelijk mensen op hun onderlinge afstand te wijzen. Ook best vermoeiend met regelmatig rollende ogen (meestal mijn ogen) als resultaat… 

Op Maarssen liep ik tijdens een lange pauze even naar het winkelcentrum. Even de benen strekken en wat boodschapjes doen. Ook hier wat dolende zielen in verlaten winkelstraten. Maar ik scoorde wel verse gyoza bij de AH waarna ik met mijn winkelwagen op een kruising terecht kwam met een andere klant. Ik gebaarde: ‘gaat u gerust voor’ met een gracieuze armbeweging. Een heer in het verkeer en in de AH.

‘Nee hoor… gaat u maar voor want u heeft een vitaal beroep. Zonder u zou ik niet op mijn werk kunnen komen.’ Ik voelde me vertederd en vereerd. 

Hierna nog even met ‘Sorry, bus vol’ gereden maar gelukkig hoefde ik geen mensen te weigeren want op CS was ik weer leeg. 

Het waren enerverende dagen geweest. Steeds meer mensen met een mondkapje of een shawl voor de luchtwegen en vooral meer angst in de ogen. Ik probeer daarom een beetje extra vriendelijk te zijn. Een knikje naar de enkele mensen langs de weg, een glimlach, zwaaien naar kinderen… soms helpt het en ontstaat er iets van positieve interactie. De nieuwe realiteit begint een beetje te wennen maar niet van harte. Ik mis m’n voordeur. Ik mis normaal. 

Zaterdag, 5 april 2020 

Na een heerlijke, verkwikkende nachtrust en een pittige bak koffie ging ik boodschappen doen. Even eruit en op jacht naar wit goud. Ik had trek in asperges. Op z’n oosters… met knoflook, paprika, sjalotjes, lente-ui, oestersaus en in rijstwijn met sambal gemarineerde plakjes varkenshaas. Oefff… een rij van 10 wachtenden voor de AH maar het ging vrij vlot. Goed begeleid door een streng kijkende beveiliger die toch even moest glimlachen toen ik hem  vriendelijk gedag zei. Thuis had onze zoon had er zin in om zijn parkietjes te temmen en zo geschiedde. Leuk om te zien hoe ze uit z’n knuistje eten. Ook ons eten was heerlijk, die gewokte asperges ging ik vaker maken. 

Zondag, 5 april 2020

Prachtige dag dus er veilig op uit met ons gezinnetje. Langs het spoor gefietst, over een lege Venuslaan heen en vervolgens rond de Galgenwaard richting Wilhelminapark. Even checken of het er niet te druk was om even een veilig balletje te trappen. Het viel reuze mee en het was er gezellig niet te druk. Allemaal eilandjes, verliefde stelletjes, gezinnetjes, vriendenclubjes… en waarom niet? Het is lente! Sommige jeugdigen begrijpen het toch nog niet helemaal. Als groepje isoleren ze zich prima maar binnen die groep… Maar allemaal ruim van elkaar verwijderd dus even lekker Feyenoord – FC Utrecht spelen op een rustig plekje aan de rand.

Thuis aten we aspergesoep. Ik had de kontjes en schillen van de dag ervoor bewaard en er bouillon van getrokken. Vandaag de soep gepureerd, gezeefd en licht gebonden met roux. Lente-uitjes, stukjes groene en witte asperge, peterselie, wat peper en als laatste Hollandse garnaaltjes erbij. Bruin stokbroodje en roomboter ernaast… smullen maar! Ik voelde me weer het mannetje na die drie dagen op de bus. 

Good night & good luck.

Michael Hermanus Schuurmans (Utrechter, buschauffeur, kunstenaar)

 

Auteur Redactie
Auteur

Redactie

Laat uw reactie achter

Reactie

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *