Anne Gadellaa is een Utrechtse kunstenaar die haar hart heeft verpand aan Lapland. Het land van het Noorderlicht, elanden, rendieren en vossen. Maar ook het land van de Sami, de oorspronkelijke bevolking. Over deze Sami is weinig bekend. Tijdens haar reizen naar Lapland leerde Anne de verhalen over de Sami die door de Zweden worden ontkend en hun eigen cultuur moeten loslaten. Dat verhaal wil Anne vertellen. Ook in Utrecht.
Het is al sinds enkele jaren dat ik iedere winter even aan Lapland moet snuffelen. Elke keer wil ik terug. Dan heb ik heimwee. En natuurlijk is het Noorderlicht geweldig, maar ook de rendieren, elanden, vossen die je tegen kunt komen, zelfs de kou is een uitdaging. Als je in Lapland bent, ben je ook in het land van de Sami, een uniek volk.
Deze keer ontmoet ik rendier Hepp. Als een gewiekst fotomodel, schuift hij steeds langs de lens, hier ben ik, hier ben ik… Het resulteert in veel mislukte foto’s van zijn achterkant, staart, stukje gewei, een poot, nog een ander pootje…hopeloos, maar dan met zijn snuit zowat in de lens. Hepp moet en zal een plaatsje krijgen in dit verhaal, dat is duidelijk. Hepp is één van de dieren, waarvoor ik dankbaar bij -21 met mijn lens op de grond ga liggen.
Als je in Nederland vertelt dat je naar Lapland gaat, reageert iedereen enthousiast, alleen… die kou. Dat is wel een puntje. Het Noorderlicht zien staat bij veel mensen op hun bucketlist, dat is zeker. Zou ik vertellen dat ik naar Sápmi ga, dan weet niemand waar ik het over heb. Toch is dat voor de oorspronkelijke bevolking, de Sami, hoe hun streek heet. Hoe belangrijk het is om hun verhaal te vertellen, kriebelde al heel lang bij mij. Ik ben op bezoek bij Anna Kuhmunen, een hartelijke jonge vrouw en Sami. Ze woont in het Noorden van Zweden, Lapland genoemd en dat is waar direct haar geschiedenis een pijnlijke plek raakt. Midden in de winter, tijdens de lange nachten, het Noorderlicht, in de bittere kou, hebben we een ontmoeting, eerst bij een paar rendieren en dan in de lávvu, voor ons bekend als een tipi.
“Voordat we zo de lávvu ingaan, wil ik de huisgodinnen noemen die belangrijk voor ons zijn. Máttaráhkká, en haar drie dochters: Sáráhkká, Uksáhkká en Juoksáhkká.” Met gepaste eerbied, ga ik de lávvu binnen. Op de grond liggen rendiervellen verspreid waar we op gaan zitten. Anna pakt stukken hout en maakt een vuur, midden in de tent. Daarom zit ik toch maar een beetje bij de uitgang, vuur in een tent, mwaw. Al snel brandt het flink en wordt het behaaglijk warm. Het ruikt er zo lekker naar vuur. “Doe je laarzen maar uit, als je koude voeten hebt”, zegt zeg dan, ”je zult zien hoe behaaglijk warm ze worden bij het vuur.”
Anna is 35 jaar en leeft met haar man, kinderen en hun rendieren in Sápmi. Als kind groeide ze op met rendieren in de omgeving van Kiruna. Natuurlijk bezocht ze de sami-school. Al jong vertelt en zingt Anna over haar volk. Met haar vriendin Sofia Jannok, een beroemde Zweedse zangeres, toerde ze de wereld over en traden ze op met de joik. Voor de Zweedse televisie presenteerde ze Sami kinderprogramma’s.
Ze draagt een traditionele luhkka over haar schouders en een muts gemaakt van rendierhuid. De luhkka is versierd met zilverwerk, je ziet het overal. ”Als je ze bij kinderen vindt, is dit om de geest te verblinden, deze geest wil jouw kind met die van hem omwisselen. Daarom hangen er zilveren ornamenten aan de kinderwagens”. Terwijl ze wat hout op het vuur legt vertelt ze verder over de Godinnen. Ze hebben allemaal beschermende taken. ”Ze woonden bij de mensen in de lávvu. Sáráhkká beschermende tijdens zwangerschap en bevalling maar ook het rendier tijdens het afkalven. Ze was de bewaker van de hut en woonde in de open haard. Juoksáhkká werd aanbeden voor een zoon. Men geloofde dat alle baby’s vanaf het begin meisjes waren. Ze woonde op de bodem van de hut, waar de trommels en jachtwapens werden opgeslagen. Uksáhkká ontving het kind bij de geboorte en beschermde het wanneer het zijn eerste stapjes ging zetten. Zij leefde onder de luifel en beschermde ook de mensen wanneer ze naar binnen of naar buiten gingen.”
Terwijl ze vertelt, bereidt ze een bessendrank van Lingon-berry, een in het wild groeiende bes. Het wordt geserveerd in een, uit hout gesneden, mok. “Dit, zoals we hier nu bij elkaar zijn, is de manier waarop velen van ons nog steeds leven als we in de zomer de bergen ingaan en de rendierkalfjes gaan markeren”.
”Ik weet niet waarom we Lappen zijn genoemd. Wij zijn Sami-mensen”
Hoewel je de Sami geen Lappen mag noemen, gebeurt dit nog overal. Smeerlap, snotlap, dronkelap, lapzwans, lapmiddel; het zijn Nederlandse woorden waarvan de oorsprong zomaar in het Hoge Noorden zou kunnen liggen. Bij nader onderzoek is dat niet te vinden. Lap is voor een Sami een scheldwoord. Het zou van een archaïsch Fins woord afkomstig zijn en iets van ‘verbannen’ betekenen. Het gebied heet dan ook geen Lapland voor hun maar Sápmi. Dat wordt moeilijk voor mij, want ik ben zo gewend het Lapland te noemen. ”Ik weet niet waarom we Lappen zijn genoemd. Wij zijn Sami-mensen en ons volk woont hier al 10.000 jaar. Lap is het woord dat de kolonisten ons gaven”.
En als er ergens een volk is dat onder onderdrukking en racisme heeft geleden en nog strijdt voor erkenning van hun bestaan, is het de Sami. Niet zo ver bij ons vandaan in Noorderlijk Scandinavie, Sápmi. Het is geen land maar een gebied dat zich uitstrekt over Noorwegen, Zweden, Finland en Rusland. Het is opvallend hoe weinig Nederlanders weten van hun bestaan en onderdrukking. De film ‘Sami Blood’ van Amanda Kernell, verscheen afgelopen jaar in het filmhuis en heeft verschillende grote prijzen gewonnen, maar kwam niet in de grote bioscopen. “Het is precies waar het om gaat. Zelfs met zoveel prijzen, wordt onze geschiedenis in een achteraf zaaltje vertoond”, vertelt Anna aangedaan. En het is precies waar de pijn zit. Erkenning voor het grote leed dat is aangedaan, verstopt in kleine filmzalen en af en toe een keer vertoond.
“Alles moest vergeten worden. Mijn grootmoeder werd gehersenspoeld”
”Desondanks ben ik zo blij dat onze geschiedenis eindelijk is verteld. In vroegere tijden probeerden ze de kinderen te hersenspoelen en te laten geloven dat het een slechte zaak was om een Sami te zijn. Het is het verhaal van mijn grootmoeder”. Wij kennen Zweden als een vrij modern en vooruitstrevend land maar Anna’s grootmoeder werd, net als veel andere Sami kinderen, als zeven jarig kind weggehaald bij haar ouders. “Dat gebeurde in die tijd, nog niet zo lang geleden dus. Kinderen moesten vooral de Zweedse cultuur bijgebracht worden en ontdaan worden van hun Sami achtergrond. Dat betekende geen Sami meer spreken. Alles moest vergeten worden. Mijn grootmoeder werd gehersenspoeld.” De nomadenscholen werden in 1913 opgericht door de Zweedse regering. De sami-kinderen werden gedwongen om Zweeds te leren en het christelijk geloof aan te nemen. Hun rituelen en geloof moest verbannen worden. Hun eigen taal mochten ze niet meer spreken. ”Mijn grootmoeder, en vele generaties voor en na haar, moest geloven dat haar cultuur waardeloos was. Vanaf eind 1800 begon de “lap moet een lap zijn” politiek. Dat betekende dat de Sami geen onderwijs mocht volgen en geen huis mochten hebben. Ze mochten niet opgaan in de Zweedse samenleving”.
Ik vraag me af waarom ik deze verhalen niet ken. Is het mijn gebrekkige kennis of is het zo verborgen geweest dat wij hier amper van hebben gehoord? Racisme en onwetendheid bij de Zweedse bevolking, is nog groot.
“De Sami gemeenschap staat lijnrecht tegenover de mijnbouw-gemeenschap hier”
“Je vindt het veel op Social Media, racisme tegen de Sami. Daar lees je berichten dat mensen je rendieren willen afschieten. Soms plaatsen ze afbeeldingen van marteling van je rendier. Als ik Samisch tegen mijn kinderen praat, komen er soms mensen naar me toe met nare opmerkingen. Het is zoveel, je kunt het misschien niet geloven. Er worden oude lávvu’s in brand gestoken. We hebben gevochten dat de wegen en dorpen sami-namen kregen, maar mensen probeerden dit te saboteren. Racisme vind je overal terug.”
In de jaren 1920-30, toen het te druk werd in het Noorden, dwong de overheid veel families te verhuizen. ”Ze zeggen dat de kolonisatie hier honderd jaar geleden plaatsvond, maar ik kan wel zeggen dat ik elke dag nog de kolonisatie ontmoet. Zweden heeft een van ’s werelds laagste belasting op mineralen, 0,5%. Dat maakt het Zweedse deel van Sápmi bijna het ‘kleine Klondike’ voor buitenlandse bedrijven. Ze willen zoeken naar mineralen in onze graslanden, waar onze rendieren van leven. Als ik één ding in het leven zou wensen, zou het zijn dat Zweden de IAO 169-conventie zal ondertekenen. Dat geeft de Sami meer rechten op land en water”. De conventie zal inheemse en tribale mensen het recht geven om voorafgaande informatie te ontvangen, te worden geraadpleegd en deel te nemen aan beslissingen voordat de staat bedrijven toestemming geeft om hun traditionele territoria te betreden. ”Zweden weigert om deze overeenkomst voor ons te tekenen. De Sami gemeenschap staat lijnrecht tegenover de mijnbouw-gemeenschap hier. Ons landschap wordt kapot gemaakt, daar waar wij al eeuwenlang rondtrekken met onze rendieren. Ons leefgebied.” En als je op Google Maps kijkt, kun je inderdaad de enorme gaten van de mijnbouw in het landschap zien bij Kiruna en Gallivare. Het is geen fraai gezicht. Het gaat hier om ijzererts. “Ik weet niet hoe wij hier ooit samen kunnen leven met respect voor de natuur en ons volk. Het lijkt bijna onmogelijk”.
Voor deze ontmoeting heeft Anna soep gemaakt. Terwijl ze vertelt, pakt ze borden en haalt ze deze een paar keer snel door het vuur ”Geen warme soep in een ijskoud bord”, legt ze uit. “Waar je ook komt bij de Sami thuis, tijdens onze jaarlijkse wintermarkt, daar is soep. Ik hoop dat je honger hebt, want ik heb heel veel soep”, lacht ze. Met rendier natuurlijk. Rendieren en Sami horen bij elkaar. Ze leveren vlees, geweien en vachten. In vroegere tijden was dit de manier van overleven. Rendieren waren dienstbaar als vervoer. Van de vacht werd kleding gemaakt en schoenen, van de geweien messen en sieraden, ze leverden melk en vlees. De hoeveelheid rendieren die een herder bezit, is zijn bankrekening. Vragen naar de grootte van de kudde, is dus heel onbehoorlijk.
”In april migreren we met de rendieren van de wintergraslanden naar de zomergraslanden. Daar krijgen de rendieren hun kalfjes. Met mijn familie verblijf ik in de zomertijd in de lávvu. De zomer is een fantastisch tijd, de tijd dat wij de kalveren onder de middernachtzon markeren”. Het is een klein sneetje in het oor van het kalfje. Elk rendier heeft een eigenaar. Elke eigenaar heeft een persoonlijke markering, zodat hij zijn rendier kan herkennen. “Ik heb een eigen teken, mijn echgenoot, mijn zoon en ga zo door.”
De vooruitstrevende technologie heeft natuurlijk zijn invloed gehad op de leefgewoontes van de Sami. ”De andere maanden wonen we in ons huis in het dorp. Dat was vroeger natuurlijk wel anders. Ik zie erg op tegen het komende jaar, dan wordt mijn oudste zoon leerplichtig. Ik ben dan meer gebonden aan ons huis, terwijl mijn man met de rendieren zal gaan trekken.”
De soep is heerlijk warm, het vuur knettert, Anna heeft blozende wangen en vertelt vol geestdrift haar verhalen. Soms vallen er stiltes en besef ik dat ik op zo’n bijzondere plek ben.
“Een Joik componeer je niet maar komt tot je”
”Heb je weleens gehoord van de joik?”vraagt Anna nieuwsgierig. Ik knik. Het is een spirituele manier van zingen met het doel een persoon, dier of landschap te verbeelden en te karakteriseren. Je joikt niet over een berg of over een persoon, je joikt de berg en de persoon, de geest. “In 1609 kondigt de Deens-Noorse koning Christian IV aan dat de beoefenaar van de Sámi rituelen, ter dood veroordeeld moest worden. Het werd gezien als hekserij. De kerk heeft tot vandaag de joik als magische kunst beschouwd. Veel Sami hebben dan ook geen Joik, omdat het als zondig werd gezien. Dat is aan het veranderen”. Een Joik componeer je niet maar komt tot je. “Voor mijn jongste zoon, heb ik een Joik ontvangen. Hij heeft nu zijn eigen Joik”. Het andere kind heeft geen Joik, en of hij die ooit krijgt, weet Anna niet. “Natuurlijk is dat best wel moeilijk voor hem. Zijn broertje heeft er wel één, hij niet. Ik heb daarom een lied voor hem gemaakt over zijn favoriete auto. Dat zing ik voor hem. En hij is ook trots.”
De traditie is dat de Joik nooit gezongen mag worden door degene voor wie die bedoeld is. “Op een dag zijn mama en papa hier niet meer”, vertelde Anna aan haar zoon “dan moet jij de Joik voor je broertje kunnen en blijven zingen”. En dat kan hij. Anna zelf heeft geen Joik, maar dat kan altijd nog komen, dat weet je maar nooit. Dan vraagt ze of ze de Joik van haar zoontje voor mij zal zingen. En natuurlijk wil ik dat! “Sluit je ogen of kijk in het vuur en luister”, zegt ze met zachte stem. Een Joik kun je niet bijna beschrijven. Een fantastisch mooi moment.
En hiermee eindigt ook mijn bijzondere ontmoeting met Anna. Het noorderlicht danst buiten aan de zwarte hemel, wanneer we de lávvu verlaten. We nemen afscheid met een Big Hug. De hemel is bezaaid met sterren. De temperatuur gedaald tot min -30. Die nacht wordt het nog kouder, -35. Nooit gedacht dat ik dat zou meemaken. Voor het Noorderlicht moet ik toch echt buiten staan en dat doe ik op mijn laatste avond, heel dikgepakt, maar al te graag.
Wat een mooi verhaal! De Sami, je komt het volk vaak tegen in Zweedse detective series. Goed om meer te weten over deze mensen.
Dag Anne, wat een prachtig en bijzonder verhaal. Ik had er nog nooit van gehoord. In mijn naïviteit denk ik bij racisme en verdrukking niet snel aan Scandinavië, maar dat is er dus wel degelijk. Schokkend. Dank dat je het hebt gedeeld.
Op dit moment zijn er gesprekken met het Sami Parlement over een Waarheidscommisie. Wanneer die er komt weet ik niet. Maar verhalen moeten verteld worden. Ik kom vaak tegen dat Sami me hun verhaal vertellen maar daarna geen contact met me willen. Zo voelt dat.
Bedankt dat je er open overschrijft Anne. Zou het mogelijk zijn om een site op te zetten waar ieder individuele Sami anoniem zijn verhaal kan doen. Al zou het ook alleen een plek zijn waar men even uit de anonimiteit kan stappen. Een plek om je hart te luchten en daarna te ervaren dat er ruimte in je geest is ontstaan?
De kracht van de Sami ligt bij het volk zelf. Manieren bedenken om hun te helpen, heeft toch weer een kolonistische smaak. Met de vrouw die ik geinterviewd heb, was ik direct het contact kwijt, na de eerste geschreven versie. Gewoon door mijn onwetenheid en het daardoor verkeerd neerzetten van haar volk. Het ligt heel gevoelig. Het volk zit in een kwetsbare positie en van daaruit zal het idd moeilijk zijn helemaal open te zijn. Ik hoop en denk dat de jonge generatie veelbelovend kan zijn voor de rechten en de geschiedenis van de Sami.
Mooi verhaal Anne,
Bedankt dat je me er op wees. Weer een hoop geleerd.
Gisteravond op Canvas Sami blood gezien,
prachtig ! Aangrijpend ! Schokkend !
Dat was het sociale, democratische en vriendelijke Zweden, waarvan wij zo houden met een heel ander gezicht.