Frontchauffeur

Busblog: Afstand alstublieft?! 

Elke week de belevenissen van een frontchauffeur.

 Gezellig. Ian was 7 geworden en hij wilde graag uit eten. Pizza, als het effe kon. Tuurlijk… geen probleem. Gereserveerd aan de Oudegracht. We waren keurig op tijd maar kolere… wat een janboel. Veel personeel en veel gasten… erg krap allemaal. Keurige spatschermen tussen de tafels maar wat hebben die voor zin als het personeel erg dichtbij je komt? Alles onder grote parasols, geen zuchtje wind en veel nieuwe gasten die hutjemutje in groepen van acht stonden te wachten op een tafel. Tafels voor zeven personen, dicht op elkaar. Hoe zit het hier in Utrecht, qua controle en naleving van de regels, vroeg ik me af? Ik was niet geheel in m’n sas en blij dat ik aan het water zat. Het eten was even matig als het naleven van de regels maar Ian smulde van zijn pizza dat was wat telde. 

Dinsdag zaten we weer klaar voor ‘de persconferentie’. Tijdens het smikkelen van zelfgemaakte nasi kuning, sambal goreng babi en sajoer boontjes met spitskool erbij. We voelden ons niet aangesproken maar hoopten wel dat de aangesprokenen zich dat wel voelden. Die regels van afstand (en hygiëne) zijn eerlijk gezegd niet zo moeilijk en ben tot op heden nog niet aangesproken door iemand om dat te doen sinds vrijdag 13 maart. Ian had, tussen twee kroepoekjes door, wel commentaar: ‘Ik vind die kleren van die mevrouw niet passen bij een persconferentie!’ 

Dat zei hij net toen ik een mond vol gele rijst met boontjes had… Eenmaal bijgekomen het één na laatste deel van The Head gekeken met Domien, nog even getypt en daarna: oogjes dicht, snaveltjes toe… slaap lekker! Hoewel… Ian vond het eerste verhaal in een nieuw Pinkeltje boek uit 1949 toch iets te spannend. Gelukkig bestaan de roe en de zak niet meer. 

De herhaalde boodschap van Rutte was niet bij iedereen doorgedrongen. Zeker niet bij de AH. Sinds er bijna geen beveiliging meer is, ondanks de woekerwinsten van de afgelopen maanden, zijn er steeds meer voorvochtmensen, die de afstand maar niks meer vinden en dat ik dat dan ook maar moet vinden. Gevalletje jammer. Alsof we in de Silly Olympics terecht zijn gekomen. Maar fijn om woensdag op pad te gaan met een elektrieke tingeltangelbus. Weinig drukte op de 34 in een goed gekoelde èn geventileerde bus en genoeg afstand van mezelf voor het oranje lint. Het werd een redelijk saaie, bus-iness as usual dag. Ook de 73 bood geen verrassingen. 

‘Mondkapje alstublieft.’ 

‘Inchecken alstublieft.’ 

‘Mag ik uw bewijs van betaling zien alstublieft.’ 

Het nieuws verbaasde me wel vandaag. Het was maar een klein, onbeduidend berichtje over de ijskappen van Groenland die onomkeerbaar aan het smelten zijn. Trivialiteit? Ik vond van niet en Pieter Derks verwoordde het beter dan ik zou kunnen typen. En dan de zorg die ondanks de warmte, in de kou blijft staan. Zelfs de beloofde bonus is nog niet uitgekeerd. Ik word daar eh… ja… hoe zeg ik dat netjes? Gaat niet… sorry. Laat ik het erop houden dat de regering ruim, zeer ruim afstand neemt van de zorg.  Consequent afstand houden valt niet mee. Dat merkte ik vandaag bij de apotheek. Niet meer dan 4 personen vanwege het… Prima. Slechts één bediende, die om assistentie verzocht. Ik was nummer 4 en na mij kwam nog een dame op hoge leeftijd binnen. We stonden keurig op ruime afstand van elkaar maar de assistentie die van achteren binnen kwam kon tellen, en stuurde de oude dame zonder pardon naar buiten op een hooghartige manier…  

‘Tja… we zitten nog steeds met corona!’ Vervolgens hielp ze een dame die iets uit de vitrine moest hebben en poefff… weg afstand. Ik kon me niet beheersen… 

‘U mag dan zelf ook wel genoeg afstand houden.’ Ze zweeg en ik liet het erbij. De bediende die om haar hulp had gevraagd, stond zichtbaar te gniffelen.  

Vrijdag alweer en mocht de 34 weer tweemaal heen en weer gaan rijden. Het wordt een fijn ritueel de laatste weken. Op de eerste terugweg dezelfde slechtziende man met stok die instapt op Botanische Tuinen en die z’n duim al opsteekt als ik bij het WKZ even een sanitaire stop maak en een bakkie pak voor op het eindpunt in Zeist op de Dreef. Daar heb ik zeven minuutjes wachttijd en drink dan op m’n gemakkie m’n bakkie met een shaggie erbij… zittend op de drempel. De dag kabbelde rustig voort. Wel te rustig qua aantal passagiers waarover ik me toch een beetje zorgen maak, als dat niet aan gaat trekken na de vakantietijd… afwachten en hopen maar. Het leeft bij ons allemaal:  ‘Heb ik volgend jaar nog werk?’  

Op zaterdag mocht ik een dagje pendelen tussen Utrecht en Wijk bij Duurstede voor de verandering. Dwars door de polders met vergezichten en prachtige luchtpartijen. Het was geen straf maar na één keer heen en weer, wist ik het ook weer wel. Nog maar drie keer. Ik koos ervoor in mijn bubbel te blijven na de eerste lading passagiers, inclusief een dames-hockeyteam. Ik riep enkele malen ‘goedemorgen!’ maar helaas waren hun manieren niet zo sterk als hun dijen.  

De radio was een fijne afleiding en ik floot regelmatig een lekker moppie mee. Op het nieuws nog iets over de nasleep van de week van Pieter Omtzigt. Özcan ‘Eus’ Akyol schreef er een treffende column over. Het was een rare week met dieptepunt na dieptepunt. Rellen op afspraak, zorg in de kou, president 45, demonstraties met instructies van Willem Lucifer, de gevallen engel, smeltende ijskappen, Loekasjenko, Navalnypffff 

Dat neem je allemaal mee onderweg en dan ben je blij dat je aan het begin van de middag, een collega Nukker tegenkomt, al was het vluchtig, bij stadion Galgenwaard. Ik tingelde even naar hem want hij zat op groen te wachten op de fiets. We keken elkaar aan en… zelfs zijn naam is mooi! Ik voelde een klik en reed blij verder. 

Bij die Galgenwaard was dan weer wel goed nieuws vandaan gekomen. Mister Attention ‘Wesley’ Horny, zou definitief niet terugkeren naar FC Utrecht. Geloof me… ik kom uit Rotterdam, waar ze iets over mentaliteit weten… FC Utrecht is beter af zo. De laatste rit toch nog iets verrassends. Een lief ogende jongedame stapte in en kwam naar voren tot het kruis van oranje afzetlint. Na vijf maanden kwam ze met een inmiddels vergeten gewaande vraag: 

‘Ehm… kan ik een kaartje kopen?’  

‘Wat denkt u zelf?’ 

‘Nee?’ 

‘Precies! Maar u kunt middels een tikkie een kaartje kopen als u de QR-code even scant bij de achterdeur.’ 

Ze ging stuntelen… twee haltes verder informeerde ik hoe het ervoor stond. Ze was een QR-scanner aan het downloaden… zucht. Tien minuten later, bij Rhijnauwen, vroeg ik het nogmaals. Ze was nog steeds aan het downloaden… terwijl de rest van de passagiers keurig had ingecheckt. 

‘Dan heeft u een probleem.’  

Ooohh eh… ja… ik ga er wel uit.’ 

 Dat viel me dan weer mee. Deur open en zonder discussie naar buiten. Hopelijk een wijze les voor haar. Of ze nu naïef was of uitgekookt… ze bleef wel fatsoenlijk. 

Utrecht zelf zou beter af zijn met nog meer mensen die zich fatsoenlijk gedragen, naar omstandigheden. Er is ruimte zat dus geef die elkaar, een beetje geduld. Heb je haast en denk je: opzij, opzij, opzij… ga dan es nadenken waarom je zo’n haast hebt. Ligt het aan die anderen die wel afstand en geduld bewaren, en misschien wel bang voor je zijn met je aanwezigheid… of aan jezelf?  

Good night & good luck! 

Michael Hermanus Schuurmans (Utrechter, buschauffeur, kunstenaar)

Laat uw reactie achter

Reactie

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *