Joop Moesman

Tranen van Eros zijn niet pervers (en ook niet geil)

HMS Cockshitter van Dinos en Jake Chapman

Joop Moesman is terug in Utrecht en meteen blijkt waarom hij de stad ooit de rug toe heeft gekeerd. Bijna zeventig jaar nadat zijn Gerucht werd geweigerd worden er vragen gesteld of zijn brute vertoon van naakt eigenlijk wel kan. Nu zegt dat meer over het preutse klimaat van deze tijden. Het geeft aan dat het werk van Moesman niet gedateerd is. Het is ook ondenkbaar dat een expositie van zijn werk zónder rumoer begint. Dat zou  heel verdrietig zijn voor de Tranen van Eros. Dat is iets anders dan de constatering dat het een schandelijke tentoonstelling is. 

Vooraf vroeg ik me al af of het stil zou blijven, domweg, omdat dat niet hoort bij Joop Moesman. Tijdens de persbezichtiging van de Tranen zei directeur Bart Rutten me iets over een stuk in het UN/AD van de ochtend ervoor. Ik heb de tentoonstelling gezien in al zijn rijkdom en daarna de krant open geslagen. De kop was duidelijk genoeg. 

‘Wie niet houdt van naakt en seks moet Centraal Museum overslaan.’ 

Het was dus niet het Reformatorisch Dagblad. 

Ik begreep goed dat collega Peter van de Vusse de actuele context had meegenomen over de recente uitspraak van de nieuwe directeur van het Van Gogh-museum, Emilie Gordenker. Zij had direct na haar aantreden het ophangen van vrouwelijk naakt in twijfel getrokken. Peter citeerde persvrouw Jacqueline Rutten. Een koppenmaker weet er verder wel raad mee. Zo begint het surrealisme van de beeldvorming van een tentoonstelling. 

Ik liep de expositie binnen en werd meteen getroffen door Namiddag, een doek van Moesman uit 1932. Een bleek torso op een geel doek met kant, een arm hangend aan wat op smeltende schouders lijkt en een bruine haarlok op buikhoogte. Geen meesterwerk – dat moest Moesman toen nog schilderen. In 1933 is het uit het Stedelijk Museum in Amsterdam verwijderd. Een collectief van directeur, wethouder, kunstvereniging, de pers oordeelde: ‘pervers en buitengewoon onsmakelijk.’ Niemand die toen openlijk benoemde wat er precies zo smerig was aan Moesmans doek. 

Zijn herbewapening bestond uit poëzie, liefde en kunst

Entartet, zo noemde Adolf Hitler deze kunst destijds. Zijn snor was iets dunner dan die haarlok op Namiddag.  Het is goed om de bloei van het surrealisme ook in die context te zien. André Breton was de pionier die in de kunst de reactie zocht op de gruwelen van de Eerste Wereldoorlog. Zijn herbewapening bestond uit poëzie, liefde en kunst, met ongebreidelde seksuele fantasieën als opening naar de verlossing van de geest. Joop Moesman heeft het gezien in tijdschriften die Willem Wagenaar meenam naar Utrecht en zag waar hij naar gezocht had – het was wat door zijn eigen hoofd tolde vol brutale seksuele driften. 

Een van de briljante wendingen die de Tranen van Eros omvat is de toevoeging van het werk van vrouwelijke surrealisten van toen en nu. De powerwoman-sfinxen van Leonor Fini hangen vlakbij Sarah Lucas’ Titti Doris 2017, een lui stel lange benen op een stoel met een hele trots tieten op schoot. Het werd werkelijk tijd voor enige humor in de discussie.  

Het is in het geheel iets anders dan geil, geen opwindende, laat staan schandelijke porno

Zo is er meer dat de Tranen van Eros zo prikkelend maakt, zonder dat het een moment aanstootgevend wordt – werkelijk, die tijd is voorbij. Moesmans Avonduur hangt er gewoon, die vrouw met zwart masker en blote borst met mes – de fotovariant van Jaap van de Klomp werd onlangs geweigerd voor de Moesmania-expositie in de Stadsschouwburg. 

Het is in het geheel iets anders dan geil, geen opwindende, laat staan schandelijke porno. Daarover valt geen traan mee te huilen met Eros. Zoals Jeroen Hermkens opmerkte bij de openingsborrel in de Nicolaaskerk: ‘Je ziet geen neukende mensen.’ 

Los daarvan: al het getoonde naakt bestaat niet. Het is wat het is: onwerkelijk, ook al is het een uiting van zeer reële droomwensen. Joop Moesman heeft ooit tegen VN-interviewster Bibeb gezegd hoe graag hij mooie vrouwen zou willen martelen. Dergelijke praktijken worden niet getoond in het Centraal Museum, laat staan dat het bezichtigen een martelgang is. 

Zei Ruud Kuijer, de krachtpatser van de betonkunst: ‘Ik vind dat je alles moet kunnen tonen. Dat hoort bij de vrijheid die we allemaal belangrijk vinden. Het gaat over kunst. Niet dat mensen echt aan elkaar zitten. Het zijn visuele dingen.’ 

Wie er niet genoeg van heeft en uitgeput uit de expositie komt, kan nog terecht in de Kuub van Jaap Roëll aan de Pieterstraat. In het binnenste van met rood doek beklede vierkante hokjes liggen bundelingen met de scabreuze tekeningen van Moesman. Het zijn fantasieën vol sadistisch slagwerk met zwepen, grote tieten en stijve pikken – allemaal veel heftiger dan Het Gerucht, die brave blote vrouw op de fiets met haar viool op het achterrek. 

Wie houdt van robuust naakt en seks moet naar het Centraal Museum en dan direct door naar de Kuub. Zij die het zachter willen doen het lekker thuis. 

In Afwachting, Moesman 1971

    

Scabreuze tekeningen van Moesman in Kuub

Auteur Jeroen Wielaert
Auteur

Jeroen Wielaert

Jeroen Wielaert maakte furore als radioverslaggever bij de NOS en programmamaker bij andere omroepen. Hij start door als podcastier. Voor De Nuk schrijft hij regelmatig over opvallende Utrechtse zaken.

Laat uw reactie achter

Reactie

1 reactie

  • Drs. C. Nijntje schreef:

    Voel me al sinds jaren erg thuis in het Centraal Museum. Een museum om trots op te zijn en zeker nu weer vanwege de fraaie tentoonstelling m.b.t. Moesman, onze eigen surrealist. Een tentoonstelling die vooral vertelt over Moesman zelf (zoals het hoort…) Een eigenwijze kunstenaar die graag zijn kont tegen de krib gooide. Zijn geile, blote dingetjes nemen we met plezier op de koop toe.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *