Elke week de belevenissen van een frontchauffeur.
Een rustig weekje voor de boeg met op woensdag nascholing in het kader van Code 95. Kan nuttig zijn als het daadwerkelijk aansluit op het werk, soms ook niet. Mijn gevoel is dat de 35 uur die je in vijf jaar naschoolt, belangrijker is dan de inhoud maar deze dag werd een nuttige met als onderwerp: ‘omgaan met agressie’. Vrij actueel nadat op 5 juli een buschauffeur in Frankrijk hersendood is gemept vanwege een conflict over mondkapjes en vervoersbewijzen maar het kwam niet ter sprake omdat het nieuws ‘te klein’ bleek in Nederland.
Het was pittige maar leerzame materie en de gedeelde ervaringen met agressie, inclusief die van de trainer, waren heftig en vaak herkenbaar. Niet altijd. Bijvoorbeeld niet hoe sommige chauffeurs reageerden in situaties waarin ik ook had gezeten.
Ik kan me goed voorstellen dat een deel van de passagiers, bang is om in de bus te stappen
Het afstand houden tijdens de pauzes was lastig maar ik merkte dat ik zelf ook losser word… minder panisch in ieder geval over dat constante afstand houden, zeker in de buitenlucht. Aan het eind van de dag was ik bekaf. Door het hele dag zitten, hangen en verzitten, te spreken en te luisteren waarbij veel negatieve herinneringen boven kwamen van zowel in de bus als daarbuiten in het verleden. Ik kan me goed voorstellen dat een deel van de passagiers, bang is om in de bus te stappen. Zelf zit ik zonder mondkapje behoorlijk veilig in mijn oranje gevangenis op ruim anderhalve meter van de eerste stoelen maar ik zie met regelmaat mensen die wel degelijk bang zijn. Soms hoor ik om me heen dat men om bange mensen moet lachen en dat men ze zelfs provoceert door expres in hun aura te stappen met een nephoest. Ook een vorm van agressie. Een monster met vele koppen.
Vorige week stapte de vaste schoonmaakster van de AH in de Twijnstraat m’n bus in. Keurig met mondkapje maar schichtig om zich heen kijkend waar ze kon zitten met zoveel mogelijk lege plaatsen erom heen. Ik groette haar maar ze herkende me niet in de spiegel. Gisteren zag ik haar in de AH en vroeg of zij het nou was die in mijn bus stapte.
‘Ooohh… eh… ja. Benauwd zeg, zo’n mondkapje.’
‘Dat kan ik me voorstellen.’
‘Ik vind het niet leuk in de bus.’
‘Ik ook niet hoor.’
‘Ik ben bang van al die mensen… dat ze naast me gaan zitten.’
‘Dat kan ik me voorstellen… maar het gaat gelukkig steeds beter.’
‘Ja… maar toch.’
Ik had medelijden met haar. Ze had net als ik, een vitaal beroep dus vanaf het begin van de crisis ‘gewoon’ gewerkt. Ze had de bus nodig gehad en zag het net als ik steeds drukker worden met mensen voor wie het virus en de regels bullshit zijn. Ik hoop dat ze gelijk hebben maar cijfers uit Trumponia doen vermoeden dat we het hier stukken beter hebben gedaan. Ze maken de al bange burger banger en dat is jammer. Zeker met dagelijks wereldnieuws over tweede pieken en lockdowns. Het kan zo maar weer z’n lelijke kop opsteken en dat houd ik m’n achterhoofd. En anders word ik er wel aan herinnerd op lijn 34 die langs de bouw van het nieuwe RIVM rijd met die drie kranen op de top, die voor mij staan voor de Mark, Irma en hippe Hugo-show.
Zaterdag kreeg ik zowaar een traktatie. Een hele dag met de metro op banden en voor het eerst sinds een jaar weer es naar Wijk bij Duurstede met de 41. Een mooie rit door de polders met prachtige vergezichten en wolkenpartijen. De elektrische bus blijft nog steeds leuk en fijn. Vooral het uitrollen is nog niet helemaal onder de knie dus een mooie dag om te oefenen. En hoezee… het gebeurde twee keer dat m’n batterij zichtbaar voller werd door regeneratie van energie bij het loslaten van het stroompedaal. Van 89 % naar 90 %… ik vond het leuk. Leuker dan het publiek dat me massaal niet opmerkte.
Ook leuker dan het nieuws van dreigende ‘massaontslagen’ in het OV als de overheidssteun stopt in 2021. Toen ik het las, trok ik een wenkbrauw omhoog. De andere zakte. De afgelopen tijd stijgt het passagiersaantal. Niet snel maar wel gestaag. Voor de financiële gezondheid zijn het positieve tekenen en snapte daarom deze angstzaaierij niet.
Een collega is dood en ik besefte dat dit net zo goed in Utrecht gebeurd zou kunnen zijn
Klote. ’s Avonds las ik dat de chauffeur in Bayonne is overleden op 59-jarige leeftijd. Hoe het precies ging toen er vier mannen binnenkwamen zonder vervoersbewijzen en mondkapjes… ik weet het niet. Een collega is dood en ik besefte dat dit net zo goed in Utrecht gebeurd zou kunnen zijn. Drie kinderen zagen hun vader nooit meer en ik was extra blij toen Ian me om m’n hals vloog toen ik thuiskwam. ‘Pappie! Ik heb je gemist!’
Ik dacht weer aan de training van woensdag. Wat zou ik zelf doen? Dat is ook klote want je weet het gewoon niet totdat zoiets je overkomt. Er valt niet op te trainen. Het was desondanks een nuttige dag maar het fijnste wat ik er aan vond, is om met een groep collega’s ervaringen te delen. Wat waren hun angsten, hun triggers, hun oplossingen? Het opvallendst vond ik dat de meeste onder ons meldden, zelden tot nooit met agressie te maken hadden gehad… Zelf had ik meerdere malen met pittige, verbale agressie te maken gehad. Zeker in mijn eerste twee jaar als chauffeur in Almere. Het was niet tof om kankerhond genoemd te worden door een meisje van 12…
‘Hou hem tegen, ik wil hem doodmaken!!!’ Tuurlijk jochie, dacht ik, grootspraak. Maar ik twijfelde wel…
De ‘kroon’ was voor mij een student op de Uithof tijdens een ‘monsterspits’ waar improviseren op zijn plaats is. Sommige ritten vervallen dan zodat je elders enigszins op tijd weer kan beginnen met een nieuwe. Zijn bus 72 was hem voorbijgereden met ‘Geen Dienst’ op de filmbak. Leek mij logisch… hij was het daar niet mee eens en ik werd zijn projectiescherm voor alle frustraties die hij voor zijn duur betaalde maar falende OV had opgekropt. Na enige relativerend bedoelde reacties, gaf ik het op en liet hem uitrazen. Toen hij weer ademde, verzocht ik hem rustig te gaan zitten zodat ik hem en de overige passagiers zo snel mogelijk op hun bestemmingen kon brengen.
Halverwege dacht de student dat hij de bus zag die hem voorbijgereden was en riep: ‘Hou hem tegen, ik wil hem doodmaken!!!’ Tuurlijk jochie, dacht ik, grootspraak. Maar ik twijfelde wel… en reed verder alsof ik niets gehoord had.
In Nieuwegein kwam zijn lontje erg dicht bij zijn kruitvat toen hij merkte dat mijn 271 linksaf op een rotonde ging en niet rechtsaf zoals de 71 bij Stadhuis. Tirade nummer drie. Hij begon op de drempel van mijn geopende voordeur te fulmineren over hoe hij wel begreep dat er geweld naar chauffeurs werd gebruikt en dat er met stenen naar bussen werd gegooid…
‘Eerlijk gezegd ben ik nu ook wel geneigd om geweld te gebruiken.’
‘Jammer om te horen meneer… maar hier ben ik, leef u uit.’ Die zag hij niet aankomen… raakte in de war.
‘Je moet toch wel héél dom zijn en helemaal niks anders kunnen, wil je buschauffeur worden!’
‘Dat klopt helemaal meneer.’
Daarmee haalde ik de angel eruit en hij stapte uit met de wetenschap dat ik mijn spreekwoordelijke tent bleef zitten. Zodra hij buiten was, sloot ik mijn deur en ging met 23 minuten vertraging door naar de remise en naar huis.
Good night & good luck!
Michael Hermanus Schuurmans (Utrechter, buschauffeur, kunstenaar)
Mooi verhaal weer en gelukkig relativerend hoop voor jou dat het verder goedgaat op de bus en dat het voor een hoop,passagiers toch nog moelijk is deze tijd metvdank voor je begrip Een oudere passagier