Rob van der Bijl (Favas.net) en Hugo van der Steenhoven (Hugocycling) hebben onderzocht hoe het staat met vervoersarmoede in de Utrechtse wijk Overvecht. De conclusie: “Veel inwoners van Overvecht komen niet buiten hun wijk, de drempels zijn daarvoor kennelijk te hoog. Vervoersarmoede is een realiteit en heeft in Overvecht zo bezien een grote omvang.”
De onderzoekers concludeerden dat inwoners van Overvecht zich opgesloten voelen, waardoor de stress toeneemt. “Mensen met wie het beter gaat, gaan de wijk uit. Daar komen weer mensen aan de onderkant voor terug.”
Vervoersarmoede wil zeggen dat mensen niet op een volwaardige manier aan het maatschappelijke leven kunnen deelnemen, door beperkte verplaatsingsmogelijkheden. Denk hierbij aan ouders die niet aanwezig zijn bij rapportgesprekken van hun kinderen omdat het openbaar vervoer hen te duur is, of aan ouderen die zorg mijden omdat het te ver lopen is en ze niet in het bezit zijn van een auto. Het gaat dus niet alleen over openbaar vervoer, maar ook over het gebruik van een auto, fiets, scooter, en de mogelijkheid tot lopen.
Vervoersarmoede is volgens de onderzoekers het gevolg van gebrekkige mobiliteit in combinatie met sociaal-economische achterstanden. Het versterkt en veroorzaakt op haar beurt weer de sociaal-economische achterstand. Vervoersarmoede zegt dus veel over de wijk. Punten waar de onderzoekers vervoersarmoede aan hebben getoetst zijn: sociale veiligheid en verkeersveiligheid, afstand en barrières, leesbaarheid en begrijpelijkheid, fysieke toegankelijkheid, betaalbaarheid en betrouwbaarheid.
Armoede en spanningen
Van der Bijl en Van der Steenhoven hebben Overvecht als Utrechtse casus-wijk genomen. De wijk kenmerkt zich volgens de onderzoekers door ‘eenzijdige samenstelling met veel armoede en spanningen’. Vervoersarmoede heeft in de wijk ‘zo bezien een grote omvang’. Veel inwoners komen niet buiten hun wijk.
De hoogste drempel is volgens de onderzoekers de steeds meer onder druk staande betaalbaarheid van mobiliteit. “Gelet op bijvoorbeeld de cijfers van het Nibud kunnen vele huishoudens zich amper tot geen mobiliteit veroorloven. Bovendien ligt veel laaggeschoold werk betrekkelijk ver weg”, schrijven zij in hun publicatie. Veel andere voorzieningen, zoals ziekenhuizen, liggen ook ver van Overvecht. Ouderen en patiënten zijn hierdoor vaak volledig aangewezen op hulp van familie met auto.
Wat het openbaar vervoer betreft, is de situatie in Overvecht ook niet optimaal. Er lopen wel buslijnen, maar die gaan vooral naar de stad. Tussen plekken in Overvecht zelf kun je je niet makkelijk met de bus verplaatsen.
Taalbarrière
Veel inwoners van de wijk hebben een Turkse of Marokkaanse achtergrond. Een beperkt taalvermogen en het niet kunnen begrijpen en ‘lezen’ van de omgeving, hebben invloed op vervoersarmoede. “Zo blijkt het OV voor veel inwoners eigenlijk te ingewikkeld. Veranderende lijnvoering, nummers en symbolen etc. werken zeer verwarrend”, schrijven de onderzoekers.
‘Onveiligheid door verkeer en criminaliteit belemmeren het fietsen’
Veel inwoners van Overvecht durven niet te fietsen vanwege verkeersonveiligheid. Het gaat hier vooral om de groep mensen die niet van jongs af aan hebben gefietst. Er zou in de wijk te hard worden gereden door automobilisten en scooterrijders. De brede autowegen zouden hier toe uitnodigen, terwijl de openbare ruimte niet uitnodigt tot ontspannen lopen en fietsen. Ook zijn de onderzoekers niet positief over de verkeerssituatie rond het winkelcentrum: het zou er chaotisch en zeer onveilig zijn, met name voor fietsers en voetgangers. “Dit terwijl meer dan de helft van de bezoekers lopend of met de fiets komt.”
Dat er veel fietsen worden gestolen in Overvecht, helpt ook niet mee. “We zien dat veel fietsen voor de flats geparkeerd staan in slechte voorzieningen waar de fiets niet aan kan wordt vastgezet. Fietswrakken blijven staan en geven een desolaat beeld van het fietsen, althans dat is onze sterke indruk. De bewaakte fietsenstalling bij het grootwinkelcentrum is opgegeven. We horen ook voorbeelden van bedreiging en geweld bij fietsdiefstal. Kortom, onveiligheid door verkeer en criminaliteit belemmeren het fietsen.”
Oplossingen
Van der Bijl en Van der Steenhoven vinden dat men zich er van bewust moet worden dat vervoersarmoede reëel is, dat het grote maatschappelijk impact heeft en dat het een samengesteld probleem is. Zij schreven in het document: “Publiciteit, evenementen en bijvoorbeeld workshops in en voor verschillende overheidslagen, specifiek in de vier grote steden, kunnen uitkomst bieden.”
Van der Steenhoven ziet ook mooie initiatieven die vervoersarmoede tegengaan. Hij vertelt dat in Overvecht fietslessen worden gegeven. “Daar is veel behoefte aan, de lessen zitten altijd vol. Het zou mooi zijn als er een vervolg aan de fietslessen wordt gegeven, dus dat mensen ook daadwerkelijk een fiets hebben. Een fiets kan redelijk betaalbaar zijn.” Zo is er in Rotterdam een fietsenwerkplaats, waar men goedkoop een fiets kan laten herstellen, en zelf kan leren een fiets te repareren. “In Overvecht zou zoiets ook goed passen.”
‘Gemeente moet investeren’
Hugo van der Steenhoven zegt dat het ingewikkeld is om vervoersarmoede aan te pakken, maar de gemeente moet er volgens hem wel iets aan gaan doen. “Er moet in ieder geval goed worden nagedacht over de prijs van het openbaar vervoer.” Openbaar vervoer is volgens hem de laatste jaren meer ‘spitsvervoer’ geworden, de sociale functie is weg. Van der Steenhoven noemt de Uithoflijn. “De komst van de Uithoflijn betekent dat elders in de stad op het OV wordt bezuinigd: dat gaat ten koste van de groep die last heeft van vervoersarmoede.”
Van der Bijl en Van der Steenhoven onderzochten hoe het staat met de vervoersarmoede in de vier grote steden in Nederland, op basis van gesprekken, interviews en bestaande data. De publicatie naar aanleiding van het onderzoek is hier te vinden.
Ik maak me zelden boos, maar dit is een bizar verhaal. Inwoners komen niet buiten de wijk omdat de drempels te hoog zijn, het verkeer eng en het OV-te duur? Je kunt altijd nog gaan LOPEN. Binnen tien minuten sta je overal vanuit Overvecht in een weiland! En wat is er erg aan buslijnen die naar de stad gaan? Waar moeten ze dan heen, de maan? Er liggen drie parken in Overvecht, hoezo nodigt dat niet uit tot wandelen en fietsen en om het winkelcentrum te bereiken hoef je alleen maar een busbaan over te steken. Met zebrapaden. En stoplichten. Wat moet er dan komen? Een kabelbaan? En dat dan ook nog eens uit de mond van de oud wethouder van verkeer van Utrecht die dus letterlijk de mogelijkheid heeft gehad actie te ondernemen.
In het onderzoek mis ik een ervaring die ik in de tachtiger jaren had toen ik samen met Jan Reiff in New York voor de VARA een reportage maakte over de gevolgen van de Reagan politiek. Wij ontmoetten in de Bronx een jonge zwarte,die ons zelfbewust en trots zeer behulpzaam was om in haar wijk ,die toen als gewelddadig bekend stond ,veilig te kunnen interviewen.We noemden haar niet zonder reden Angel. Na de reportages nodigden we haar uit om met ons naar Manhattan te gaan.We wilden haar in een andere setting interviewen. Ze weigerde en keek ons angstig aan. Pas na lang aandringen ging ze uiteindelijk schoorvoetend mee.Dat had niets met betaalbaarheid of mobiliteit te maken,maar met iets heel anders ;schaamte en minderwaardigheidsgevoel. Manhattan stond voor maatschappelijk en economies succes. Dat was te confronterend. Opeens waren de rollen omgedraaid. Wij waren haar buddy.Gaandeweg ontspande ze. Ik houd het op zelfcensuurarmoede.
Bernard Tomlow
Onderzoeknurau van de straat
Het is eigenlijk een wonder dat het altijd gruwelijk druk is bij Winkelcentrum Overvecht. Omdat mensen die niet naar rapportgesprekken van hun kinderen kunnen, of naar de dokter of naar hun werk toch de energie weten op te brengen om eten of kleding te kopen. Het artikel illustreert eigenlijk in de eerste plaats denkarmoede.