Quaint and quirky.
Zo had ik Utrecht nog niet gezien, maar het is wel een jofele observatie van vreemde ogen: het reismagazine van Lonely Planet. Eigenaardig en eigenzinnig is in de letterlijke betekenis van die twee q-woorden een mooie typering voor de stad. Heel anders dan de kenschets van pakweg zestig jaar geleden: fraai, maar saai. Het haalde geen buitenlandse krant als brilliant but boring. Het paste bij een gekweld stads zelfbeeld, toen. Schrijfster Clare Lennart constateerde destijds in een boek over stad en provincie dat bezoekers van buiten Utrecht vaak mooier vonden dan de bewoners zelf.
Door de publicatie in Lonely Planet stond Utrecht weer eens op de kaart, afgelopen week. Erkenning! Het verbaasde mij niets, na de verschijning van soortgelijke artikelen in 2015, niet helemaal toevallig rond de start van de Tour de France. Het leidde tot opgetogen berichten in diverse lokale media. Alsof het nog bijzónder is dat Utrecht zo speciaal genoemd wordt. Op het kantoor van Citymarketing moet directeur Cor Jansen toch nog meer hebben lopen glimmen dan hij gewoonlijk al doet. Gaaf!
Meteen deed zich ook die typische reflex voor dat het ook niet te vér moet gaan met al die aandacht voor Utrecht. AD/UN kwam met een humoristisch bedoelde opsomming van Utrechtse minpunten. De iconische Domtoren is een paar jaar onzichtbaar door de restauratiestijgers, de Oudegracht wordt regelmatig ontsierd door werkvlonders, de binnenstad is moeilijk bereikbaar voor auto’s en het stikt er van de fietsen, op terrassen is het vaak zoeken naar een vrije stoel en het vuil stapelt zich op als in Napels, met veel plastic in het grachtenwater.
De krant maakte in dit kader geen melding van de toename van een bijzondere beroepsgroep: exotische bedelaars, andere dan de vertrouwde junkies uit het domtown-straatbeeld. Als randverschijnselen zijn ze een bewijs van de aantrekkingskracht van een touristtown.
Utrecht, stad om te mijden als de pest.
Het deed me denken aan het verhaal Waar ik dus heel nerveus van word van Japke-d. Bouma, opgenomen in Ronald Gipharts bloemlezing Stad van Zachte Idioten (2017). Japke krijgt de zenuwen van al die mensen die Utrecht ‘op de kaart willen zetten’. Ze stelt obstinaat vast: ‘Vaak is het een ambitieuze wethouder, een ‘wijkaanjager’, een ‘city manager’ of een lid van een ‘task force Utrecht Promotion’ die niet Utrecht, maar zichzelf op de kaart wil zetten en zich op LinkedIn ineens ‘ambassador of Utrecht, the most beautiful city of the Netherlands’ noemt.’
Kom bij Japke niet aan met die trendy internationale reiswebsite waarin de stad voorkomt in de top tien van ‘onbekende mustsee droombestemmingen die je gezien moet hebben voor je sterft’.
Japke weer: ‘Jongens, flikker allemaal eens een eind op uit Utrecht. Utrecht is van ons, wij houden van de stad, wij wonen hier en het is er al druk genoeg.’ En dan, verderop in haar tomeloze tirade: ‘Laat iedereen lekker aftaaien naar Amsterdam en daar over de hoofden lopen. Hier is niks te zien, echt niet, doorlopen mensen, wegwezen, optiefen.’
Onwetend van het bestaan van Japke-d. Bouma en zonder enig eigenbelang schrijft Lonely Planet dat het moeilijk is om niet verliefd te worden op Utrecht. De travelinfluencer somt zes speciale attracties op om te bezoeken: het Rietveld Schröderhuis, DomUnder, Museum Catharijneconvent, het Spoorwegmuseum, het Nijntje Museum en het Sonnenborgh Museum. Dit alles dus náást the brilliant cafe culture beyond the canals – Utrecht’s vibrant concert schedules and numerous historic mansions that have been turned into indulgent boutique hotels.
Japke weer: ‘We zouden ervoor kunnen zorgen dat er niks meer te beleven valt in Utrecht en van de stad een soort Zeist maken.’ Ze suggereert om in deze geest de grachten te dempen en het Spoorwegmuseum te verplaatsen naar Waddinxveen. En ze heeft nog een veel beter idee: ‘Wat als we Utrecht nou eens niet op de kaart zetten, maar er gewoon helemaal vanaf halen.’ Ze ziet het helemaal voor zich: ‘Drommen Japanners op zoek naar Utrecht moeten met helikopters gered worden uit de bossen van Lage Vuursche.’
Dan, ja dan, is de zaligheid bereikt: zélf kuieren op het eindeloze gras van het Wilhelminapark en zelf de stille Nieuwegracht over als het 35 graden is, met ‘niemand om het zonlicht van de blaadjes af in de gracht te zien druipen.’ En: ‘We willen langs de Inktpot, omdat alleen wij weten dat hij daar verscholen ligt achter de dikke takken van de Catharijnesingel, op de loer met zijn stenen vleugels en zwarte ramen als ogen, als een vleermuis uit Gotham City.’
Het is een geestige ode aan de grootse, geweldige, gigantische, galactische onbekendheid van de Domstad. De door Japke genoemde lievelingsplekken staan niet in de Lonely Planet. Er komen vooral veel Utrechters en geen toeristen. Die worden, alsof er een masterplan achter zit bij wijze van afleiding, vooral naar de Oudegracht en aanpalende straten en pleinen in de buurt van het oude stadhuis gezogen. De rest heeft Utrecht voor zichzelf, inclusief Wijk C, Ondiep, Overvecht, Kanaleneiland, Hoograven, Lombok, Oog in Al, de Vogelenbuurt, Witte Vrouwen, Tuindorp, Oudwijk, Voordorp, Rijnsweerd, Leidsche Rijn, de Amsterdamsestraatweg, het Julianapark, Dikke Dries, Restaurant Europa, Willem Slok en Café Primus.
Op dagen als deze, als de herfst met de bomen tovert, ga ik als Utrechter graag even de stad úit, het bos in. In Amelisweerd kan het vooral doordeweeks heel lekker lonely zijn. Geen Japanner te bekennen. Hoogstens een enkele Utrechter. Heerlijk, de bomen in het water te zien spiegelen, of even stil staan mijmeren bij Methusalem.
En zo is het. Genoeg mooie plekken in Utrecht waar je geen toerist tegen komt. Dus geen paniek om zo´n verhaal in een reisgids.
Het opvallende is dat de opvatting van een reisgids schrijver beschouwd wordt als ware het gods woord voor een ouderling. Menig lovend artikel over Utrecht in buitenlandse kranten -dit verhaal niet trouwens- is simpelweg gekocht door stadspromotie. Door journalisten uit te nodigen om volledig op stadskosten langs te komen en bij Karel 1 te slapen.
Tevens is de iconische Domtoren een paar jaar onzichtbaar door restauratiesteigers!